zaterdag 8 mei 2010

NNO op topniveau onder Michail Jurowski

Oorlog en de gevolgen symfonisch verklankt
In de grote zaal van het cultuurcentrum De Oosterpoort heeft het Noord Nederlands Orkest vrijdag 7 mei het eerste van twee identieke concerten gegeven onder leiding van Michail Jurowski, een dirigent van grote klasse, zoals heel snel bleek. Tijdens de eerste maten van Penderecki's Threnody voor 52 strijkers was dat niet alleen te horen, maar eveneens te zien. Dat opus dirigeerde Jurowski zonder stok, maar zijn sobere, suggestieve en aan duidelijkheid niets te wensen overlatende slag met de rechterhand — waarbij diens linkerhand heel goed wist wat dat andere, gelijkwaardige lichaamsdeel deed — verried zijn voorbeeld: Gennadi Rozjdjestvenski: Рождественский, hetgeen overigens het Russische adjectief voor kerst- is. Die Rus wordt door tal van critici als de beste dirigent ter wereld beschouwd. Hoewel zoiets uiteraard moeilijk te bepalen valt, is het ook geen epitheton ornans dat je direct doet steigeren.


Vervolgens kregen we een voortreffelijke solopartij van Anastasia Goldberg te horen in het filmische Warsaw Concerto uit 1941, met een dienovereenkomstige begeleiding, waarin details naar voren werden gehaald zoals we die nooit eerder hebben gehoord in het flutwerkje dat buiten het concertbedrijf dient te blijven. Als begeleidende muziek voor de film in kwestie functioneert die muziek uitstekend maar zonder die bewegende beelden is het slechts gruwelkitsch in de trant van Rachmaninovs, evenzeer banale, werken voor piano en orkest.

Sjostakovitsj' Zevende Symfonie
Gezien de reputatie van Michail Jurowski en zijn functioneren in de beide bovengenoemde stukken, hadden we, na die inleidende werken, nog grotere verwachtingen van het optreden van de — uitermate gelukkig gebleken — combinatie van dit orkest met die dirigent. De 104 instrumentalisten werden in Sjostakovitsj' Zevende op fenomenale wijze aangestuurd door Jurowski, die op de bok, voornamelijk zittend op een gasgeveerde stoel, zijn werk deed, en hoe. Zelfs in de breed opgezette, zeer veel decibels producerende, gedeelten bleef Jurowski fijnzinnig door met een vinger, een kort gebaar, precies dat aan de musici te ontlokken wat de componist wenste en de kenners van diens muziek graag horen: een uiterste aan concentratie, intensiteit en spanning. De verhoudingen binnen het orkest waren ideaal: zestig strijkers — in de klassieke samensteling 16, 14, 12, 10, 8 — tegenover dertien houtblazers en éénentwintig koperblazers, twee harpen, piano en zeven bespelers van een ruime batterij slagwerk. Jurowski had de koperblazers verdeeld over de uiterste hoeken van het podium: drie trompetten, drie trombones en de tuba uiterst rechts (vanuit de zaal gezien) en drie trompetten met drie trombones uiterst links achter de acht hoorns. De soms licht sabelende stok van de dirigent — geheel in de trant van eerder genoemde Rozjdjestvenski — werd al even functioneel ingezet. Kortom, Michail Jurowski behoort niet alleen tot het genre van de betere dirigent, we mogen en durven hier gerust te stellen dat hij tot de absolute top behoort. 

Aangezien de leiding van het Noord Nederlands Orkest in het voorwoord van het seizoensprogramma 2010-2011 rept van het eigen ensemble als toporkest, mag het ook niet anders zijn dan dat zo'n combinatie — zoals we die vrijdagavond in De Oosterpoort hebben gehoord, en die aanstaande zondag nog eens in De Harmonie van Leeuwarden te horen valt — de fantasie prikkelt en het wensdenken koortsachtig aanstuurt.
Al die inspanningen van de zijde van de musici — en van de staf die dit alles heeft voorbereid — hadden een volle zaal verdiend. Helaas was die niet veel meer dan voor de helft gevuld. De thuisblijvers hadden volstrekt ongelijk, en degenen, die — dit lezende — daarover wellicht enige spijt gevoelen, kunnen zichzelf en de organisatie nog een groot genoegen doen door zondagmiddag in Leeuwarden te gaan luisteren: zij zullen niet worden teleurgesteld.

Net een klasse beter

Hoewel wij zeer ingenomen waren, en dat nog altijd zijn, met de benoeming indertijd van Michel Tabachnik als chef-dirigent van het Noord Nederlands Orkest — en voor wie het seizoen 2010-2011 het laatste in die functie zal zijn —, moet er nu toch langzamerhand worden uitgekeken naar een opvolger; ongetwijfeld is de leiding van het ensemble daar inmiddels druk mee in de weer. Tijdens de concerten in het Beethoven Festival eerder dit jaar, hoorden we geroezemoes over een eventuele opvolging door Stefan Vladar, die bij musici en publiek zeer in de smaak valt, en die 'uitstraalt' dat hij dat ook wel zou willen. Het eerste optreden in het kader van dat festival — met een uitmuntende Eroica — kan zulke geruchten weliswaar verklaren, maar het is en blijft gevaarlijk om af te gaan op één optreden, tenzij alle elementen die voor een dirigent op hoog niveau vereist zijn, zich aandienen. Dat bleek bij Stefan Vladar in de volgende Beethoven-concerten niet het geval: nooit eerder klonk in die zaal en ver daarbuiten zo'n totaal verwilderde Zevende van die geniale Weense grootheid.
Met het besef dat elke vergelijking mank gaat, is het wellicht niet geheel comme il faut om een dirigent die 'Weens repertoire' voorstelt, te vergelijken met een orkestleider die, eveneens tijdens één concert, uitsluitend muziek uit de middenperiode van de twintigste eeuw voorstelt. Maar als we alle kenmerken van de beide hier genoemde dirigenten op een rijtje zetten, blijft Stefan Vladar — zowel qua techniek alsook in wezen en voorkomen op de bok — ver bij Michail Jurowski achter. Jurowski onderscheidt zich van alle betere dirigenten — inclusief Tabachnik — door een muzikanteske gradatie van diep doorleefd gevoel — zeg maar: als vertolker van de onderhuidse, neurotische spanningen —, zoals we die als constante factor in de loop van de laatste zes decennia bij het 'Gronings orkest' alleen maar hebben ondervonden bij Jan van Epenhuysen, Francis Travis, Roberto Benzi en Nikolaj Aleksejev. Kortom, Michail Jurowski is net een klasse beter dan we gewend zijn.

Het is ons, althans op dit moment, niet bekend of Jurowski eventueel beschikbaar is voor de functie van volgende chef-dirigent van het Noord Nederlands Orkest. De leiding van het ensemble zou er in ieder geval goed aan doen werk te maken van een vervolg in grotere omvang dan tijdens het komende seizoen, waarin Michail Jurowski — eind september, begin oktober van dit jaar — opnieuw een werk van Dmitri Sjostakovitsj met het NNO zal uitvoeren: de Tiende Symfonie.
____________
Afbeeldingen
1. Dirigent Michail Jurowski. (Foto overgenomen van diens website.)
2. Componist Dmitri Sjostakovitsj als relatief jonge man.

Geen opmerkingen: