Voor en tegen in evenwicht
Vrij snel na de publicatie van ons artikel van 16 mei over eventuele Kunst langs de Paddpoelsterweg binnen het stadsgebied, als onderdeel van de route die nationale bekendheid geniet als het Pieterpad, kwamen er reacties bij mij binnen, zowel mondeling, alsook telefonisch, en niet in de laatste plaats langs de weg der elektronische post. Het aantal reacties tot op dit moment is te klein voor een definitieve beoordeling van de omvang van de stemming dienaangaande, dat wil zeggen: de verhouding tussen het aantal voorstanders en dat van degenen die er mordicus tegen zijn.
Om hier nu maar direct een misverstand uit de weg te ruimen: ik ben niet de initiatiefnemer van een eventueel Project Kunst langs de Paddepoelsterweg, zoals omschreven in het artikel in kwestie. De titel heeft dat kennelijk doen vermoeden, vooral vanwege het woord gewenst daarin. Maar ook als de schrijver van een artikel iets helemaal niet persoonlijk wenst of beslist noodzakelijk vindt, blijft het gebruik van de term aanvaardbaar als blijkt dat anderen een dergelijke invulling wel gewenst vinden. Ik behoor niet tot de groep die zo nodig kunst langs die route wenst. Voor mij is het vele groen een zegen, maar ik ben evenmin een fervente tegenstander van de gedachte om er kunst aan te treffen, aangezien ik de charme ervan passief wel kan inzien, mits op de juiste wijze vormgegeven. En men zou als tussenvorm ook nog kunnen komen tot een kleine, ruim gespreide hoeveelheid kunstwerken, welke volstrekt in het kader passen.
Tegenstemmen
Een noordelijke publicist, die mij in particuliere correspondentie liet weten dat er reeds een kunstwerk te vinden is, en dat het daar maar bij moet blijven. Een respectabel standpunt, lijkt me. Maar dat betekent niet per definitie dat een daaraan volstrekt tegengestelde mening niet respectabel zou zijn of zelfs het overwegen waard. Als we de blik richten naar het Noorderplantsoen, is daar aan de Noorderbinnensingel, vlakbij de Nieuwe Ebbingestraat, reeds geruime tijd een Oeros te vinden, die relatief weerbestendig lijkt. Tussen dat vele groen is er geen sprake van een storend element tussen het vele groen.
Laat het duidelijk zijn: de structuur van het Noorderplantsoen is niet die van de Paddepoelsterweg, waardoor een vergelijking per definitie mank gaat, maar op laatstgenoemde locatie vinden we hoogspanningsmasten, die de eerstkomende eeuw vast niet onder de grond zullen verdwijnen, mede als gevolg van de financieel-economische crisis.
Ook een in onze buurt actieve bewoner schreef mij een mail met inhoud van gelijke strekking, doch ook hij ging er van uit dat ik de plannen zou hebben bedacht.
Voorstanders
Ik heb in het artikel van 16 mei reeds laten weten dat enkele kunstenaars die wonen en werken in de Trefkoel, zeer enthousiast reageerden op de mededeling dat er over dergelijke plannen werd gesproken. Wel heb ik die opgetogen mensen laten weten er zelf enigszins verbaasd te zijn nu er zal worden beknibbeld op vrijwel alles wat in de ogen van onze machthebbers niet direct tot de eerste levensbehoeften behoort. Dat de kunsten — de cultuur in het algemeen — daar altijd heel direct onder te lijden heeft als het om toekenning van subsidies gaat, is een decennialang bekend fenomeen, maar een al even lang foutieve instelling, aangezien in tijden van werkloosheid juist kunst en cultuur er (mede) voor kunnen zorgen dat niet nog meer mensen ook werkeloos worden naast hun werkloos zijn. Dat is nu eenmaal het grootste potentieel dat kunst in en met zich draagt: het vermogen tot activeren.
Kunst van buiten de wijk
Er meldde zich ook nog een beeldend kunstenares van buiten Groningen, die binnen haar werk stukken heeft, waarvan er in ieder geval één heel goed zou kunnen passen — volgens haarzelf in ieder geval — in het landschap in kwestie. Dezer dagen verschijnt op onze zustersite Tempel der Beeldende Kunsten een bijdrage over haar werk en haar galerie in de provincie.
Eén van degenen die onmiddellijk een eigen project wist dat in het landschap zou passen, is met het verhaal naar haar docent van Minerva gestapt, die het een grandioos idee vond en daar wel mogelijkheden ziet.
Iemand die mij meer dan eens op het thema heeft aangesproken, meldde dat kunstenaars die in het kader passend werk hadden staan, dit ook best in bruikleen zouden kunnen afstaan als het zou betekenen dat er om financiële redenen van een dergelijk project niets terecht zou kunnen komen.
Over al dergelijke aspecten van een eventueel project zou de bevoegde kunstcommissie van wijk of stadsdeel in kwestie zich nader kunnen beraden.
(wordt ongetwijfeld vervolgd)
zondag 30 mei 2010
dinsdag 25 mei 2010
Inleiding op, en muziek uit, de Leidse Koorboeken
Première in Groningen
Aanstaande vrijdag, 28 mei, 's avonds vanaf 20:15 uur, zal in de Martinikerk te Groningen de première worden verzorgd van een concert dat is samengesteld uit delen van de Leidse Koorboeken: muziek die al vier en halve eeuw niet meer is uitgevoerd. Het Egidius Kwartet heeft het aangedurfd om — gedurende de komende zes jaar — een reeks concerten te geven, verspreid over ons land, bij voorkeur in de zogeheten Getijden-kerken.
Het concert zal worden gegeven in vijf steden, te beginnen in Groningen. De twee opeenvolgende dagen, alsmede twee dagen in de week na deze zal in de overige vier steden deze bijzondere muziek ten gehore gebracht worden.
Inleiding
Op woensdag 26 mei zal, vanaf 20:00 uur, in de kapel van de Martinikerk in Stad een inleiding op de inhoud en de betekenis van de Leidse Koorboeken worden gegeven. Dit gebeurt door middel van een lezing, die is toegespitst op die koorboeken in relatie tot de zangpraktijk in de zestiende eeuw in de Martinikerk van Groningen. Jan Luth, hoogleraar aan de theologische faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen, en Peter de Groot, artistiek leider van het Egidius Kwartet verzorgen die lezing. De toegang is gratis, en dat geldt eveneens voor de consumptie in de pauze.
Voor het concert moet echter wel entree worden betaald. De stoelen zijn verdeeld over twee rangen. Voorbespreking kan via de website van de Leidse Koorboeken.
Meer info
Op genoemde website — die u via aanklikken van het hierboven gekenmerkte woord op uw scherm kunt laten verschijnen — staat meer informatie, ook kunt u een afbeelding van de schitterende koorboeken zien. In een YouTube-filmpje van negen minuten — dat op de site is opgenomen — kunt u nog meer aan de weet komen bij monde van Peter de Groot, en dat is mooi voor al degenendie niet persoonlijk naar de inleiding kunnen komen en voor hen die per definitie meer willen weten over dit 'gigantische project', waarover we op deze site en op onze zustersites en gelieerde elektronische publicaties meer zullen openbaren.
Aanstaande vrijdag, 28 mei, 's avonds vanaf 20:15 uur, zal in de Martinikerk te Groningen de première worden verzorgd van een concert dat is samengesteld uit delen van de Leidse Koorboeken: muziek die al vier en halve eeuw niet meer is uitgevoerd. Het Egidius Kwartet heeft het aangedurfd om — gedurende de komende zes jaar — een reeks concerten te geven, verspreid over ons land, bij voorkeur in de zogeheten Getijden-kerken.
Het concert zal worden gegeven in vijf steden, te beginnen in Groningen. De twee opeenvolgende dagen, alsmede twee dagen in de week na deze zal in de overige vier steden deze bijzondere muziek ten gehore gebracht worden.
Inleiding
Op woensdag 26 mei zal, vanaf 20:00 uur, in de kapel van de Martinikerk in Stad een inleiding op de inhoud en de betekenis van de Leidse Koorboeken worden gegeven. Dit gebeurt door middel van een lezing, die is toegespitst op die koorboeken in relatie tot de zangpraktijk in de zestiende eeuw in de Martinikerk van Groningen. Jan Luth, hoogleraar aan de theologische faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen, en Peter de Groot, artistiek leider van het Egidius Kwartet verzorgen die lezing. De toegang is gratis, en dat geldt eveneens voor de consumptie in de pauze.
Voor het concert moet echter wel entree worden betaald. De stoelen zijn verdeeld over twee rangen. Voorbespreking kan via de website van de Leidse Koorboeken.
Meer info
Op genoemde website — die u via aanklikken van het hierboven gekenmerkte woord op uw scherm kunt laten verschijnen — staat meer informatie, ook kunt u een afbeelding van de schitterende koorboeken zien. In een YouTube-filmpje van negen minuten — dat op de site is opgenomen — kunt u nog meer aan de weet komen bij monde van Peter de Groot, en dat is mooi voor al degenendie niet persoonlijk naar de inleiding kunnen komen en voor hen die per definitie meer willen weten over dit 'gigantische project', waarover we op deze site en op onze zustersites en gelieerde elektronische publicaties meer zullen openbaren.
Labels:
kerkmuziek 16de eeuw,
Leidse Koorboeken
zondag 16 mei 2010
Kunstwerken gewenst voor stadsgedeelte — Paddepoelsterweg — van de route Pieterpad
Deels "saaie route"
Uit tientallen landen heeft ze in die laatste periode van haar bestaan gasten ontvangen, maar een kleine helft van alle gasten bestond uit de toen zo genoemde Pieterpadders, die ook graag over hun tocht, van noord naar zuid of andersom, vertelden. Een veel gehoorde klacht in die beginjaren betrof de slechte, respectievelijk geheel ontbrekende, bewegwijzering.
Sedert februari 1967 woon ik in de noordelijke wijk De Paddepoel van Groningen Stad. Dat betekent dat ik heb meegemaakt dat de toeristische route van het landelijk, vanwege de zeehondencrèche, bekende Pieterburen in het noorden van de provincie naar de Sint-Pietersberg in Maastricht en/of vice versa, het zogenoemde Pieterpad werd ontwikkeld, een uitstekend initiatief dat algemeen waardering ondervond.
In de laatste jaren van haar leven is mijn moeder, woonachtig aan de Avondsterlaan, kort voor haar tachtigste, nog een bed and breakfast-pension begonnen, en wel om twee hoofdredenen: als plotseling alleenstaande — op haar zesenzeventigste besefte ze dat ze voor het eerst een dag alleen was. Voordien had ze altijd een man en een vader, later aangevuld met kinderen, om zich heen gehad. Toen ze eens in de Groninger Gezinsbode een artikel las waarin de leiding van de stedelijke VVV klaagde over een gebrek aan adressen voor — veelal één keer, maar niet zelden meer — overnachting, besloot ze om zich daarvoor aan te melden en op die manier de leegte in haar relatief grote woning aan en op te vullen en daarmee meer invulling aan haar eigen leven te geven. Vrijwel onmiddellijk nadat de afspraken met de VVV waren afgerond, kwamen er gasten, en iets te klagen heeft ze eigenlijk nooit gehad — sterker nog: ze beleefde er veel genoegen aan, en ze werd daardoor tevens veel draaglijker in de omgang.
"Pieterpadders"In de laatste jaren van haar leven is mijn moeder, woonachtig aan de Avondsterlaan, kort voor haar tachtigste, nog een bed and breakfast-pension begonnen, en wel om twee hoofdredenen: als plotseling alleenstaande — op haar zesenzeventigste besefte ze dat ze voor het eerst een dag alleen was. Voordien had ze altijd een man en een vader, later aangevuld met kinderen, om zich heen gehad. Toen ze eens in de Groninger Gezinsbode een artikel las waarin de leiding van de stedelijke VVV klaagde over een gebrek aan adressen voor — veelal één keer, maar niet zelden meer — overnachting, besloot ze om zich daarvoor aan te melden en op die manier de leegte in haar relatief grote woning aan en op te vullen en daarmee meer invulling aan haar eigen leven te geven. Vrijwel onmiddellijk nadat de afspraken met de VVV waren afgerond, kwamen er gasten, en iets te klagen heeft ze eigenlijk nooit gehad — sterker nog: ze beleefde er veel genoegen aan, en ze werd daardoor tevens veel draaglijker in de omgang.
Uit tientallen landen heeft ze in die laatste periode van haar bestaan gasten ontvangen, maar een kleine helft van alle gasten bestond uit de toen zo genoemde Pieterpadders, die ook graag over hun tocht, van noord naar zuid of andersom, vertelden. Een veel gehoorde klacht in die beginjaren betrof de slechte, respectievelijk geheel ontbrekende, bewegwijzering.
Zelf fietste ik in die dagen veel langs het gedeelte van de route in kwestie en veel van degenen die over de Paddepoelsterweg liepen, hadden het maar wat druk met kaartlezen. En heel dikwijls ben ik naar de (toen onbekende) weg gevraagd. De gemeente heeft binnen de eigen grenzen vrij snel voor een behoorlijke bewegwijzering gezorgd, waardoor de lopers ook nog een stuk van het Noorderplantsoen 'meekregen'.
De laatste tijd bereiken mij — ook al heb ik nu veel minder op enigerlei wijze contact met één of meer Pieterpadders — klachten over de route vanaf de stadsgrens bij de brug over het Van Starkenborghkanaal naar de Eikenlaan. Deze wordt veelal als saai ervaren. Hoewel de Paddepoelsterweg wordt omgeven door veel groen en men er grazende koeien, paarden en schapen kan zien, zou die ruimte zich uitstekend lenen voor een aardig aantal weer- en vandaalbestendige kunstwerken. Vanzelfsprekend kan ook worden gedacht aan andersoortige, eenmalige of regelmatige invulling met andere kunstuitingen dan 'beelden' en aanverwants.
Groot potentieel in eigen wijken
Direct bij de brug over genoemd water staat, richting centrum aan de linkerzijde, nog het voormalige brugwachtershuis en op het perceel aansluitend een boerderij, die nog wordt bewoond en waar zich ook nog dieren bevinden. De oude boerin rijdt zelf, met ware doodsverachting, op een zware tractor. Maar dan komt er een stuk — tot aan de bebossing rondom het Selwerderhof — dat zich uitstekend zou lenen voor een kunstwerk, en dat geldt ook voor de drie percelen groene grond tegenover de gracht die Selwerderhof en Crematorium deels omgeeft: daar waar ooit een Galgenveldje was gevestigd.
Juist daar zouden kunstwerken niet alleen de wandelaars en andere gebruikers van de Paddepoelsterweg een extra prikkeling met herinneringen aan deze Stad kunnen geven, maar er zou meteen een impuls kunnen uitgaan naar de in de wijken De Paddepoel en Selwerd woonachtige, respectievelijk werkzame, kunstenaars.
Salustiano Martha [1] zegt dat hij het, mede voor zijn cursisten, een grandioos idee vindt, en meer van degenen die thans in het complex Trefkoel wonen en werken, zien zoiets als een uitdaging. Gerry, die in het voormalige filiaal van de Openbare Bibliotheek woont, werkt aan een project met uitvergrote microben, die op dat veld en elders in het klein maar tegelijkertijd in groten getale aanwezig zijn, zij het niet zichtbaar voor het blote oog.
Nu er werk wordt gemaakt van meer communicatie tussen overheid en burgerij, en dat op woensdag 19 mei vanaf 11:00 uur in de Vensterschool aan de Eikenlaan (zaal De Sonde) een eerste aanzet krijgt door middel van de lancering van de eerste wijkwebsite [2] — waarvoor burgemeester Peter Rehwinkel naar onze noordelijke stadwijken komt—, kunnen ideeën vanuit de wijk ook veel directer onder de aandacht van de verantwoordelijken voor de wijken worden gebracht.
_________
Nu er werk wordt gemaakt van meer communicatie tussen overheid en burgerij, en dat op woensdag 19 mei vanaf 11:00 uur in de Vensterschool aan de Eikenlaan (zaal De Sonde) een eerste aanzet krijgt door middel van de lancering van de eerste wijkwebsite [2] — waarvoor burgemeester Peter Rehwinkel naar onze noordelijke stadwijken komt—, kunnen ideeën vanuit de wijk ook veel directer onder de aandacht van de verantwoordelijken voor de wijken worden gebracht.
_________
[1] Zie daartoe ons artikel, gedateerd 25 februari 2009, over deze kunstenaar en zijn Atelier Zonneschijn, gevestigd in dat gedeelte van de Trefkoel waar eertijds de Basiseenheid West van de Regiopolitie Groningen Stad en daarna een deel van het filiaal van de Openbare Bibliotheek was gevestigd. Zie voorts onze bijdrage van 15 april 2010 over Salustiano Martha's projecten voor de wijken Selwerd en De Paddpoel.
[2] Dit is een zogenaamd pilot project; de gemeente wil in de 20 stadswijken per wijk zo'n website invoeren, en op 19 mei wordt het officiële startsein gegeven, maar de website van de wijk De Paddepoel is reeds te consulteren onder
www.paddepoel.info
____________
Afbeeldingen
1. Kaart van het Pieterpad tussen Pieterburen in het Noorden van onze provincie, en de Sint-Pietersberg bij Maastricht.
_______________
Naschrift 22 mei
Een eerste inventarisatie van de reacties — zoals die bij mij langs elektronische weg zijn binnengekomen, gevoegd bij die welke mij mondeling en telefonisch hebben bereikt — maakt duidelijk dat er vooralsnog twee richtingen zijn, welke lijnrecht tegenover elkaar staan.
Enerzijds zijn er mensen die mordicus tegen een dergelijk plan zijn — dat overigens niet van mij stamt, maar wel door mij wordt gesignaleerd; ik zelf zie de noodzaak niet, maar ben er evenmin tegen als er op de juiste manier een selectie zou worden gemaakt uit datgene wat op de aangegeven locatie zou kunnen passen — en aan de andere kant zijn er laaiend enthousiaste mensen, die allen met beeldende kunsten te maken hebben. Dat laatste is begrijpelijk, aangezien die in een dergelijk project — dat overigens nog helemaal geen vaste vorm heeft gekregen en het op dit moment niet eens duidelijk is of het die ooit zal krijgen — mogelijkheden zien voor hun eigen projecten, al dan niet gekoppeld aan het eigen 'winkeltje'.
____________
Afbeeldingen
1. Kaart van het Pieterpad tussen Pieterburen in het Noorden van onze provincie, en de Sint-Pietersberg bij Maastricht.
_______________
Naschrift 22 mei
Een eerste inventarisatie van de reacties — zoals die bij mij langs elektronische weg zijn binnengekomen, gevoegd bij die welke mij mondeling en telefonisch hebben bereikt — maakt duidelijk dat er vooralsnog twee richtingen zijn, welke lijnrecht tegenover elkaar staan.
Enerzijds zijn er mensen die mordicus tegen een dergelijk plan zijn — dat overigens niet van mij stamt, maar wel door mij wordt gesignaleerd; ik zelf zie de noodzaak niet, maar ben er evenmin tegen als er op de juiste manier een selectie zou worden gemaakt uit datgene wat op de aangegeven locatie zou kunnen passen — en aan de andere kant zijn er laaiend enthousiaste mensen, die allen met beeldende kunsten te maken hebben. Dat laatste is begrijpelijk, aangezien die in een dergelijk project — dat overigens nog helemaal geen vaste vorm heeft gekregen en het op dit moment niet eens duidelijk is of het die ooit zal krijgen — mogelijkheden zien voor hun eigen projecten, al dan niet gekoppeld aan het eigen 'winkeltje'.
woensdag 12 mei 2010
De stand van zaken in de Trefkoel vandaag de dag
Het lag niet in de bedoeling om, in mijn vorige artikel over de Trefkoel, een complete inventarisatie te geven, maar meer een impressie van anno toen. Vanzelfsprekend is de onder het eerste artikel geplaatste opsomming van Derk Jaap Bessem verhelderend.
Veel belangrijker dan het verleden is echter de vraag of er thans niet op alle denkbare niveaus zou moeten worden gekeken naar mogelijkheden die een voortbestaan van het complex kunnen garanderen, met kunst en cultuur daarbij als voornaamste functie, welke vooral zou kunnen worden ingevuld door het grootste gedeelte van de huidige gebruikers van de ruimten.
Gelet op de economische situatie nu en in de nabije toekomst, ziet het er niet naar uit dat er snel iets nieuws kan worden gerealiseerd, en dan zou sloop een verschrikking in alle opzichten betekenen. Want voordat er dan iets nieuws zal worden gebouwd op die plek.....
De huidige situatie kan echter nog op allerlei fronten worden verbeterd, in vele van die gevallen met kleine ingrepen, zoals aanpassing op het dak, van de lichtkast voor het logo — daarvan is er nog een buiten dat boven de doorloop vanaf de Zonnelaan — of het verwijderen daarvan. Het complex vervult immers niet meer de functie voor drie stadswijken zoals dat anno toen het geval was.
De hoge kosten voor verwarming kunnen enigszins worden opgevangen door het plaatsen van voorzetramen, want alle vensters zijn voorzien van enkel glas, aangezien men de plannen vier decennia geleden al rond had.
Als je ziet hoe men daar twee weekeinden achtereen met vijftien mensen bezig is geweest en wat daarmee aan de buitenkant is bereikt, zouden enkele vervolgweekeinden in die sfeer nog veel meer kunnen bewerkstelligen.
De wijkbewoners die de Trefkoel als doorlooproute gebruiken, bleken allen even opgetogen over wat die bewoners deden ter verbetering van de verre van ideale situatie, die uiteraard mede op basis van veel onzekerheid ten aanzien van de (nabije) toekomst is ontstaan. Er is immers niet zelden onprettig over het gebouw gesproken in de wijk — hoe dichter bij de mensen in kwestie woonden, hoe negatiever. Dat is in een paar weken tijd omgeslagen ten faveure, en als de huidige gebruikers op de ingeslagen weg — die van verbeteringen aanbrengen — voortgaan, zal de weerstand tegen voortbestaan van het complex, in ieder geval binnen de wijk zelf, tot een minimum worden gereduceerd.
____________
Afbeeldingen
1. Wat een verfje rood en een verfje zwart niet al kan doen ter verfraaiing. Zo ziet de voorzijde (Zonnelaankant) van de Trefkoel er uit nadat vijftien bewoners/gebruikers een tweede zaterdag aan de slag zijn geweest. Boven de doorloop naar het binnenplein, en vervolgens naar de Capellastraat, ziet u een spandoek met daarop de link voor de nieuwe wijkwebsite.
2. Het binnenplein na de opknapbeurt. Hier bevond zich in de beginperiode — de jaren zeventig — een waarachtige zitkuil: de trefkoel.
(Foto's door Feiko van der Veen: http://drveno.smugmug.com/Nederland-steden/paddepoel/11439552_HQmY5#806224809_ngiXX)
Veel belangrijker dan het verleden is echter de vraag of er thans niet op alle denkbare niveaus zou moeten worden gekeken naar mogelijkheden die een voortbestaan van het complex kunnen garanderen, met kunst en cultuur daarbij als voornaamste functie, welke vooral zou kunnen worden ingevuld door het grootste gedeelte van de huidige gebruikers van de ruimten.
Gelet op de economische situatie nu en in de nabije toekomst, ziet het er niet naar uit dat er snel iets nieuws kan worden gerealiseerd, en dan zou sloop een verschrikking in alle opzichten betekenen. Want voordat er dan iets nieuws zal worden gebouwd op die plek.....
De huidige situatie kan echter nog op allerlei fronten worden verbeterd, in vele van die gevallen met kleine ingrepen, zoals aanpassing op het dak, van de lichtkast voor het logo — daarvan is er nog een buiten dat boven de doorloop vanaf de Zonnelaan — of het verwijderen daarvan. Het complex vervult immers niet meer de functie voor drie stadswijken zoals dat anno toen het geval was.
De hoge kosten voor verwarming kunnen enigszins worden opgevangen door het plaatsen van voorzetramen, want alle vensters zijn voorzien van enkel glas, aangezien men de plannen vier decennia geleden al rond had.
Als je ziet hoe men daar twee weekeinden achtereen met vijftien mensen bezig is geweest en wat daarmee aan de buitenkant is bereikt, zouden enkele vervolgweekeinden in die sfeer nog veel meer kunnen bewerkstelligen.
De wijkbewoners die de Trefkoel als doorlooproute gebruiken, bleken allen even opgetogen over wat die bewoners deden ter verbetering van de verre van ideale situatie, die uiteraard mede op basis van veel onzekerheid ten aanzien van de (nabije) toekomst is ontstaan. Er is immers niet zelden onprettig over het gebouw gesproken in de wijk — hoe dichter bij de mensen in kwestie woonden, hoe negatiever. Dat is in een paar weken tijd omgeslagen ten faveure, en als de huidige gebruikers op de ingeslagen weg — die van verbeteringen aanbrengen — voortgaan, zal de weerstand tegen voortbestaan van het complex, in ieder geval binnen de wijk zelf, tot een minimum worden gereduceerd.
____________
Afbeeldingen
1. Wat een verfje rood en een verfje zwart niet al kan doen ter verfraaiing. Zo ziet de voorzijde (Zonnelaankant) van de Trefkoel er uit nadat vijftien bewoners/gebruikers een tweede zaterdag aan de slag zijn geweest. Boven de doorloop naar het binnenplein, en vervolgens naar de Capellastraat, ziet u een spandoek met daarop de link voor de nieuwe wijkwebsite.
2. Het binnenplein na de opknapbeurt. Hier bevond zich in de beginperiode — de jaren zeventig — een waarachtige zitkuil: de trefkoel.
(Foto's door Feiko van der Veen: http://drveno.smugmug.com/Nederland-steden/paddepoel/11439552_HQmY5#806224809_ngiXX)
zaterdag 8 mei 2010
NNO op topniveau onder Michail Jurowski
Oorlog en de gevolgen symfonisch verklankt
In de grote zaal van het cultuurcentrum De Oosterpoort heeft het Noord Nederlands Orkest vrijdag 7 mei het eerste van twee identieke concerten gegeven onder leiding van Michail Jurowski, een dirigent van grote klasse, zoals heel snel bleek. Tijdens de eerste maten van Penderecki's Threnody voor 52 strijkers was dat niet alleen te horen, maar eveneens te zien. Dat opus dirigeerde Jurowski zonder stok, maar zijn sobere, suggestieve en aan duidelijkheid niets te wensen overlatende slag met de rechterhand — waarbij diens linkerhand heel goed wist wat dat andere, gelijkwaardige lichaamsdeel deed — verried zijn voorbeeld: Gennadi Rozjdjestvenski: Рождественский, hetgeen overigens het Russische adjectief voor kerst- is. Die Rus wordt door tal van critici als de beste dirigent ter wereld beschouwd. Hoewel zoiets uiteraard moeilijk te bepalen valt, is het ook geen epitheton ornans dat je direct doet steigeren.
Vervolgens kregen we een voortreffelijke solopartij van Anastasia Goldberg te horen in het filmische Warsaw Concerto uit 1941, met een dienovereenkomstige begeleiding, waarin details naar voren werden gehaald zoals we die nooit eerder hebben gehoord in het flutwerkje dat buiten het concertbedrijf dient te blijven. Als begeleidende muziek voor de film in kwestie functioneert die muziek uitstekend maar zonder die bewegende beelden is het slechts gruwelkitsch in de trant van Rachmaninovs, evenzeer banale, werken voor piano en orkest.
Sjostakovitsj' Zevende Symfonie
Gezien de reputatie van Michail Jurowski en zijn functioneren in de beide bovengenoemde stukken, hadden we, na die inleidende werken, nog grotere verwachtingen van het optreden van de — uitermate gelukkig gebleken — combinatie van dit orkest met die dirigent. De 104 instrumentalisten werden in Sjostakovitsj' Zevende op fenomenale wijze aangestuurd door Jurowski, die op de bok, voornamelijk zittend op een gasgeveerde stoel, zijn werk deed, en hoe. Zelfs in de breed opgezette, zeer veel decibels producerende, gedeelten bleef Jurowski fijnzinnig door met een vinger, een kort gebaar, precies dat aan de musici te ontlokken wat de componist wenste en de kenners van diens muziek graag horen: een uiterste aan concentratie, intensiteit en spanning. De verhoudingen binnen het orkest waren ideaal: zestig strijkers — in de klassieke samensteling 16, 14, 12, 10, 8 — tegenover dertien houtblazers en éénentwintig koperblazers, twee harpen, piano en zeven bespelers van een ruime batterij slagwerk. Jurowski had de koperblazers verdeeld over de uiterste hoeken van het podium: drie trompetten, drie trombones en de tuba uiterst rechts (vanuit de zaal gezien) en drie trompetten met drie trombones uiterst links achter de acht hoorns. De soms licht sabelende stok van de dirigent — geheel in de trant van eerder genoemde Rozjdjestvenski — werd al even functioneel ingezet. Kortom, Michail Jurowski behoort niet alleen tot het genre van de betere dirigent, we mogen en durven hier gerust te stellen dat hij tot de absolute top behoort.
Aangezien de leiding van het Noord Nederlands Orkest in het voorwoord van het seizoensprogramma 2010-2011 rept van het eigen ensemble als toporkest, mag het ook niet anders zijn dan dat zo'n combinatie — zoals we die vrijdagavond in De Oosterpoort hebben gehoord, en die aanstaande zondag nog eens in De Harmonie van Leeuwarden te horen valt — de fantasie prikkelt en het wensdenken koortsachtig aanstuurt.
Al die inspanningen van de zijde van de musici — en van de staf die dit alles heeft voorbereid — hadden een volle zaal verdiend. Helaas was die niet veel meer dan voor de helft gevuld. De thuisblijvers hadden volstrekt ongelijk, en degenen, die — dit lezende — daarover wellicht enige spijt gevoelen, kunnen zichzelf en de organisatie nog een groot genoegen doen door zondagmiddag in Leeuwarden te gaan luisteren: zij zullen niet worden teleurgesteld.
Net een klasse beter
Hoewel wij zeer ingenomen waren, en dat nog altijd zijn, met de benoeming indertijd van Michel Tabachnik als chef-dirigent van het Noord Nederlands Orkest — en voor wie het seizoen 2010-2011 het laatste in die functie zal zijn —, moet er nu toch langzamerhand worden uitgekeken naar een opvolger; ongetwijfeld is de leiding van het ensemble daar inmiddels druk mee in de weer. Tijdens de concerten in het Beethoven Festival eerder dit jaar, hoorden we geroezemoes over een eventuele opvolging door Stefan Vladar, die bij musici en publiek zeer in de smaak valt, en die 'uitstraalt' dat hij dat ook wel zou willen. Het eerste optreden in het kader van dat festival — met een uitmuntende Eroica — kan zulke geruchten weliswaar verklaren, maar het is en blijft gevaarlijk om af te gaan op één optreden, tenzij alle elementen die voor een dirigent op hoog niveau vereist zijn, zich aandienen. Dat bleek bij Stefan Vladar in de volgende Beethoven-concerten niet het geval: nooit eerder klonk in die zaal en ver daarbuiten zo'n totaal verwilderde Zevende van die geniale Weense grootheid.
Met het besef dat elke vergelijking mank gaat, is het wellicht niet geheel comme il faut om een dirigent die 'Weens repertoire' voorstelt, te vergelijken met een orkestleider die, eveneens tijdens één concert, uitsluitend muziek uit de middenperiode van de twintigste eeuw voorstelt. Maar als we alle kenmerken van de beide hier genoemde dirigenten op een rijtje zetten, blijft Stefan Vladar — zowel qua techniek alsook in wezen en voorkomen op de bok — ver bij Michail Jurowski achter. Jurowski onderscheidt zich van alle betere dirigenten — inclusief Tabachnik — door een muzikanteske gradatie van diep doorleefd gevoel — zeg maar: als vertolker van de onderhuidse, neurotische spanningen —, zoals we die als constante factor in de loop van de laatste zes decennia bij het 'Gronings orkest' alleen maar hebben ondervonden bij Jan van Epenhuysen, Francis Travis, Roberto Benzi en Nikolaj Aleksejev. Kortom, Michail Jurowski is net een klasse beter dan we gewend zijn.
Het is ons, althans op dit moment, niet bekend of Jurowski eventueel beschikbaar is voor de functie van volgende chef-dirigent van het Noord Nederlands Orkest. De leiding van het ensemble zou er in ieder geval goed aan doen werk te maken van een vervolg in grotere omvang dan tijdens het komende seizoen, waarin Michail Jurowski — eind september, begin oktober van dit jaar — opnieuw een werk van Dmitri Sjostakovitsj met het NNO zal uitvoeren: de Tiende Symfonie.
____________
Afbeeldingen
1. Dirigent Michail Jurowski. (Foto overgenomen van diens website.)
2. Componist Dmitri Sjostakovitsj als relatief jonge man.
In de grote zaal van het cultuurcentrum De Oosterpoort heeft het Noord Nederlands Orkest vrijdag 7 mei het eerste van twee identieke concerten gegeven onder leiding van Michail Jurowski, een dirigent van grote klasse, zoals heel snel bleek. Tijdens de eerste maten van Penderecki's Threnody voor 52 strijkers was dat niet alleen te horen, maar eveneens te zien. Dat opus dirigeerde Jurowski zonder stok, maar zijn sobere, suggestieve en aan duidelijkheid niets te wensen overlatende slag met de rechterhand — waarbij diens linkerhand heel goed wist wat dat andere, gelijkwaardige lichaamsdeel deed — verried zijn voorbeeld: Gennadi Rozjdjestvenski: Рождественский, hetgeen overigens het Russische adjectief voor kerst- is. Die Rus wordt door tal van critici als de beste dirigent ter wereld beschouwd. Hoewel zoiets uiteraard moeilijk te bepalen valt, is het ook geen epitheton ornans dat je direct doet steigeren.
Vervolgens kregen we een voortreffelijke solopartij van Anastasia Goldberg te horen in het filmische Warsaw Concerto uit 1941, met een dienovereenkomstige begeleiding, waarin details naar voren werden gehaald zoals we die nooit eerder hebben gehoord in het flutwerkje dat buiten het concertbedrijf dient te blijven. Als begeleidende muziek voor de film in kwestie functioneert die muziek uitstekend maar zonder die bewegende beelden is het slechts gruwelkitsch in de trant van Rachmaninovs, evenzeer banale, werken voor piano en orkest.
Sjostakovitsj' Zevende Symfonie
Gezien de reputatie van Michail Jurowski en zijn functioneren in de beide bovengenoemde stukken, hadden we, na die inleidende werken, nog grotere verwachtingen van het optreden van de — uitermate gelukkig gebleken — combinatie van dit orkest met die dirigent. De 104 instrumentalisten werden in Sjostakovitsj' Zevende op fenomenale wijze aangestuurd door Jurowski, die op de bok, voornamelijk zittend op een gasgeveerde stoel, zijn werk deed, en hoe. Zelfs in de breed opgezette, zeer veel decibels producerende, gedeelten bleef Jurowski fijnzinnig door met een vinger, een kort gebaar, precies dat aan de musici te ontlokken wat de componist wenste en de kenners van diens muziek graag horen: een uiterste aan concentratie, intensiteit en spanning. De verhoudingen binnen het orkest waren ideaal: zestig strijkers — in de klassieke samensteling 16, 14, 12, 10, 8 — tegenover dertien houtblazers en éénentwintig koperblazers, twee harpen, piano en zeven bespelers van een ruime batterij slagwerk. Jurowski had de koperblazers verdeeld over de uiterste hoeken van het podium: drie trompetten, drie trombones en de tuba uiterst rechts (vanuit de zaal gezien) en drie trompetten met drie trombones uiterst links achter de acht hoorns. De soms licht sabelende stok van de dirigent — geheel in de trant van eerder genoemde Rozjdjestvenski — werd al even functioneel ingezet. Kortom, Michail Jurowski behoort niet alleen tot het genre van de betere dirigent, we mogen en durven hier gerust te stellen dat hij tot de absolute top behoort.
Aangezien de leiding van het Noord Nederlands Orkest in het voorwoord van het seizoensprogramma 2010-2011 rept van het eigen ensemble als toporkest, mag het ook niet anders zijn dan dat zo'n combinatie — zoals we die vrijdagavond in De Oosterpoort hebben gehoord, en die aanstaande zondag nog eens in De Harmonie van Leeuwarden te horen valt — de fantasie prikkelt en het wensdenken koortsachtig aanstuurt.
Al die inspanningen van de zijde van de musici — en van de staf die dit alles heeft voorbereid — hadden een volle zaal verdiend. Helaas was die niet veel meer dan voor de helft gevuld. De thuisblijvers hadden volstrekt ongelijk, en degenen, die — dit lezende — daarover wellicht enige spijt gevoelen, kunnen zichzelf en de organisatie nog een groot genoegen doen door zondagmiddag in Leeuwarden te gaan luisteren: zij zullen niet worden teleurgesteld.
Net een klasse beter
Hoewel wij zeer ingenomen waren, en dat nog altijd zijn, met de benoeming indertijd van Michel Tabachnik als chef-dirigent van het Noord Nederlands Orkest — en voor wie het seizoen 2010-2011 het laatste in die functie zal zijn —, moet er nu toch langzamerhand worden uitgekeken naar een opvolger; ongetwijfeld is de leiding van het ensemble daar inmiddels druk mee in de weer. Tijdens de concerten in het Beethoven Festival eerder dit jaar, hoorden we geroezemoes over een eventuele opvolging door Stefan Vladar, die bij musici en publiek zeer in de smaak valt, en die 'uitstraalt' dat hij dat ook wel zou willen. Het eerste optreden in het kader van dat festival — met een uitmuntende Eroica — kan zulke geruchten weliswaar verklaren, maar het is en blijft gevaarlijk om af te gaan op één optreden, tenzij alle elementen die voor een dirigent op hoog niveau vereist zijn, zich aandienen. Dat bleek bij Stefan Vladar in de volgende Beethoven-concerten niet het geval: nooit eerder klonk in die zaal en ver daarbuiten zo'n totaal verwilderde Zevende van die geniale Weense grootheid.
Met het besef dat elke vergelijking mank gaat, is het wellicht niet geheel comme il faut om een dirigent die 'Weens repertoire' voorstelt, te vergelijken met een orkestleider die, eveneens tijdens één concert, uitsluitend muziek uit de middenperiode van de twintigste eeuw voorstelt. Maar als we alle kenmerken van de beide hier genoemde dirigenten op een rijtje zetten, blijft Stefan Vladar — zowel qua techniek alsook in wezen en voorkomen op de bok — ver bij Michail Jurowski achter. Jurowski onderscheidt zich van alle betere dirigenten — inclusief Tabachnik — door een muzikanteske gradatie van diep doorleefd gevoel — zeg maar: als vertolker van de onderhuidse, neurotische spanningen —, zoals we die als constante factor in de loop van de laatste zes decennia bij het 'Gronings orkest' alleen maar hebben ondervonden bij Jan van Epenhuysen, Francis Travis, Roberto Benzi en Nikolaj Aleksejev. Kortom, Michail Jurowski is net een klasse beter dan we gewend zijn.
Het is ons, althans op dit moment, niet bekend of Jurowski eventueel beschikbaar is voor de functie van volgende chef-dirigent van het Noord Nederlands Orkest. De leiding van het ensemble zou er in ieder geval goed aan doen werk te maken van een vervolg in grotere omvang dan tijdens het komende seizoen, waarin Michail Jurowski — eind september, begin oktober van dit jaar — opnieuw een werk van Dmitri Sjostakovitsj met het NNO zal uitvoeren: de Tiende Symfonie.
____________
Afbeeldingen
1. Dirigent Michail Jurowski. (Foto overgenomen van diens website.)
2. Componist Dmitri Sjostakovitsj als relatief jonge man.
Labels:
Michail Jurowski,
Noord Nederlands Orkest
Abonneren op:
Posts (Atom)