De Tsjechsche organist Jiri Rohel (geboren 1979 te Ostrava), die thans aan het Conservatorium in Groningen studeert bij Theo Jellema (orgel) en Johan Hofman (klavecimbel), presenteert op vrijdag 23 juli tijdens het Tweede Lunchconcert in de Zomerreeks 2010, vijf composities uit een periode van zo'n anderhalve eeuw, waarvan de laatste al meer dan tweeënhalve eeuw geleden werd geschreven.
Ter opening zal de Fantasia in G-groot BWV 572, geschreven vóór 1708 van Johann Sebastian Bach klinken — een repertoirestuk voor menig organist, dat bijna in evenzovele stijlen wordt gespeeld, al is het een door en door Barok-compositie. Het Schnitger/Ahrend-orgel biedt zo'n musicus ruim de gelegenheid zijn kunsten te verklanken. Helaas houdt niet ieder van hen zich aan het door Bach voorgeschreven in het derde gedeelte daarvan.
Jiri Rohel sluit het concert af met eveneens twee stukken van Papa Bach. Eerst klinkt Nun komm der Heiden Heiland (BWV 659 — uit het Orgelbüchlein, Weimar 1713-1717) op de Luther-tekst uit 1524:
Nun komm, der Heiden Heiland,
der Jungfrauen Kind erkannt,
des sich Wunder alle Welt,
Gott solch Geburt ihm bestellt.
De kroon op dit optreden zal worden gezet door de Toccata en Fuga (BWV 538), de Dorische, zo genoemd naar de fuga ervan. Deze werd gecomponeerd tussen 1708 en 1717.
Sweelinck en Froberger
Tussen de drie Bach-composities brengt deze organist nog twee andere werken ten gehore van internationaal befaamde orgelcomponisten. Allereerst de vermaarde Fantasia chromatica van Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621). Johann Jakob Froberger (1616-1667) behoort eveneens tot de canon der grote namen als het om werken voor de Koningin der Instrumenten gaat. Diens suite Auf die Mayerin zal de imposante ruimte van de Martinikerk vrijdagmiddag vullen.