maandag 29 september 2008

Dwarse Boeken — Auteurs ontmoeten critici (3) — Professor Trudy Dehue in debat over Depressies

Het fenomeen depressie
Op donderdag 2 oktober zal — des avonds tussen 20:00 uur en 22:00 uur — in de Centrale Bibliotheek van Groningen, in de Oude Boteringestraat, net zo als de vorige keren, in de Wolters-Noordhoff Zaal, ook nu weer een debat plaatshebben in de reeks Dwarse Boeken, georganiseerd door Dwars Diep — Politiek Cultureel Debatcentrum Groningen. Deze keer in de beurt aan Trudy Dehue, in haar functie van schrijfster van het nog recente boek De Depressie-Epidemie. In het dagelijks leven is mevrouw Dehue hoogleraar Wetenschapstheorie en Wetenschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit van Groningen is. Haar recentelijk verschenen boek heeft enerzijds lovende kritieken en ook andersoortige waardering mogen ontvangen, aan de andere kant is er ook nogal flink tegen geageerd. Op de bewuste Dwars Diep-avond zal de Hooggeleerde Vrouwe in debat gaan met twee referenten, die in het kader van hun werkaamheden eveneens veelvuldig met verschillende aspecten van het verschijnsel depressie worden geconfronteerd. Professor Dehue zal daar op haar weg vinden Heleen Riper van het Trimbos-Instituut voor geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en maatschappelijke zorg. Heleen Riper is nauw betrokken bij diverse landelijke projecten inzake depressie. Daarnaast krijgt Trudy Dehue de gelegenheid de degens te kruisen met Harm Jan Pot, een psychiater die is verbonden aan de kliniek voor Psychiatrie van het Universitair Medisch Centrum in Groningen. Als gespreksleider is de RUG-filosoof Hans Harbers voorzien.
Het debat is weliswaar vrij toegankelijk, maar toch drukken de organisatoren belangstellenden op het hart tijdig te komen, want als de zaal eenmaal vol is, kan er niemand meer bij, en het debat wordt slechts eenmaal gehouden.
__________

Over het boek vindt u nog een bijdrage op onze moedersite Cultuurtempel.
____________
Afbeeldingen
1. Poster waarop het Dwars Diep Debat van donderdag 2 oktober aanstaande wordt aangekondigd, met als blikvanger de pil die zal worden ingenomen: 6 miljoen maal per jaar wordt er door artsen een recept voor uitgeschreven.
2. Trudy Dehue, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen.
3. Voorzijde van het omslag van Trudy Dehue's meest recent verschenen boek, De Depressie-Epidemie, in mei uitgekomen bij Uitgeverij Augustus te Amsterdam (ISBN 978-90-457-0095-3).

dinsdag 23 september 2008

Geprolongeerd: Toeren door De Graanrepubliek — op zaterdag 27 september aanstaande

Wegens succes herhaald
Hoewel het hier niet gaat om een bioscoopfilm waarvan de vertoning, wegens succes, met enige tijd wordt verlengd, is er wel sprake van een kijkdag als aanstaande zaterdag Neerlands schrijver Frank Westerman opnieuw door onze noordelijke Graanrepubliek gaat toeren. De deelnemers krijgen dan, net als nu ruim een half jaar geleden, tekst en uitleg over het gebied dat zij met die deskundige gids bezoeken. Na afloop kan men, voor zover dat gewenst is, het betreffende boek eveneens aanschaffen.
Het enthousiasme dat Frank Westerman en de organisatoren begin maart ten deel gevallen is, heeft Gelly Talsma van De Culturele Onderneming doen besluiten om op 27 september het gebeuren van maart te herhalen. Details met betrekking tot de diverse onderdelen van die dag en over de wijze waarop u zich kunt aanmelden kunt u hier, zeer overzichtelijk gerangschikt, vinden.

dinsdag 16 september 2008

Nog drie dagen te zien: de diverse kunstvormen op de expo 'From China to China' in Galerie MooiMan

Weggewerkte dimensie
Aanstaande vrijdag de 19de, zaterdag de 20ste en zondag de 21ste september zijn ze nog te bezichtigen in Galerie MooiMan te Groningen: flink wat blote mannen, allen door fotograaf Ewoud Broeksma vastgelegd en o zo mannelijk, maar van wie de meesten tegelijkertijd vooral zonder geslachtsdeel lijken. Het ontbreken van dat minimale onderdeel van het wezen man ─ dat veelal als nu juist zo wezenlijk voor zijn sexe wordt beschouwd, en dat dan niet tussen de oren zit, maar in de lagere regionen van diens lichaam: onder de gordel, zullen we maar zeggen ─ was ook één van de thema's die in de korte toespraak die de beeldkunstenaar Jan Griffioen op 3 augustus heeft gehouden ter gelegenheid van de opening van deze tentoonstelling. Opvallend, doch geenszins storend, was daarbij nu juist dat de fraaiste foto's van die Jan Griffioen, die onderdeel van de daaraan voorafgaande expositie in dezelfde ruimte hebben gevormd, tevens mannenlichamen zonder het kenmerkende rumstaafje waren, echter met dit verschil dat het daarbij juist niet opviel. En wellicht is het zelfs zo dat dit bij Ewoud Broeksma's sportfiguren evenmin een opvallend aspect zou hebben gevormd indien niet bijna allen zo nadrukkelijk zonder zichtbaar of zelfs maar gesuggereerd lid aan die lijven met zovele leden waren geweest. De vraag die zich daarbij opdringt, maar die nu vrijwel niet meer eenduidig kan worden beantwoord, is: zou het ook zo opvallend zijn geweest als er slechts enkele van diens foto's waren voorgesteld tussen tal van andere? Overgens hoor je ook nog wel eens fluisteren dat expliciet die gespierde sporters zich zelden geheel bloot willen geven, tenzij in aanwezigheid van collega-sporters. Het ligt voor de hand dat ook in die sfeer de uitzonderingen eerder zullen opvallen.




Ferme jongens, stoere knapen
Eén van Broeksma's grotere foto's is de wielrenner Helmantel, wiens naaktheid nadrukkelijker wordt gekenmerkt door het contrast op zijn lichaam, van lieverlee ontstaan door de tijdens het bedrijven van zijn sport bedekte delen, die roomblank zijn gebleven en de rest, die aan het dag- en zonlicht werd blootgesteld. De esthetiek van die foto zit dan ook zeker niet in het hierin wel tentoongestelde mannelijk lid met scrotum, maar in het door een natuurlijk verloop ontstane contrast.
Dat hier en daar het zogenoemde schaamhaar dan weer wel te zien is, mag mijns inziens niet zo spectaculair heten, aangezien die beharing zelfs in reclames voor herenondergoed nog wel eens wordt getoond. Het blijft dan ook een kwestie van wie, wat, waar, wanneer, waarom. En niet in de laatste plaats hoe. Want probeert u zich nu eens voor te stellen hoe het geschilderde, uiterst pikant-aantrekkelijke zelfportret van René Kuipers ─ dat eerder dit jaar hing in de expositie Noorderlingen in dezelfde Galerie, en tevens te zien op deze site ─ zou lijken zonder de bij die man horende Aanhangsels. Het zou subiet in een volstrekt andere categorie vallen: hetzij als doordenker, hetzij als karikatuur. Dat is bij al die Broeksma-foto's, althans bij elk portret individueel, daarentegen niet het geval. Maar als je die verschillende sporters vrij snel achtereen hebt gezien, kun je je niet alleen het gevoel van gemis voorstellen, zoals dat reeds is verwoord door Jan Griffioen, maar dringt zich dit min of meer op. Al is het onvervulde verlangen waarschijnlijk net anders getint dan bij hem. Maar dat verschil in beleving heeft wellicht meer dan één oorzaak: ik ben immers geen beroepsfotograaf die artistieke portretten creëert.

Naar China en terug
Doordat de expositie de titel From China to China draagt, zal voor zelfs degenen die het fenomeen sport totaal mijden, een link naar de commerciële Spelen in Beijing niet zijn ontgaan, en zelfs zullen de meesten, zo niet allen, hebben begrepen dat daar iets aan de hand was met getrainde lichamen en een veelal onzinnige prestatiedrang, gevoed door anabole steroïden en ander gevaarlijk spul om in te nemen, maar wel met een tijdelijke piek in de adrenalineproductie. Anderzijds speelde de gedachte aan flink wat Nederlandse beschuit met veel ingebakken cyaankali als geschenk voor de eigen volk onderdrukkende dicatatoren van het communistische bewind. Mensen ─ niet zelden zeer onmenselijk ─ allen keurig in maatpak en daarmee op het oog burgerlijker dan de meeste andere regeringsleiders, die zich al lang niet meer weten te kleden, voor welke gelegenheid ook.
Maatpakken, van welke signatuur zij mogen zijn, kan men echter niet vinden in de uitgestalde kunst van de jonge, in Berlijn wonende Chinees, zich noemende en schrijvende Muskboy, die toch eerst was uitverkoren als een van de weinige artistieke grootheden van zijn land om zich te mogen manifesteren tijdens de Beijing-Superspelen, maar zijn thematiek: intimiteiten en eventueel zelfs liefde tussen mannen ─ in het kader van de huidige MooiMan expositie goed passend, want eveneens zonder getoonde geslachtsdelen ─ is nog steeds te bedreigend vooral die cultuurbarbaren in het overheidsapparaat van de omvangrijkste staat op aarde. Het is daar inmiddels de hoogste tijd voor een actie zoals in 1989 in het afgeschermde deel van Duitsland, waar men "Wir sind das Volk" riep en er warempel iets mee gedaan kreeg. Dat zou, beter uitgewerkte navolging verdienen, waarna ook Chinese mannen iets meer mogen dan het HangKrengHang beleid van anno nu aldaar toelaat.
Dat de nog jonge Chinees over wie we het hier hebben — zich nog verder moet ontwikkelen om zijn bewuste en onbewuste wensen en verlangens gedetailleerder gestalte te kunnen geven, is een duidelijke zaak, maar daarvoor is tijd nodig, geduld en niet in de laatste plaats discipline.
Omtrent de homoërotische lading in de meeste van de uitgestalde stukken van MuskBoy hoeft, kan, geen twijfel bestaan. Diens Love at first sight is weliswaar een jongen alleen en zo wordt niet door de aanwezigheid van een ander mannelijk wezen de sfeer bepaald, maar door de blik, die door Guy Hockenghem als le désir homosexuel wordt omschreven, in diens gelijknamige boek over mannelijke homoseksualiteit in Europa (1973).
De beide jongemannen die In the Navy uitbeelden, hebben weliswaar enkele aspecten van de ─ door overmatige nadruk op de perverse elementen karikaturale en zeer afstotelijke, want ziekelijke indruk makende ─ tekeningen van ene Tom uit Finland, maar gelukkig zijn dat alleen de kunstzinnige en niet de kunstmatige daarvan. Moge de ontwikkelingen binnen het werk van deze jonge Berlijnse Chinees zich nadrukkelijk richten op details die nog heel wat meer van de essentie in de persoonlijkheid van de afgebeelde wezens moeten blootgeven, want met enige indicaties van een Brandend Verlangen alleen is echt niet voldoende gedaan. Het van huis uit meegekregen sterk insnoerende Chinese keurslijf kan en moet nog weer verder worden opengebroken. Want dat werkt, menselijk en derhalve bijna gelijk opgaand artistiek, bevrijdend, en dat mondt dan uit in Verlossing door de Kunst, welke diep binnenin een te beperkt bestaan leidt. Pas dan zal de Perzikbloesem van Muskboys's Chinese artistieke fundament tot volle onplooiing kunnen geraken.
____________
Afbeeldingen
1. Ewoud Broeksma: Wienand natural bodybuilder.
2. Ewoud Broeksma: Athletes dressed.
3. Ewoud Broeksma: Athletes undressed.
4. Ewoud Broeksma: Epke Zonderland.
5. Muskboy: Love at first sight.
6. Muskboy: Peach blossom.
7. Muskboy: In the Navy.

maandag 15 september 2008

'Vergeten portretten' uit 1944 van Ruurd Elzer, en daarnaast nog vijf stadsgezichten van Groningen

Twee echtelieden
Toen ik — nu 46 jaar geleden — een bevriend echtpaar voor de eerste keer thuis bezocht — voor die tijd waren alle contacten steeds beperkt gebleven tot afwisselend één van de twee boekwinkels die zij samen in het centrum van Groningen dreven —, was het eerste dat me in hun ruime woonkamer in het oog viel, een tweetal portretten van de beide bewoners, in 1944 geschilderd door de inmiddels Groninger kunstenaar Ruurd Elzer (Sneek 1915- Groningen 1995), die toen reeds veertien jaar in de Stad woonde, nadat hij als vijftienjarige uit Lemmer naar 't Zandt in Groningen was verhuisd. De beide Bloemsma-protagonisten waren weliswaar in hetzelfde jaar geschilderd, maar er was wel een onderscheid in het materiaal waarop de beide portretten waren vervaardigd. Dat van Jan Bloemsma, toen 35 jaar oud, is in olieverf op linnen, dat van Bertha Bloemsma-Munneke — die in de bewuste oorlogsperiode 28 jaar was geworden — is weliswaar op iets grover materiaal, maar bevestigd op een houten ondergrond, die aan de achterzijde nog eens was gebruikt voor een ander schilderdij, eveneens een stuk van Ruurd Elzer.
Na enkele verhuizingen kwam het echtpaar Bloemsma in 1972 één van de zuidelijkste straten van Groningen terecht, en in de toen heel wat grotere woonkamer werden ook de andere stukken van Ruurd Elzer aan drie verschillende muren bevestigd. Tot relatief korte tijd na het overlijden van de laatste der beide echtelieden in 2003, heb ik die zes of zeven stukken met grote regelmaat gezien. Ze pasten uitstekend in de unieke entourage, die overigens voor veel mensen aanmerkelijk te druk was door de overdaad aan snuisterijen en voorts een enorme verscheidenheid aan andere onalledaagsheden.

Tekeningen

Overigens moet Jan Bloemsma nog meer werk van Ruurd Elzer hebben gehad. Ik kwam hem eens tegen toen hij van zijn dagelijkse gang — naar de tikker met gegevens over de aandelenkoersen in de hal van een bankgebouw aan de Grote Markt — terugkeerde en in gezelschap was. Hij drukte me enkele langwerpige grijze druksels in handen. "Kijk, nog van een kennis van jou." Een vijftal Elzer-tekeningen die Bloemsma voor speciale mapjes had laten drukken en daarvan net het restant van de drukkerij had gehaald. Daarop afgebeeld stonden van boven naar beneden, voordat de stroken werden versneden tot vijf stukken op briefkaartformaat: het bekende Kaaspakhuis in de bocht van de Westerkade; Zicht op het Hooge der Aa met de Der Aa-toren op de achtergrond; Noorderhaven met zicht op de Der Aa-toren; het Hoofdstation met trolleybus bij de Buswachtkamer, gezien vanaf de Ubbo Emmiussingel; Sigarenzaak van Jan Smit aan de zuidzijde van de Grote Markt met delen van de beide aangrenzende panden. Die bewuste gevel is thans in een rode tint geverfd, zoals dat in de dagen van weleer het geval is geweest. Weliswaar zijn de verhoudingen niet helemaal realistisch, maar het zijn nog steeds getekende getuigen van een vervlogen tijd.



De erfgenaam van de schilderijen van het echtpaar Bloemsma, een man die zelf niet het geringste gevoel voor kunst had, meldde dat hij al die Elzers, en ook de beide stukken van Hendrik Nicoaas Werkman (1882-1945), alleen voor flinke bedragen van de hand wilde doen, en ze tot die tijd in pakpapier in een inloopruimte tussen twee kamers — dus onttrokken aan het daglicht — zou parkeren. Ik moet dan ook vrezen dat deze niet zo snel in het circuit zullen opduiken zolang er niet iemand bereid is die de huidige eigenaar twee tot drie keer de realistische verkoopwaarde te bieden.
____________
 

Afbeeldingen
1. Uitgever-boekhandelaar en dito grossierJan Bloemsma, geschilderd door Ruurd Elzer in 1944. Elzer werd een jaar later officieel lid van de kunstkring De Ploeg. (Foto: Sergej Wallisch.)
2. Gezicht op het kaaspakhuis aan de Westerkade, waarin op de begane grond thans een computerwinkel is gevestigd.

woensdag 10 september 2008

Karlien Bartels en Mami Hagiwara in zondagconcert — Beethoven, Debussy, Franck en Richard Strauss

Klassiek recital
Op zondag 14 september 2008, 's namiddags vanaf 15:00 uur, zullen celliste Karlien Bartels en pianiste Mami Hagiwara, te Groningen, in de Remonstrantse Kerk aan de Coehoornsingel, een duo-recital aanbieden met vier werken, die op de fraai vormgegeven letterposter worden gekwalificeerd als Duits klassiek en Frans impressionisme.
Voor de beide dames betekent dit optreden een Gronings debuut op een officieel concertpodium. Cornelis Hofmann van de Stichting Muziekklassiek!, die dit optreden heeft georganiseerd, had geruime tijd geleden reeds vol trots aangekondigd dat het duo die middag vier sonates zal voordragen.

Karlien Bartels

Het ligt voor de hand dat de dames wel degelijk podiumervaring hebben: dat kan niet anders met een opleiding aan welk conservatorium dan ook. Karlien heeft eerst twee jaar piano gespeeld alvorens op de cello over te stappen. Na vijf jaar lessen op dat instrument, deed Karlien vanaf haar veertiende jaar de vooropleiding aan het Conservatorium te Groningen, die ze combineerde met vervolgstudies in Parijs. Na een onderscheiding aan die ene Parijse muziekopleiding vervolgde ze haar studie aldaar aan het Conservatoire National Supérieur, die ze combineert met een studie aan het Koninlijk Conseratorium in Den Haag. Ze won diverse prijzen en werd met een beurs in staat gesteld internationale masterclasses te volgen. Sedert 2007 maakt ze deel uit van het Quatuor Isis, een groep hoogbegaafde jonge musici van de laatstgenoemde Parijse hogeschool. Karlien Bartels bespeelt een Miremont-cello uit 1882, haar beschikbaar gesteld door ons Nationaal Muziekinstrumenten Fonds.

Mami Hagiwara
Toen Mami Haiwara in 2000 de eerste prijs behaalde tijdens het Concours International de Finale Ligure Italie, was zij meteen de jongste laureaat in de geschiedenis van dat concours hetgeen haar meteen nog een onderscheiding opleverde. Voordien, in 1996 en 1998, had de in het Japanse Hiroshima geboren musicienne al de eerste prijs in de PTNA Piano Competition gewonnen. In de periode 2003-2005 heeft Mami tal van concerten gegeven, waaronder in Europa, in het huis van Fryderyk Chopin. In Japan trad ze in die tijd tevens op in werken voor piano en orkest. In 2005 is ze met eenstemmigheid aangenomen op hetzelfde Parijse Conservatorium als Karlien Bartels, waar ze ook kamermuzieklessen volgde.
In 2006 werd Mami Hagiwara geselecteerd voor een beurs om in het buitenland verdere studies te volgen. De afsluiting van die periode werd bekroond met een concert in de serie Nieuwe Jonge Japanse Talenten in het Maison de la Culture du Japon te Parijs.

Ludwig van Beethoven
Het programma omvat een periode van bijna exact een eeuw kamermuziek voor de bewuste bezetting, te beginnen bij de tonische geweldenaar van de westerse klassieke supernotenmixmeesters, Ludwig van Beethoven (1770-1827), die een aardig oeuvre aan alleen al kamermuziek op zijn naam heeft staan. In 1815 schreef deze muziekmagister twee sonates voor cello en piano, één daarvan in C-groot, de andere in D; beide dragen 101 als opusnummer. Ze zijn twee jaar later te Bonn in druk verschenen; opgedragen aan gravin Anna Maria Erdödy.

Claude Debussy
Van de klassieke sfeer van het Wenen in het begin van de negentiende eeuw maken de beide dames een enorme stap binnen de West-Europese muziekgeschiedenis, doch het is een minimaal stapje op het scala van de historie der toonkunst op dit ondermaanse. Zij begeven zich op het terrein van het Franse fin de siècle dat nog tot aan het vierde decennium van de twintigste eeuw diepe sporen zou trekken in alle kunstvormen.
Exact een eeuw nadat Ludwig van Beethoven zijn sonates voor cello en piano had voltooid, schreef Claude Debussy (1862-1918) een sonate voor dezelfde bezetting. Dat opus werd nog in het jaar van voltooiing, 1915, gepubliceerd. Hoewel het zonder twijfel een westers-impressionistische compositie is, krijgen zowel Arabische alsook andere Oosterse elementen volop de gelegenheid zich binnen deze sonate te profileren.

César Franck
Daarna, en dat zal waarschijnlijk tevens na de pauze zijn, wordt er een stap terug in de tijd gedaan, naar de Franse Romantiek van César Auguse Franck (1822-1890), geboren in het Belgische Luik. In 1886, tijdens de laatste periode van zijn leven, die met afstand de meest vruchtbare is gebleken voor het scheppingsproces van deze inmiddels tot zeer grote hoogte gerijpte componist, schreef hij een sonate voor viool en piano, die echter eveneens geschikt is voor de bezetting violoncello en piano. Franck heeft deze sonate als huwelijksgeschenk aan zijn landgenoot, de uitzonderlijke Belgische vioolvirtuoos Eugène Ÿsaÿe (1858-1931), aangeboden, die het nog op de dag van zijn huwelijksfestijn, op 26 september 1886, zelf heeft uitgevoerd. Drie maanden later hebben de twee vrienden de compositie in Brussel gespeeld.

Richard Strauss
Van de Franse Romantiek wordt de overstap gemaakt naar dezelfde stijlperiode in het Duitsland der twee laatste decennia in de negentiende eeuw, naar een jeugdwerk van Richard Strauss (1864-1949), die in de jaren 1880-83 aan zijn driedelige Sonate opus 6 voor violoncello en piano heeft gewerkt, te Staffelstein en te München. De première werd gepresenteerd op 8 december 1883 te Nürnberg door Hans Wihan (1855-1920) — die niet alleen cellist was, maar tevens docent voor Viool aan het Praags Conservatorium; aan hem heeft Strauss dit werk opgedragen — samen met de pianiste Hildegard von Königsthal. De componist zelf heeft het opus ook uitgevoerd, samen met de cellist Ferdinand Böckmann (1843-), op 19 december 1883 in de Tonkünstlerverein, en exact vijf jaar later nogmaals.
____________
Afbeeldingen
1. Auditorium in de Remonstrantse Kerk te Groningen.
2. Celliste Karlien Bartels.
3. Pianiste Mami Hagiwara.
4. Gravin Anna Maria Erdödy (1778-1837), aan wie Ludwig van Beethoven de twee Cellosonates opus 101 heeft opgedragen.
3. Claude Debussy met zijn dochtertje Chouchou, voor wie hij Children's Corner heeft geschreven. Foto in 1916 genomen in het Parijse Bois de Boulogne.
4. Portrettekening van César Auguste Franck.
5. Richard Strauss als jongeman.

dinsdag 9 september 2008

Maandelijkse zomerboekenmarkten in Stad

Gezellige drukte
Afgelopen zondag werd op de Vismarkt in de Stad een boekenmarkt gehouden in het kader van een reeks zomermanifestaties in de binnenstad. In tegenstelling tot de afgelopen drie maanden had nu ook weer een redelijk aantal boekhandelaren van buiten acte de présence gegeven, hetgeen ten goede is gekomen aan de sfeer en de keuzemogelijkheden voor het publiek. Het aantal kramen viel daardoor op die ruime Vismarkt eveneens mee.
In juni, juli en augustus — toen deze markt in de Folkingestraat werd gehouden — was helaas de belangstelling van de zijde van het publiek niet bepaald groot en waren er nauwelijks handelaren van buiten de stad gekomen. In augustus waren de weersomstandigheden zelfs zo slecht dat menige kraam er verloren bij stond, aangezien de huurders daarvan niet waren komen opdagen.
Al eerder, direct na de eerste zomermarkt in die straat, had één van de deelnemende boekhandelaren zich tamelijk negatief geuit. "Het is echt heel erg. Groningen verdient zoiets niet meer." Dat is harde taal, maar deze was wel afkomstig van iemand die tien jaar geleden de voorraden niet kon aanslepen en bij wiens kraam je zelfs even moest wachten voordat je er enigszins redelijk een kijkje kon nemen.

De dagen van weleer
Nog weer eerder, in de beginjaren van het laatste decennium van de vorige eeuw — toen deze markten in de Oude Kijk in 't Jatstraat nog werden gehouden tussen de brug en de Grote Kromme Elleboog — was de belangstelling voor deelname wel eens zo groot dat er kramen bij werden geplaatst op het brede stuk van de Broerstraat, net vóór het Academieplein. Meer dan eenmaal stond daar de inmiddels nationaal befaamde handelaar, die vrijwel alles wat hij aan te bieden heeft in een groot aantal oblong op en naast elkaar geplaatste kistjes uitstalt.

Het succes van Deventer
Het beeld is overigens niet alleen in Groningen slechter geworden. In augustus hoorde ik diverse handelaren onderling praten over andere plaatsen van ons land waar het steeds minder lonend werd om nog aan zo'n gebeurtenis deel te nemen. Dat geldt niet voor de markten aan de Amstel in onze hoofdstad, en al helemaal niet voor de al twee decennia, tijdens de eerste zondag van augustus, gehouden grootste boekenmarkt van Europa, in de binnenstad van Deventer waar vele honderden kramen — deze keer waren het er 878, met een totale lengte van zes kilometer — gereedstaan voor al die lieden die hun handel in bedrukt en tevens onbedrukt papier aanbieden, en elk jaar opnieuw met succes.

Nauwelijks jongeren
Overigens was de afgelopen zondagmarkt in Stad ook niet slecht: de weersgesteldheid viel mee — met af en toe een klein buitje — en de belangstelling had beslist niet te lijden onder alle slecht uitgevallen weersverwachting, die sedert de donderdag eraan voorafgaande over ons waren uitgestort. Er waren, hoorbaar, diverse kijkers en kopers vanuit andere delen van het land gekomen.
Uit gesprekken die ik van handelaren onderling hoorde, alsmede uit diverse monden welke mij rechtstreeks hun bevindingen hebben medegedeeld, bleek dat de meesten van hen tevreden waren met het resultaat. En dat was anderhalf uur voor het scheiden van de markt. De informatie die mij na zondag nog bereikte — van iemand die alle kramen vanaf tien uur in de ochtend tot aan het moment van afbraak meer dan eens had aangedaan —, bevestigde die indruk ten volle.
Hopelijk draagt dat ertoe bij dat de traditie overeind blijft en niet wordt gedomineerd door de jongeren van wie steeds minder een boek ter hand nemen. Ik heb tijdens de ruim twee uur die ik zondag op de Vismarkt heb doorgebracht, helaas nauwelijks jongeren van beneden de 25 jaar gesignaleerd.

zaterdag 6 september 2008

Hanseatische Boekito over Geografie en Wiskunde, alsmede over Transcendentie en Waarachtigheid

Oude bekende
Reeds eerder heeft u, op deze site en op onze zustersite Tempel der Letteren — welke evenals zesentwintig andere, nog immer gelieerde, cultuurblogs onder de vleugels van de kloeke moeder Cultuurtempel hun ontstaan hebben liggen — kunnen kennisnemen van de wondere en soms baarlijke dichtwerken van ooit-handelaar in bedrukt papier en gestempeld lederen — dan wel buckram en dikwerf kunstlederen — banden, Hans Bauer, die op gezette tijden de zeer fijn besnaarde — meestentijds overdrachtelijke — ganzenveder ter hand neemt en dan weer wonderbaarlijke, en niet zelden humoristische, dan wel dubbele bodem-lyriek uit de veelal rechtlijnige vingeren laat vlieden, welke somtijds de gedaante aanneemt van nuchter proza, doch voorwaar, ik zeg u: hoed u voor zulke nuchterheid, aangezien daarachter soms de meest onverwachte, doch in-en-in gevoelige, alsmede o-zo-poëtische ontboezemingen uit de hogeschool der hedendaagse lyriek kunnen schuilgaan. En die lezende en dikwerf druk pennende heer Bauer is zich bewust dat zonder de spraak van het oude Babylonië en daaraan legendarisch verbonden verwarring, vervolgens via papyrusrollen en gebeitelde stenen van de antieke wereld, er geen moderne poëzie zou kunnen bestaan. Kort gezegd: geen Bauer zonder Dichter van anno dazumal: geen Reinier Kazak zonder Anna Kortrok, om nu eens enige palindroomnamen uit de voor-vorige eeuw op te duikelen, mij ooit medegedeeld door mijn Confucius-achtige grootvader, stammend uit het einde van die negentiende eeuw.
Tot slot van deze inleiding willen wij niet nalaten u het, dan wel een, pseudoniem van deze raspoëet te verklappen: Hanseatische Boekito.
En wat is er warempel nog mooier dan, voorafgaande aan de dag dat Het Hanzehuis weer een wandeltocht met cliënten onderneemt langs plekken in de Stad, gelieerd aan de aloude Hanze, en mede doordat deze specialiteitenzaak is gevestigd op een prachtplek tegen de Der Aa-kerk aan, zouden zowel de eigenaren alsmede hun clientèle, door de aanwezigheid van de Drentsche Aa in de poëzie van Hanseatische Boekito, deze lyriek zeker als een bijzondere vorm van ondersteuning en onderscheiding kunnen beschouwen.
Want deze durfal-dichter draait er zelfs zijn hand niet voor om, twee priemgetallen in zijn hoogst eigen dichtwerk te integreren.

* * * * *

GEOGRAFIE

De Drentsche Aa
en Atlantische O
zijn samen symbio
Tisch is een tafel
Laken bij Brussel

* * * * *

VAN WISKUNDE

Als tienen negens
worden:
niet erg.
Als genen nieten
worden: gevaar!
Als negentien
eenennegentig
wordt is dat als product van 7 en 13
een volledig ambivalent getal

* * * * *

ZWEISTEIN

transcendent
zonder end
maar met twee
beginnen
als een tussentijds
moment
en dat repetent

* * * * *
Met deze nieuwste dichters-zending in dichtgeplakte envelop aan de Cultuurtempel-afsplitsingen hoopt deze Boekito-Bauer op nog meer roem dan tot dusver. Dat zij hem, mede door ons toedoen, gaarne gegund, doch willen — mogen — wij niet nalaten deze poëet erop te wijzen dat onze reeds genoemde, filosofisch ingestelde, grootvader onszelve, nu een halve eeuw geleden, op de mededeling over later beroemd worden, semi-bestraffend over de rand van zijn gouden brilletje aankeek en de wereldwijze, onvergetelijke woorden sprak:
"Ach jongen, één letter verschil en je bent beroerd."
___________
Foto: De Drentsche Aa bij Kymmelsberg.