donderdag 28 juli 2011

Theo Jellema concerteert in Martinikerk Stad: Orgelwerken uit een periode van zeven eeuwen

In het kader van het thans gehouden Peter de Grote Festival speelt Theo Jellema ─ onder meer docent Orgel aan het Conservatroum te Groningen ─ op het hoofdorgel van de Martinikerk in Stad, tijdens het vierde Lunchpauzeconcert van deze zomer, op vrijdag 29 juli vanaf 12:45 uur.
Detail uit het snijwerk.
Foto van Elly Kooiman
en Hilbrand Edskes.
Het programma bestaat uit vijf onderdelen, die verspreid over zeven eeuwen zijn ontstaan.
Als eerste: Estampie van een onbekende meester uit het begin van de veertiende eeuw, afkomstig uit de Robertsbridge Codex, gevolgd door nog een werk van een anonymus, gecomponeerd omstreeks 1550: Upon la mi re.
Het derde stuk stamt uit het laatste kwart van de zeventiende eeuw: Voluntary for Ye Double Organ van Henry Purcell (1659-1695).
Van Purcell is het een hele 'oversteek' naar de Franse orgelmuziek van de twintigste eeuw, naar Olivier Messiaen (1908-1992) uit wiens oeuvre voor de Koningin der Instrumenten Le banquet céleste uit 1928 zal worden gespeeld.
Een concert op een barokorgel zonder een stuk van de Bach der Bachs bij uitstek (1685-1750) is nauwelijks waarschiijnlijk. Theo Jellema besluit zijn voordracht met diens Passacaglia in c-klein (BWV 582) uit het eerste decennium van de achttiende eeuw.

maandag 25 juli 2011

D66 in Stad wenst auditie voor straatmuzikanten

Politiek getinte eis
TV Noord meldde in het dagelijkse nieuwsprogramma van heden dat de politieke partij D66 in de gemeenteraad wil voorstellen dat straatmuzikanten eerst auditie zou moeten doen voordat ze het publiek mogen teisteren met hun kunstzinnigheid, respectievelijk kunstmatigheid. Of zelfs met hun ─ helaas veel voorkomende ─ totale gebrek aan kunstgevoel. De partij wil dit omdat zoveel voorbijgangers zich wezenloos ergeren aan veel van die op straat spelende artiesten, als die betiteling in serieuze zin op hen van toepassing zou zijn, en men hen anders wellicht als die artiesten zou kunnen kwalificeren.
Terecht ergeren talrijke mensen, die gewoon een winkel willen bezoeken, zich aan het gejengel, gedoedel en andere uitingen van muzikaal onvermogen van het gros van degenen die hun kostje verdienen, en eventueel (veel) meer dan dat met een diminutief omschrevene, zullen ze dan ook waarachtig niet binnenhalen.
Een ander stuk ergernis uiten degenen die menen dat die arme mensen daar onder druk zitten te spelen en al het meestal zuur 'verdiende' geld aan een soort oostblok-maffiabaas moeten afgeven. Die laatste, recentelijk steeds vaker geuite, beschuldiging wordt overigens even vehement tegengesproken door mensen die zeggen iets van die scène in en om Groningen te weten.

Miniem repertoire
Hebben degenen, die zich ergeren, nu gelijk? Wel als de bron van irritatie het extreem slechte spelen is, want daar hebben we in de meeste gevallen mee te maken, evenals het zeer kleine repertoire. Hoevelen van die accordeonisten beperken zich helaas tot La Paloma, dat overigens vrijwel niets meer met het oorspronkelijke muziekstuk te maken heeft. Accordeonmuziek, in de buurt van tal van supermarkten in de binnenstad en ook nog daarbuiten, op zich is voldoende straf voor het feit dat je boodschappen doet.
Ik liet die opmerking eens vallen toen een groep muzikanten uit Roemenië mij aansprak met de vraag of ze niet speciaal voor mij en mijn hond iets zouden mogen spelen en ook bij hen de accordeon, tussen diverse andere instrumenten, aanwezig was. Ik uitte mijn misnoegen over zoveel gejammer dat voor La Paloma moest doorgaan. Die lui waren het niet alleen volkomen met me eens, maar gaven ook een uitstekende vertolking van het nummer ─ dat me overigens niet in de geringste mate interesseert ─ ten beste. Waarmee gezegd wil zijn dat er ook op straat musici te vinden zijn die wel degelijk wat kunnen.

Muziekstudenten
Dan heb ik het (nog) niet gehad over muziekstudenten die via dergelijke optredens hun muziek onder de aandacht willen brengen en daarmee tegelijkertijd ervaring opdoen. Enige jaren achtereen trad er een groep Russische koperblazers op, waarvan de meesten aan het Conservatorium in Groningen studeerden. Als je zo'n optreden afzet tegen de war sjofele harmonicaspelers, blijft er van de laatste groep niets over, ook niet als allen, die daartoe behoren, elke dag opnieuw auditie zouden moeten doen.
Dat geldt niet voor sommige eenlingen: violist of fluitist, gitaarspeler of andere solist. En of zo professioneel is of amateur, dilettant of student, speelt geen rol.

Hoe moet zo'n auditie?
Rest de klemmende vraag wie de D66-ers in gedachten hebben om de kwaliteit van de straatmuzikanten te beoordelen. Als dat adequaat moet gebeuren, kun je zoiets maar beter niet aan politici overlaten. En waar moet die auditie plaats grijpen? Op straat of binnen?

Men moet wel overwegen of men, indien kwaliteit de graadmeter is om op straat te mogen spelen, nu niet al te bevoogdend wil optreden, hetgeen nu juist bij een zich liberaal noemende partij ─ al kennen we intussen het onheil dat een zichzelf als liberaal beschouwende regeringspartij op het gebied van de cultuur heeft aangericht, en wel zodanig dat een begrip als cultuurbeulen op zijn plaats is.

Bezinning dringend gewenst
Daarom, hier en nu: bezint eer gij begint, in dit geval aan een wel erg populistisch voorstel aan de gemeenteraad.

Begrijpt u mij goed: geen enkele van die massa lieden met een accordeon zal ik ook maar één seconde missen ─ integendeel. Doch dat geldt ook voor de meeste politici als ze op enigerlei fatsoenlijke wijze verdwijnen, zelfs als dat gebeurt door het blazen van de kraaienmars.

donderdag 21 juli 2011

Christian Drost speelt op hoofdorgel Martinikerk

Na een week pauze wordt de reeks Lunchpauzeconcerten op de vrijdagmiddag, te geven op het hoofdorgel van de Martinikerk in Groningen, voortgezet door Christian Drost (*1989), onder meer organist van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) te Dalfsen.

Drie putti op het rugwerk van het Martini-hoofdorgel in Groningen
Op het programma staan zes composities: vijf daarvan zijn van bekende orgelmeesters uit de zeventiende eeuw. Hun namen komen we elk jaar tegen op de programma's van deze reeks concerten, alsmede van concerten op andere orgels in en om, alsmede tot ver buiten, Groningen. Het ligt voor de hand dat de orgelcomponist bij uitstek, Johann Sebastian Bach (1685-1750), daarin ook weer voorkomt. In het concert van Christian Drost is dat met twee van zijn bekendere stukken: Praeludium und Fuge in C (BWV 547) en Wir glauben all' an einen Gott.
Het concert wordt, net als dat van twee weken geleden, geopend met een werk van Dietrich Buxtehude: diens Toccata in d-klein. Een compositie van Anthonie van Noordt (1619-1675) ─ Psalm 24, drie verzen ─, en van Georg Böhm (1661-1733) diens Vater unser im Himmelreich.
De voordracht wordt besloten met een Improvisatie van de organist van deze dag: Christian Drost.

dinsdag 5 juli 2011

Lunchpauzeconcerten op hoofdorgel Martini

Verleden week
Op vrijdag 1 juli heeft Jochem Schuurman (geboren 1989)het eerste van de zes Luchpauzeconcerten van 2011, te geven op het hoofdorgel van de Martinikerk in Stad gegeven, met een programma uit de koker van vijf verschillende Duitse componisten uit ongeveer tweeënhalve eeuw: van Johann Sebastian Bach (1685-1750) tot en met Max Reger (1873-1916).
Jochem Schuurman, die organist is van de gereformeerde kerk De Hoeksteen in Drachten, heeft in voorgaande jaren eveneens in het kader van deze reeks geconcerteerd. Onlangs, op 16 juni, heeft hij zijn eindexamenconcert aldaar gegeven, met hetzelfde programma, met als resultaat: een 9. Jochem Schuurman gaat aan hetzelfde Conservatorium in Groningen door voor zijn mastertitel.

Petrus van Oeckelen
Vincent Hensen
De vijfentwintigjarige Vincent Hensen, die vanaf 2005 aan het Conservatorium in Stad bij Theo Jellema studeerde, heeft zijn diploma docent muziek behaald. Hij is werkzaam in Oude Pekela en heeft daar een instrument van Petrus van Oeckelen (1792-1878) tot zijn beschikking. Van die orgelbouwer bevindt zich in het Pedaal van het Schnitger/Ahrend-instrument in de Martinikerk thans nog de zesvoets Roerquint.
Voor het concert van 8 juli heeft Vincent Hensen zijn keuze laten vallen op drie klassieke orgelcomponisten: Heinrich Scheidemann (1595-1663), Dietrich Buxtehude (1637-1707) en Papa Bach.