zondag 29 augustus 2010

Expositie Billen en Buikjes in Galerie MooiMan

Lieden welke behept zijn met een positief geladen billen-fixatie kunnen hun hart ophalen, ook als er tegelijkertijd lieden zijn welke — zelfs nog in de verlichte tijden aan het einde van het eerste decennia van de eenentwintigste eeuw — hun neus letterlijk en/of figuurlijk op voorhand zullen ophalen als de achterhand van een mannelijk deel der natie — van welke natie dan ook — wordt geëxposeerd in een galerie waar de heren der schepping langzaam maar zeker worden geconfronteerd met meer en meer aanwezigheid van vertegenwoordigers van het sterke geslacht: als bezoekers van de uitbeeldingen op alle denkbare niveaus van het mannenlijf, doch sedert bijna een jaar eveneens als deelnemers welke evenmin een grote afstand houden tot de leden dan wel het lid van de mannelijken kunne.
Op zondag 29 augustus wordt in Galerie MooiMan in Groningen Stad de groepstentoonstelling Buikjes en Billen geopend om 16:00 uur. Voor meer daarover kunt u even kennisnemen van een ander artikel vooraf op onze moedersite Cultuurtempel, eveneens van heden.
__________
NASCHRIFT 5 september: Zie ook de bijdrage op onze zustersite Tempel der Beeldende Kunsten.

dinsdag 24 augustus 2010

Joost Oomen nieuwe huisdichter Rijksuniversiteit

Als opvolger van Sacha Landkroon is benoemd tot huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen, de negentienjarige Joost Oomen, derdejaars student Nederlands. Als je diens mededeling "Het is tijd voor een explosie van creativiteit" serieus neemt, dan kun je — ja, dan moet je wel — vaststellen dat het een sympathieke instelling van zo'n jongen is, maar het is tegelijkertijd een stoplap van jewelste, aangezien het immers niet meer voorkomt dat het geen tijd voor een dergelijke explosie is.
In het heel snel aankomende studiejaar — 2010/2011 — zal deze Joost Oomen gedichten schrijven over de academische wereld van de stad Groningen, alsmede over het wel en wee, met alle daarbij behorende aspecten, van het studentenleven in deze stad. Die stukken zullen worden gepubliceerd in de Universiteitskrant, waarmee de poëet de universiteit wil wakker schudden. Sliep men daar dan tijdens de heerschappij van alle aan Oomen voorafgaande dichtmeesters? Hij vindt tevens dat er nog veel te ontdekken valt. Daar heeft niemand van terug, behalve wellicht in een experimenteel gedicht.

Niemeyers Tabaksmuseum sluit eind dit jaar

Einde in zicht
Het Tabaksmuseum dat sedertjaar en dag in de stad Groningen is gevestigd, sluit zijn deuren per 31 december 2010. Takaksfabrikant Niemeyer geeft per 1 januari 2011 geen geld meer voor het in stabd houden van dat instituut, gevestigd in het Pakhuis New York in de Brugstraat, als medebewoner van het Noordelijk Scheepvaartmuseum.
Als één van de redenen wordt aangevoerd dat er een andere maatschappelijke opvatting over het gebruik van tabak is gaan heersen, en dat heeft ervoor gezorgd dat degenen binnen de organisatie van Niemeyer hebben besloten dat er andere maatschappelijke prioriteiten liggen om geld aan te besteden. Voorts blijkt de firma Niemeyer te moeten bezuinigen.
In verband met die sluiting is de leiding van het instituut op zoek naar mensen die schenkingen aan het Tabaksmuseum hebben gedaan, dan wel stukken hebben verkocht. De laatste categorie zal in staat worden gesteld hun voormalig bezit terug te kopen, als men kan aantonen ooit de bezitter te zin geweest. Het dan resterende van de collectie zal deels worden verkocht aan andere tabaksmusea. Wat er uiteindelijk gebeurt met de stukken die dan nog overblijven, zullen we na 1 januari 2011 we vernemen.

Actueel nieuws
TV Noord kwam gisteren, maandag 23 augustus met het nieuws, en dat stelde de kijker in de gelegenheid nog een blik te werpen op enkele unieke stukken uit de verzameling, die zo'n vijf eeuwen omspant: vanaf de ontdekking van Amerika tot op de huidige dag, en daarmee wordt een prachtig beeld gegeven van de historische ontwikkeling van de tabak en de voorwerpen die het gebruik ervan met zich heeft meegebracht.
De huis-aan-huis krant Groningen van dinsdag 24 augustus vraagt de lezers om op internet een enquête in te vullen, die handelt over de sluiting van het museum in kwestie. Men kan aangeven of men het ermee eens is dat het museum de deuren sluit, of dat men de mening is toegedaan dat dit niet moet gebeuren omdat er anders een stukje van de cultuur van Groningen verloren zal gaan. De uitslag van deze 'poll' wordt in de editie van komende week dinsdag van die krant bekendgemaakt.

Drogreden
Het argument, dat het maatschappelijk niet meer verantwoord zou zijn om tabak onder de aandacht te brengen, is er met een zware Virginia bijgesleept. Als we alles wat in musea te zien is aan toestanden en gebeurtenissen uit het verleden — want daarom zijn zoveel zaken van anno ooit in zo'n instelling ondergebracht —, welke we nu niet meer maatschappelijk verantwoord vinden, dan kunnen zeer veel musea van oudheden en aanverwante instituten de deuren wel sluiten.

woensdag 18 augustus 2010

Laatste Lunchpauzeconcert op Martini-hoofdorgel

Drie werken uit de Barok
Op vrijdag 20 augustus, vanaf 12:45 uur, wordt in de Martinikerk aan de Grote Markt te Groningen alweer het laatste van de reeks Lunchpauzeconcerten van dit seizoen gegeven. Organist voor deze gelegenheid is Gert Jan Schipper (geboren 1975), die vier stukken zal voordragen. Drie ervan zijn van evenzovele alom bekende grootheden van het klavier uit de Barok: Dietrich Buxtehude (1637-1707), wiens Preludium in d-klein zal worden uitgevoerd. Die componist is van grote invloed is geweest op hetgeen Johann Sebastian Bach (1685-1750) voor (onder meer) dat instrument heeft geschreven. Papa Bach zelf komt ook aan bod in het derde stuk dat Gert Jan Schipper zal spelen: Toccata, adagio en fuga BWV 564. Daartussenin wordt een compositie van Georg Böhm (1661-1733) gespeeld: Vater unser im Himmelreich. De orgelmuziek van Böhm is in de Martinikerk veelvuldig voorgesteld.

Eigentijdse compositie
Ter afsluiting van het concert, en daarmee meteen van de zomerreeks 2010, zal Gert Jan Schipper een eigen compositie spelen: Improvisatie over Psalm 21, drie variaties en slotkoraal.
Er kan beslist geen twijfel aan bestaan dat de dispositie van het Schnitger/Ahrend-orgel in Groningens hoofdkerk geknipt is voor barokwerken, aangezien die op een dergelijk instrument het beste tot hun recht komen. Dat rechtvaardigt echter niet de conclusie dat het instrument zich niet zou lenen voor werken uit andere perioden van de muziekgeschiedenis, en dat is meer dan eens gebleken met composities tot en met de tweede helft van de twintigste eeuw.
Een kwart eeuw geleden bewees Charles de Wolff dat door een werk van Györgÿ Ligeti op dat orgel te spelen, en dat was niet minder dan een openbaring: alsof er diverse orgels op verschillende plekken in de kerk waren opgesteld — een bijna quadrafonische ervaring.
Overigens is dat effect niet noodzakelijkerwijs afhankelijk van de huidige tijd; verleden week speelde Jochem Schuurman de Derde Sonate opus 24 uit 1865 van August Gottfried Ritter (1811-1885), en daarin werd hetzelfde effect geconstateerd: alsof je middenin het klanken-gebeuren zat. De waardering van het aanwezige publiek was flink wat groter dan gewoonlijk.
Hoewel nog steeds mondjesmaat, wordt er tegenwoordig vaker een eigentijds stuk geprogrammeerd. Dat van Gert Jan Schipper kan, gezien zijn geboortejaar, in principe geen twee decennia oud zijn.
__________
Afbeelding: Gert Jan Schipper, organist en componist.