dinsdag 9 maart 2010

Actualiteitencollege over Bachs Matthaeus Passion

»Bleibt ihr Engel, bleibt bei mir!
Führet mich auf beiden Seiten,
Dass mein Fuß nicht möge gleiten.
Aber lernt mich auch allhier
Euer großes Heilig singen
und dem Höchsten Dank zu bringen.«


Een speciale passie: Bachs Matthaeus Passion
Als een theoloog aan het begin van de eenentwintigste eeuw de Passie preekt, lijkt het in ieder geval een goede zaak eens te gaan luisteren wat hij precies te zeggen heeft. Zeker in deze tijd van het jaar, voorafgaande aan Pasen: de lijdenstijd, en het thema: die éne, alles overheersende, Passion van Johann Sebastian Bach (1685-1750) is: die naar het Evangelie van Matthaeus. De theoloog die iets over dit onvergankelijke muziekstuk van Bach te zeggen heeft, is Jan Luth van de Rijksuniversiteit Groningen: een man die zich heeft gespecialiseerd als hymnoloog en die tevens als kenner van het werk van J.S. Bach geldt. Hij houdt een openbaar actualiteitencollege in de grote zittingzaal van de voormalige Rechtbank in de Oude Boteringestraat 38 in Stad. En ook al is het Felix Mendelssohn (1809-1847) geweest die acht decennia na het overlijden van de grootmeester de Passion in kwestie nieuw leven heeft ingeblazen, zij het in een afwijkende vorm van uitvoering dan die ten tijde van Papa Bach zelf, en heeft die daarmee een nieuwe traditie gevestigd die tot na de Tweede Wereldoorlog in Duitsland en de omringende staten gehandhaafd bleef. Totdat Nikolaus Harnoncourt, cellist van de Wiener Philharmoniker in de jaren vijftig op onderzoek uit ging naar de oorspronkelijke versie van de werken van Bach, gevolgd door (delen van) het oeuvre van tal van anderen. Om zoveel mogelijk recht te doen aan de intenties van de componist, richtte Harnoncourt het ensemble Concentus Musicus op dat het eerste optreden in ons land heef gerealiseerd in De Harmonie van Groningen (1969), en diverse musici van dit orkest mij, bij een tweede optreden medio jaren zeventig (in De Oosterpoort), hun verbijstering uitspraken over het verdwijnen van dat concertgebouw. Sommige dirigenten voelden wel voor die alternatieven, maar waren huiverig die in praktijk te brengen doordat ze vreesden dat hun omvangrijke koor uiteen zou vallen. Doch langzaam maar zeker is de massaliteit qua koorstemmen iets teruggedrongen, al is een uitvoering met een totaal van veertig stemmen — instrumentaal en vocaal tesamen — nog steeds een relatieve zeldzaamheid.

Anekdoten rondom de uitvoering te Naarden
Elk jaar werd op Goede Vrijdag deze Matthaeus Passion in de Grote Kerk te Naarden — later, na de splijting van de Nederlandse Bachvereeniging, tevens door Bachkoor Holland in de Leidse Pieterskerk —, en die lang volgehouden traditie is omzoomd door tal van anekdoten. Zo zou Jo Vincent, die niet bepaald dol op Joden waren, na elke uitvoering hebben gezegd: "Die hangt weer." Anderzijds weigerde ze op te treden toen tijdens de Duitse bezetting bij de ingang van de kerk stond dat de toegang voor Joden was verboden. Als de hoofdpersonen in het drama geen toegang hadden, wilde Jo Vincent ook niet. Een tweede hardnekkig verhaal dat inmiddels ietwat is weggeëbd, is de spanning waarmee het koor de inzet van de Evangelist afwachtte. Zong die een beetje vlot, dan keek men elkaar geruststellend aan: "We halende laatste trein nog."

1899: het jaar voor de Amsterdamse Matthaeus Passion
Vanaf 1899 heeft het Concertgebouworkest met Willem Mengelberg een eigen traditie ingezet en langzaam maar zeker volgden de andere grotere orkesten en de regionale ensembles verspreid over ons land. En om nu even bij Groningen te blijven: Jan van Epenhuysen trad elk jaar opnieuw driemaal achtereen met de Groninger Orkest Vereniging en het Toonkunstkoor Bekker met deze Matthaeus Passion voor het voetlicht, zij het dat in die jaren de eerste avond nog als Generale Repetitie gold. Na allerlei tussenvormen — het ene jaar de Johannes Passion en het andere de Matthaeus weer; dan weer van elk één uitvoering, al dan niet op afwijkende locaties — zijn we na de laatste ingreep in ons orkestenbestel, met als gevolg een halvering van het aantal symfonische concerten, uitgekomen op één avond per jaar de Matthaeus in de programmering van het eigen symonieorkest. Daarnaast worden er nog wel op andere locaties uitvoeringen verzorgd door groeperingen 'van buitenaf', die allengs ook een eigen traditie (hebben weten te) vestigen.

Informatie vooraf
Wie voorafgaande aan de lezing van Jan Luth — te geven op donderdag 11 maart vanaf 19:30 uur in het gebouw van de faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap — meer informatie over het thema wenst, kan kennisnemen van algemene details door hier te klikken. De toegang is gratis, maar aanmelden wordt aanbevolen: telefoonnummer: 050-3638017.

Geen opmerkingen: