maandag 7 maart 2011

In goed een uur tijds: vier eeuwen orgelmuziek

Enthousiast publiek
Zo'n veertig belangstellenden waren gekomen naar De Fontein aan de Eikenlaan: voor de ene groep is dat een kerk, voor anderen een centrum voor samenkomsten, die niet direct aan religie zijn gelieerd, en dat is goed zo. Daar werd deze zondagmiddag een orgelconcert gegeven door Erwin Wiersinga op het instrument dat de aandacht trekt door zijn onconventionele, asymmetrische opstelling. Dat is zelfs het geval met het front van het Hoofdwerk en met dat van het Rugwerk: als men goed kijkt, is het wel te zien dat de schijn van symmetrie weliswaar wordt gewekt, doch dat deze in de details ontbreekt.

Mense Ruiter-orgel in De Fontein aan de Eikenlaan in Stad.
Speeltafel met twee klavieren en 27 registerschuiven. Het Pedaal van
dat instrument is hier niet te zien. (Foto: © Feiko van der Veen.)

Vier eeuwen in vogelvlucht

Erwin Wiersinga is een van de musici die beseffen dat het geven van een concert meer inhoudt dan alleen spelen op (een) instrument(en). Gelukkig wordt het aantal van hen dat de moeite neemt één en ander aan zinnige informatie in een programmablad of, zoals in dit geval, door een woord vooraf voor de toehoorders beschikbaar te maken. Dat laatste deed onze organist van zondagmiddag. Hij speelde muziek uit vier eeuwen: het oudste zijn twee stukken uit een oud manuscript van 1599, waarna een compositie uit de twintigste eeuw volgde, om vervolgens terug te gaan en opnieuw de grote stap te wagen. Zo konden de luisteraars zelf de grote contrasten, doch tevens de parallellen of directe overeenkomsten ontdekken.

Erwin Wiersinga aan de speeltafel van het Fonteinkerk-orgel tijdens
het concert van zondag 6 maart 2011. (Foto: © Feiko van der Veen).
In de inspirerende, rustgevende ruimte van De Fontein — een ontwerp waarover diep is nagedacht en dat met het nodige fingerspitzengefühl is gerealiseerd — konden alle tien onderdelen van het programma rekenen op een akoestisch uitstekend verspreide vertolking.  

Geen standaard

De orgelcommissie van De Fontein had de gast speciaal verzocht om een programma samen te stellen van niet alledaagse (orgel)muziek. Daarin is Wiersinga uitstekend geslaagd, juist door stukken te kiezen, die — in ieder geval als geheel — een prachtige indruk bood van wat het instrument vermag. Dat daarbij ook Nederlandse componisten aan bod kwamen — van de oude meesters Anthonie van Noordt (ca. 1619-1675), van de twintigste eeuwers Bert Matter (geboren 1937).

Alberto Ginastera is
één der twee belangrijkste
Argentijnse componisten
.
Ook viel de geografische spreiding op: Naast de beide Nederlanders, werd werk voorgesteld van drie Franse meesters — Guy Bovet (*1963), Jehan Alain, en Maurice Ravel (1875-1937) —, één Engelsman — Thomas Tomkins (1572-1656), één Argentijn — Alberto Ginastera (1916-1983) —, en één Duitser, die veelal wordt gezien als de bakermat van de westerse orgelcultuur: Papa Johann Sebastian Bach (1685-1750). Twee van die gespeelde werken waren oorspronkelijk pianostukken, die beide door de organist zelf zijn bewerkt, zoals de Prélude uit Le Tombeau de Couperin (1914-17) van Ravel, die binnenkort door de Belgische organist Ludo Geloen in Parijs zal worden gespeeld. Erwin Wiersinga bewerkte eveneens het deel uit de Sonata opus 22 voor piano van bovengenoemde Ginastera, waarmee het concert werd besloten.

Geen opmerkingen: