vrijdag 27 januari 2012

Dramatische daling in verkoop poëziebundels

In de Kleine Pelsterstraat, in het centrum van Stad, is Café Marleen gevestigd, de thuisbasis van een groep van twaalf (soms elf of tien) [1] poëten, welke zijn verenigd in De Dichtclub. Elke eerste woensdag van de maand, tussen 20:30 uur en 22:00 uur, een optreden van deze groepering.
Voorafgaande aan de Gedichtendag, die de afgelopen week werd gehouden, droegen dichters uit die club voor uit eigen werk, en daarvan werden flitsen uitgezonden door OOG-TV. Tussen die korte impressies van optredens door werden gedeelten uitgezonden van een gesprek met André Degen, één van de leden.
Hoewel het een niet alleen nationaal, maar wereldwijd verbreid gegeven is dat in principe niemand van de dichtkunst kan leven, vroeg de OOG-presentatrice er toch naar. Dat gaf André Degen de gelegenheid om te wijzen op de nieuwste ontwikkelingen in de afzet van bundels met poëzie: deze was recentelijk met een vijfde tot een kwart afgenomen.
In aanmerking genomen dat er gemiddeld van een bundel vijfhonderd exemplaren worden gedrukt en dat daarvan, alweer gemiddeld, de helft onverkocht blijft, mag de stelling worden geponeerd dat die situatie dramatisch is. André Degen meldde dan ook relativerend, dat het mooie van het dichterschap er onder meer in ligt dat je ernaast gewoon kunt blijven werken.
Elk jaar wordt in januari, omstreeks de landelijke Poëziemarathon, een bundel uitgegeven met werk van de clubleden: ieder van hen is met vier gedichten vertegenwoordigd. Meer daarover op de website
 van Café Marleen.
__________
[1] Op bovengenoemde website staan, onder het hoofdstuk Dichtclub, tien namen van deelnemers; tijdens de OOG-flitsen zagen we echter ook nog Coen Peppelenbosch optreden.

Geen opmerkingen: