Eenmalig
Op woensdag 19 november — 's avonds om 20:15 uur — begint in de kleine zaal van het Cultuurcentrum De Oosterpoort te Groningen een concert door zangeres, kantele-bespeelster Snikka Langeland en haar vier instrumentale begeleiders. Het is het enige concert dat deze groepering in Nederland geeft. Het zal in meer dan één opzicht een uniek gebeuren worden, aangezien dat adjectief tevens voor de kwaliteiten van de componiste en de door haar gekozen teksten van een dichter die midden in de eeuwige bossen van Noorwegen werkte en leefde.
Sinikka Langeland is in 1961 geboren als dochter van een Noorse vader en een Finse moeder uit Karelië — een streek die we zowel tegenkomen in de muziek van Jean Sibelius, alsook in de schilderkunst van Akseli Gallén-Kalela. Sinikka is een Finse voornaam, maar ze voelt zich 'afkomstig' uit twee culturen, en dat is aan haar compositiestijl en de uitwerking van de gedichten in muziek goed te horen.
Pure poëzie
De Noorse schrijver en dichter Hans Børli (1918-1989) heeft zeer veel gepubliceerd in proza en poëzie, maar daarnaast is hij zijn hele leven houtveller gebleven. De 1100 gedichten die zijn poëtisch oeuvre uitmaken, werden in de stille, nachtelijke uren geschreven. In 2005 is er in Noorwegen een tweetalige editie — Noors naast Engels — uitgekomen met zestig van zijn gedichten: We Own The Forests and Other Poems [1], waaruit Sinikka Langeland er 10 heeft uitgekozen voor haar verzameling Starflowers waarvoor wij in het Nederlands de verwante benaming sterrenbloem gebruiken. Drie eigen, uitsluitend instrumentale composities van Sinikka Langeland Sølv — Støv — Vindtreet maken het dertiental bijdragen op die ene compact disc compleet: zo'n zeventig minuten hoogwaardige, veelzijdige stukken, die alle — de gezongen stukken anders dan de puur instrumentale — in aanmerking komen voor het predikaat pure poëzie. Sinikka Langelands scala reikt van intense verstilling tot vocaal geuite, zinderende hartstocht, hetgeen leidt tot een niet alledaagse vorm van rijk geschakeerde intensiteit en spanning, die weliswaar als muzikale taal van de Noordpool tot aan Antarctis op gevoelsmatig begrip kan rekenen, maar die desondanks het Scandinavische element niet verloochent. Van minimal music tot en met felle jazz; dat laatste met name in Vindtreet, een van de drie tussenspelen.
Zoals in de, vooral symfonische, muziek van Jean Sibelius (1865-1957), ondanks de universaliteit, altijd de op de voorgrond aanwezige elementen van bossen en meren zullen blijven domineren, is dat in Sinikka's voordracht eveneens het geval met de voor haar deel van Scnadinavië typerende aspecten van licht en luchten, van eeuwig zingende bossen alsmede om de rotsen waaiende winden, die hun weerslag in alle kunstvormen van die contreien blijvend hebben gevestigd, en die ertoe kunnen bijdragen dat uitvoerenden en publiek de weg tot elkander [2] zullen vinden.
Zoals de elementen nostalgie en verlangen in de liederen van Edvard Grieg (1843-1907), maar dan in een moderne aankleding met onder meer saxofoons en slagwerk.
De Kantele
Het door Sinikka Langeland bespeelde instrument, de kantele, is een Baltisch psalterium, meer specifiek een lid van de familie der citers. Het hierboven afgebeelde exemplaar heeft 38 snaren. Het is een in Scandinavië, maar meer nog in Estland voorkomend instrument uit de volksmuziek dat traditioneel wordt getokkeld. Het instrument heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt, van 6 snaren gemaakt van paardenhaar tot de huidige vorm. Meestal houdt de bespeler het instrument op schoot dan wel voor zich op een tafeltje, zoals dat ook met de klassieke citer veelal gebeurt.
Fascinerende combinaties
De door Sinikka Langeland en haar begeleiders bijeengebrachte reeks van dertien nummers geeft een uitstekend overzicht van de veelzijdigheid, die de groep beheerst. Het enige concert in ons land, volgende week woensdag, zal dan ook voor menig belangstellende een gebeurtenis zijn om naar uit te zien.
De compact disc met de in totaal dertien nummers is het product van een enorme ontwikkeling, die de uitvoerenden zowel muzikaal alsook literair en, onverbrekelijk daaraan verbonden, algemeen maatschappelijk hebben doorgemaakt.
De inhoud van het tekstboekje bevat geen persoonlijke informatie over de uitvoerenden, maar wel de gezongen teksten van de tien gedichten van Hans Børli, alsmede, op de tegenoverliggende bladzijde, een Engelse vertaling van de oorspronkelijk Noorse teksten door Louis Muinzer. Verder zijn enkele rune-tekeningen van Tore Hansen opgenomen, uit het boek Karhun emuu, Runesanger fra Finnskogen.
_____________
Sinikka Langeland: Starflowers
13 composities van Sinikka Langeland, waarvan tien
op gedichten van Hans Børli (1918-1989)
Sinikka Langeland — zang en kantele
Arve Henriksen — trompet
Trygve Seim — tenor- en sopraansaxofoon
Anders Jormin — contrabas
Markku Ounaskari — slagwerk
ECM Records ECM 1996 — 1714563
___________
[1] Meer informatie en beeldmateriaal over Hans Børli is te vinden op de website van het Hans Børli-selskapet. Meer informatie en beeldmateriaal over Sinikka Langeland is te vinden op haar eigen website http://www.sinikka.no/
[2] Voor de jeugdige lezers: En eeuwig zingende bossen (1933); Winden waaien om de rotsen (1934); De weg tot elkander (1935) zijn de titels van de trilogie Het Geslacht Bjørndal van de Noorse romancier Trygve Gulbranssen (1894-1962).
____________
Afbeeldingen
1. Sinikka Langeland. (Foto: Kjell Ivar Wålberg.)
2. Hans Børli aan het werk als houtvester. (Foto: Sverre Eier, Hans Børli-selskapet.)
3. Hans Børli thuis aan het werk als schrijver. (Foto: Sverre Eier, Hans Børlo-selskapet.)
4. Kantele met 38 snaren.
5. Voorplat van het cd-boekje en van de omslag van Starflowers.
6. Rune-tekening van Tore Hansen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten