Spectaculair afscheid
Op zaterdag 14 mei heeft Michel Tabachnik afscheid genomen van zijn functie als chef-dirigent van het Noord Nederlands Orkest, in een vrijwel uitverkochte grote zaal van het cultuurcentrum De Oosterpoort.
Hij deed dat met twee grote stukken; het eerste was nog nieuw op het concertpodium: de Adam-Interludes uit een opera met een Vondel-achtige titel Adam in ballingschap, van de Nederlander Robert Zuidam (geb. 1964), gecomponeerd in de jaren 2007-2008, en een jaar later in première gegaan; het tweede een repertoirestuk sedert meer dan een eeuw: het Requiem van Giuseppe Verdi (1813-1901). De grootmeester componeerde dat stuk in 1873 ter nagedachtenis aan de schrijver Alessandro Manzoni (1785-1873), die internationale vermaardheid heeft verworven met zijn roman I promessi sposi (De Verloofden) uit 1842.
Tabachnik dirigeerde dit Verdi-Requiem, waarmee hij ook zijn officiële intrede als chef-dirigent heeft gerealiseerd, zonder partituur. Samen met de vier hoog aangeschreven solisten werd het een spetterend en kwalitatief hoogwaardig afscheid.
Veel, vooral lovende, woorden
Het was te voorzien dat meerdere sprekers Michel Tabachnik de nodige ─ en hier en daar volstrekt onnodige, want door de veelheid ervan niet meer zo geloofwaardige ─ lof zouden toezwaaien. Dat daarbij onder meer werd gezegd dat het tussen orkest en dirigent "liefde op het eerste gezicht" zou zijn geweest, is volstrekte onzin. Tijdens gastdirecties in 2004 mag dat zo geweest zijn, tijdens de concerten twee decennia tevoren, in 1984, zal dat minder aan de orde zijn geweest: de afspraken tussen orkest en dirigent, voor zes weken in het seizoen 1985/86, werden niet gerealiseerd. Zulke uitglijders kan men vermijden als men zich op de materie, bij de juiste mensen, vooraf oriënteert met betrekking tot de feiten.
Geheel aan het begin hield de interim-directeur van het NNO, alweer, een pleidooi voor het lidmaatschap van de Vereniging van Vrienden. Alsof dat bij al die culturele necrofielen in Den Haag, respectievelijk in de eigen regio, ook maar de geringste indruk zou maken. Waarmee, vanzelfsprekend, niet gesuggereerd wil zijn dat men geen lid zou moeten worden indien men het niet reeds is.
Erepenning Stad Groningen
Na het concert kwamen er nog twee sprekers aan het woord: Groningens burgemeester Peter Rehwinkel, die niet alleen Michel Tabachnik de hemel in prees, maar hem tevens de Erepenning van de Stad Groningen uitreikte. Beleefdheid van de zijde van de burgemeester leidde ertoe dat hij zich veelvuldig direct richtte tot de dirigent rechts van hem, waardoor zijn stemvolume regelmatig afnam aangezien de microfoon zich recht voor deze magistraat bevond.
Diens krokodillentranen jegens dreigende verpaupering van het culturele leven in Stad en Lande en in het gehele Koninkrijk der Nederlanden ─ met uitzondering, uiteraard, van de Randstad Holland: een staat in de staat ─ waren geheel terecht voorzover hij daarmede wees in de richting van de cultuurbarbaren in de regering, maar volkomen ongeloofwaardig als men bedenkt dat er in Stad en Ommeland(en) wel geld is voor dwaze, megalomane projecten als volstrekt onnodige tramlijnen (een flink wat goedkoper alternatief is vele malen beter) en het gruwelijke project aan de Grote Markt: het Forum. Laat in ieder geval het laatste niet doorgaan en moge het geld daarvan voor waarachtige cultuur worden gebruikt: het NNO en tal van andere noordelijke culturele instituties kunnen jaren, zo niet een paar decennia, verder. Tegen die tijd heeft de huidige regering in Den Haag zichzelf allang weer opgeheven, respectievelijk behoren de parafernalia ervan tot een grijs-grauw-ravenzwart verleden met bruine tinten. Het is nu waarachtig de hoogste tijd voor een indringende Culturele Revolutie.
Het Dankwoord van de thans voormalige chef- maar Ere-dirigent maakte duidelijk dat deze zich ook ernstige zorgen maakt over het politieke klimaat van nu, waarin een aperte cultuurvijandigheid overheerst. In een internationaal grote stad als Brussel, die vanaf nu uitvalsbasis van Tabachnik is, zal voor hem wel een plaats blijven bij een groot ensemble, en het zal kenners van het wereldje niet verbazen als Michel Tabachnik vervolgens in een weer wat zuidelijker gelegen hoofdstad terechtkomt, aangezien daar ─ mijns inziens ─ zijn einddoel ligt: het Orchestre de Paris.
Slechte redactie
Missers in de teksten in het programmaboekje, zoals dat van Zuidam/Verdi, kunnen, met de juiste aanpak, eveneens worden vermeden. In de biografische gegevens van de mezzosopraan Irina Tchistjakova wordt vermeld dat zij in een dramatisch werk met de titel Jean d'Arc bij de Opera van Montpelier heeft gezongen. Als het daarbij niet om een vrouwelijke tegenhanger genaamd Jeanne d'Arc gaat, dient de naam van de componist in kwestie te worden vermeld, al zou dat ook thans niet hebben misstaan. Nu munten die teksten, aangeleverd door een impresariaat en/of andersoortig management, uit in saaiheid, fantasieloosheid en een overmaat aan cliché's, aangezien vanuit die optiek elke dirigent en iedere solist alleen maar uitblinkt in de wereldtop. Als men zou beseffen hoe men enerzijds lezers van die teksten op het verkeerde been zet en anderzijds degenen die beter weten, grimassen makend doet hoofdschudden, zou de bereidheid tot ingrijpen wellicht eerder opdoemen.
Dat is, met enige redactionele vaardigheid op te vangen, maar ook daarvoor dient men de juiste mensen te engageren. Mendelssohn wordt in diezelfde tekst opgevoerd met een werk met een Engelse titel: Walpurgis Nights. Deze, door Wagner, hevig aangevallen Duitse muziekmeester componeerde Die erste Walpurgis Nacht ─ die van 30 april op 1 mei ─, op teksten uit Goethe's Faust. Dat dit in het Engels plots rijp zou zijn voor een meervoud, is niet alleen zeer twijfelachtig, het getuigt van al te weinig interesse voor feiten, vanzelfsprekend primair bij de eerst verantwoordelijke. Doch het klakkeloos overnemen van onzin zou ook strafbaar gesteld moeten worden.
En plotseling lijkt het wel of het orkest een naamsverandering heeft ondergaan, nu een bepaald lidwoord is toegevoegd aan NNO, op de voorzijde van de programmaboekjes en niet alleen daar. In Nederland bestaan slechts twee orkesten die dat lidwoord in de naam hebben: HGO ─ Het Gelders Orkest, en HBO ─ Het Brabants Orkest. Bij het NNO hoort in de benaming geen lidwoord.
Posts tonen met het label Michel Tabachnik. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Michel Tabachnik. Alle posts tonen
maandag 16 mei 2011
dinsdag 29 maart 2011
NNO tweemaal met Richard Strauss en Bruckner
In Groningen en Leeuwarden
Na de wel zeer lang nagalmende mislukkingen in Mozart-stukken door dirigent-pianist Stefan Vladar met het Noord Nederlands Orkest mogen we in ieder geval hopen, en in principe evenzeer verwachten, dat de eerstvolgende uitvoeringen onder leiding van thans nog chef-dirigent Michel Tabachnik in twee verschillende steden in het gebied van dat oudste symfonieorkest van Nederland beter zullen verlopen. Donderdag 31 maart wordt geconcerteerd in de grote zaal van het Cultuurcentrum De Oosterpoort in de stad Groningen, beginnend 's avonds om 20:15 uur; het concert zal worden herhaald op zondag 3 april, als matinee, vanaf 15:00 uur, in De Harmonie te Leeuwarden.
Het programma bestaat uit twee onderdelen, beide geschreven door een fin de siècle-componist: Vier letzte Lieder van Richard Strauss (1864-1949) met de sopraan Lisa Larsson. Na de pauze speelt het NNO de Achtste Symfonie van Anton Bruckner (1824-1896), in een versie uit 1890. Aangezien er twee versies in dat jaar zijn gereedgekomen — één in een editie van Robert Haas, de andere in een editie van Leopold Nowak — is het in principe niet helemaal duidelijk, maar er bestaan redenen om aan te nemen dat het de Nowak-versie zal worden. Die heeft Charles de Wolff — lange tijd vaste dirigent van de laatste in de reeks voorgangers van het ensemble dat thans als NNO door de wereld gaat — eenmaal in de tweede helft van de jaren zestig van de voorafgaande eeuw in De Harmonie van Groningen voorgesteld en zo'n anderhalf decennium later in De Oosterpoort.
Drie trompetten
Die tweede uitvoering kreeg nogal wat kritiek te verduren, voornamelijk omdat de twee trompetten wat mager zouden afsteken tegen de rest. Als degene die dat in een medium met een hoge oplage heeft gepubliceerd, nu eens de moeite had genomen om aan de dirigent of op het orkestkantoor te vragen waarom er slechts twee trompetten in plaats van de door de componist voorgeschreven drie op het podium zaten, had hij te horen gekregen dat er tijdens de repetities weliswaar een derde trompettist aanwezig was, die om redenen van ziekte van de derde vaste koperblazer uit die groep, reeds als vervanger uit Rotterdam was gekomen.
Tijdens de uitvoering kon de man niet spelen doordat hij in de namiddag door een wesp op zijn bovenlip was gestoken, en er toen geen tijd meer was om een vervanger voor de remplaçant te laten opdraven.
Gezien het feit dat Michel Tabachnik eerder Bruckner heeft uitgevoerd met zijn Gronings ensemble, ga ik er vooralsnog van uit dat het deze keer wel los zal lopen met die Achtste, al geef ik sterk de voorkeur aan de Originalfassung uit 1887.
Dat vond ook gastdirigent Franz Paul Decker, ruim twee decennia geleden, toen hij met een combinatie van Frysk Orkest en (toen) NFO die symfonie zou uitvoeren. Daar is het niet van gekomen, voorzover bekend als gevolg van een te groot aantal orkestleden dat door een griep was geveld.
Kunnen met kennis
Over Anton Bruckner is wel eens beweerd dat hij de uitspraak zou hebben gedaan: "Jeder Künstler ist ein Neurotiker; leider ist nicht jeder Neurotiker auch ein Künstler."
Ik ben het in de literatuur nog niet tegengekomen, en daarom ga ik vooralsnog uit van een apocrief, maar het is een gezegde dat ook vijf kwart eeuw na het ontstaan van die Achtste Symfonie, nog springlevend is en nog meer opgeld doet dan (eventueel) indertijd, aangezien er nu zoveel meer mensen zijn en er zoveel meer (al dan niet vermeende) kunst bestaat dan anno dazumal.
In het jaar dat Anton Bruckner die Originalfassung aan de wereld schonk, 1887, is er een editie verschenen van de Allgemeine Encyklopädie der Wissenschaften und Künste, waarin onder meer het volgende te lezen valt:
"Kunst ist von Können abgeleitet und bezeichnet eine durch Uebung erworbene Geschicklichkeit in der Ausführung einer gewissen Arbeit. Natürlich ist das Können hier mit Kennen verwandt."
Na de wel zeer lang nagalmende mislukkingen in Mozart-stukken door dirigent-pianist Stefan Vladar met het Noord Nederlands Orkest mogen we in ieder geval hopen, en in principe evenzeer verwachten, dat de eerstvolgende uitvoeringen onder leiding van thans nog chef-dirigent Michel Tabachnik in twee verschillende steden in het gebied van dat oudste symfonieorkest van Nederland beter zullen verlopen. Donderdag 31 maart wordt geconcerteerd in de grote zaal van het Cultuurcentrum De Oosterpoort in de stad Groningen, beginnend 's avonds om 20:15 uur; het concert zal worden herhaald op zondag 3 april, als matinee, vanaf 15:00 uur, in De Harmonie te Leeuwarden.
![]() |
De Zweedse sopraan Lisa Larsson. Foto overgenomen van haar website. |
Drie trompetten
Die tweede uitvoering kreeg nogal wat kritiek te verduren, voornamelijk omdat de twee trompetten wat mager zouden afsteken tegen de rest. Als degene die dat in een medium met een hoge oplage heeft gepubliceerd, nu eens de moeite had genomen om aan de dirigent of op het orkestkantoor te vragen waarom er slechts twee trompetten in plaats van de door de componist voorgeschreven drie op het podium zaten, had hij te horen gekregen dat er tijdens de repetities weliswaar een derde trompettist aanwezig was, die om redenen van ziekte van de derde vaste koperblazer uit die groep, reeds als vervanger uit Rotterdam was gekomen.
![]() |
Thans nog chef-dirigent van het NNO: MIchel Tabachnik. |
Gezien het feit dat Michel Tabachnik eerder Bruckner heeft uitgevoerd met zijn Gronings ensemble, ga ik er vooralsnog van uit dat het deze keer wel los zal lopen met die Achtste, al geef ik sterk de voorkeur aan de Originalfassung uit 1887.
Dat vond ook gastdirigent Franz Paul Decker, ruim twee decennia geleden, toen hij met een combinatie van Frysk Orkest en (toen) NFO die symfonie zou uitvoeren. Daar is het niet van gekomen, voorzover bekend als gevolg van een te groot aantal orkestleden dat door een griep was geveld.
Kunnen met kennis
Over Anton Bruckner is wel eens beweerd dat hij de uitspraak zou hebben gedaan: "Jeder Künstler ist ein Neurotiker; leider ist nicht jeder Neurotiker auch ein Künstler."
Ik ben het in de literatuur nog niet tegengekomen, en daarom ga ik vooralsnog uit van een apocrief, maar het is een gezegde dat ook vijf kwart eeuw na het ontstaan van die Achtste Symfonie, nog springlevend is en nog meer opgeld doet dan (eventueel) indertijd, aangezien er nu zoveel meer mensen zijn en er zoveel meer (al dan niet vermeende) kunst bestaat dan anno dazumal.
![]() |
Bruckner-standbeeld in Wenen. Foto genomen in 2003. |
"Kunst ist von Können abgeleitet und bezeichnet eine durch Uebung erworbene Geschicklichkeit in der Ausführung einer gewissen Arbeit. Natürlich ist das Können hier mit Kennen verwandt."
dinsdag 30 november 2010
Eeva Koskinen speelt Vioolconcert van Aram Chatsjatoerjan vijf dagen achtereen met NNO
Eerste concertmeester van het NNO, Eeva Koskinen, is vijf avonden soliste in het Vioolconcert van Aram Chatsjatoerjan. |
Eeva Koskinen als soliste
De gekste spellingen van de naam van de Armeen Aram Chatsjatoerjan (1903-1978) komen we tegen bij orkesten, platenmaatschappijen en recensenten. De enige juiste Nederlandse transliteratie vindt u hierboven. Aangezien we Nederlanders zijn is er geen enkele reden een Duitse, Engelse, Franse of nog andere spelling te hanteren, of — erger nog — een combinatie van allerlei verschillende.
De naam Chatsjatoerjan komt hier zo prominent naar voren, aangezien diens Vioolconcert de komende week, dinsdag 30 november tot en met zaterdag 4 december vijf avonden achtereen zal worden gespeeld door Eeva Koskinen, eerste concertmeester van het Noord Nederlands Orkest, alle vijf keer met dat eigen ensemble, onder leiding van Michel Tabachnik.
Over het Vioolconcert van deze Armeen hebben we, in verband met concerten door hetzelfde symfonieorkest, al eens eerder gepubliceerd, onder meer in een artikel op onze zustersite Tempel der Toonkunst, op 29 januari 2008.
Over het Vioolconcert van deze Armeen hebben we, in verband met concerten door hetzelfde symfonieorkest, al eens eerder gepubliceerd, onder meer in een artikel op onze zustersite Tempel der Toonkunst, op 29 januari 2008.
Dvořák en Brahms
Het optreden wordt geopend met het symfonisch gedicht De Woudduif van Antonín Dvořák. Meer over die compositie kunt u hier lezen. Na het vioolconcert in kwestie en de daarop aansluitende pauze, wordt de Derde Symfonie van Johannes Brahms uitgevoerd. Een uitgebreid artikel daarover is te vinden op de fin de siècle cultuur-website All art is quite useless. Dat heb ik daar op 9 augustus 2007 opgenomen. Een nabeschouwing op het eerste concert in de reeks van drie die het orkest verleden week heeft gespeeld — met alleen een andere compositie in plaats van het concert van Chatsjatoerjan — is op deze site te vinden.
![]() |
Johannes Brahms. |
Het concert wordt viermaal gegeven in het eigen speelgebied van het ensemble en daartussenin eenmaal in Duitsland, in de Festhalle te Viersen, vrijdag 3 december.
De tournee begint op dinsdag 30 november in Schouwburg Ogterop te Meppel, en wordt vervolgd op woensdag 1 december in De Muzeval te Emmen [1]. Daarna is Theater Geert Teis in Stadskanaal aan de beurt, op donderdag 2 december. De tournee wordt afgesloten op zaterdag 4 december in De Tamboer te Hoogeveen.
De tournee begint op dinsdag 30 november in Schouwburg Ogterop te Meppel, en wordt vervolgd op woensdag 1 december in De Muzeval te Emmen [1]. Daarna is Theater Geert Teis in Stadskanaal aan de beurt, op donderdag 2 december. De tournee wordt afgesloten op zaterdag 4 december in De Tamboer te Hoogeveen.
_________
[1] In De Muzeval te Emmen dirigeerde Chatsjatoerjan het (toenmalige) Amsterdams Philharmonisch Orkest in (onder meer) dat eigen Vioolconcert (met Viktor Pikaizen als solist), op 2 oktober 1972.
Abonneren op:
Posts (Atom)