Posts tonen met het label Richard Strauss. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Richard Strauss. Alle posts tonen

maandag 23 januari 2012

Orkest Vrije Universiteit kreeg te weinig publiek

Eerste van twee jubileumconcerten
Op de dag dat het orkest van de Vrije Universiteit te Amsterdam exact vijftig jaar bestond ─ op zaterdag 21 januari jongstleden ─ werd het eerste van de twee geprogrammeerde jubileum-optredens gerealiseerd in de grote concertzaal van het Cultuurcentrum De Oosterpoort in Stad. In het inleidende woord, door één der bestuursleden van het ensemble, werd gerept van concerteren in de mooiste zalen van ons land. Hoewel dat ietwat over-complimenteus klonk, is die grote Ooosterpoort-zaal sedert het begin van het lopende seizoen flink opgestoten in de vaart der gebouwen voor concerten met een vooraanstaande outillage, doordat men er eindelijk, na bijna vier decennia, afscheid heeft genomen van de agressief-oranje stoelen, en deze heeft vervangen door waarachtig luxe fauteuils. Het gevolg is wel dat nu heel wat plaatsen meer dan tot dan toe tot de eerste rang behoren, met het daaraan onverbrekelijk verbonden, hogere prijskaartje.

Het symfonieorkest van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Symfonisc
he muziek op zaterdagmiddag

Geheel tegengesteld aan Amsterdam, waar in het Concertgebouw de ZaterdagMatinee een groot succes is, kan men in genoemde Oosterpoort-zaal in Groningen beter niet op zaterdagmiddag een symfonisch concert organiseren, aangezien dit, inmiddels traditioneel, op (al te) weinig belangstelling mag rekenen. Zelfs medio jaren zeventig, toen een entreekaart relatief een krats kostte, trok zelfs het Concertgebouworkest ─ dat bijna altijd voor een uitverkocht huis in Groningen speelde ─ tijdens een concert op een zaterdagmiddag geen half volle zaal. Tegenwoordig liggen die toegangsprijzen veel te hoog, en dat is uitsluitend te wijten aan een regering van cultuurbarbaren met ─ op de voor cultuur blijkbaar meest belangrijke post binnen die kongsi ─ een volleerde cultuurbeul, die de begrippen niveau en beschaving niet eens kan spellen, en daarnevens niet het geringste historische besef heeft met betrekking tot onze cultuur in het algemeen en al evenmin omtrent het functioneren van de symfonieorkesten in ons land in het bijzonder.

Neerwaartse spiraal

Een dergelijk, al te pijnlijk, gegeven kan niet anders dan leiden tot een conglomeraat van destructieve maatregelen met ingebouwd sneeuwbaleffect. Die ingrepen worden, tot overmaat van gebrek aan grandeur en inzicht, verkocht met het niet alleen tenen- maar tegelijkertijd alle andere lichaamsdelen ernstig krommende, respectievelijk wapperende, cliché snoeien om te groeien. Een ergerlijke gotspe, die volkomen haaks staat op de werkelijkheid van alledag binnen de Nederlandse muzieksector. Daar wordt gesnoeid tot en met de wortels, waardoor groei definitief blijft uitgesloten. Zulke maatregelen hebben eveneens tot gevolg dat de toegangsprijzen ─ naast de, zelfs tegen de zin van de Eerste Kamer doorgevoerde, BTW-verhoging ─ blijven stijgen, hetgeen inmiddels ook al contraproductief is gebleken.

Matige belangstelling

Van een te hoge toegangsprijs voor dit concert van het grote en tevens grootse ensemble kon geen sprake zijn: deze was met vijftien euro (en tien euro voor studenten) zeer laag gehouden.
Eigenlijk had ik verwacht ─ meer nog: de hoop gekoesterd ─ dat er aardig wat musici van het Noord Nederlands Orkest waren komen luisteren naar, vooral, het omvangrijk bezette opus van Richard Strauss (1864-1949) Eine Alpensinfonie

Van die professionele musici heb ik er niet één gezien, daarentegen wel diverse, vergevorderde amateur-musici van de KamerFilharmonie Der Aa, voornamelijk zulke, die tevens als bestuursleden aan dat ensemble zijn verbonden. Dat siert hen, en gaf hun meteen de gelegenheid, de bezoekers te attenderen op een eigen, binnenkort te spelen, concert in diezelfde zaal.

Te weinig publiciteit

Ik heb kunnen vaststellen ─ ondanks posters, die ik in boekhandels en antiquariaten heb zien hangen, en voor de verspreiding waarvan enkele mensen van het VU-orkest zelf begin deze maand naar Groningen waren gekomen ─ dat er niet veel aan publiciteit is gedaan door de plaatselijke media. Dat zo'n ensemble niet aan buitenreclame op strategische plekken in deze stad heeft gedaan, is begrijpelijk, want de kosten daarvoor zijn niet (meer) op te brengen. Ook trof ik, nog zaterdagochtend, mensen die graag naar zo'n concert zouden gaan, maar helemaal niet op de hoogte waren van de komst van het VU-orkest en daarnaast verbintenissen elders hadden op zaterdagmiddag. Aan de duidelijke grafisch goed doordachte posters kan het niet gelegen hebben.
__________
Zie tevens een recensie/concertverslag op onze zustersite Tempel der Toonkunst.

dinsdag 17 januari 2012

Orkest Vrije Universiteit speelt in De Oosterpoort

In verband met het vijftigjarig bestaan van het Orkest van de Vrije Universiteit ─ gevestigd in Amsterdam ─ geeft dit ensemble, onder leiding van Daan Admiraal, de komende dagen twee concerten: het eerste in de onlangs qua meubilair aanmerkelijk verfraaide ─ want eindelijk niet meer voorzien van die pijnlijk agressieve oranje stoelen en rode, witte en blauwe indeling ─ grote zaal van het cultuurcentrum De Oosterpoort in de Stad Groningen.
Het concert wordt gegeven op zaterdag 21 januari, vanaf 14:15 uur. Op het programma staan twee werken: de uit 22 onderdelen bestaande, alleen in een waarlijk grote concertzaal tot zijn recht komende ─ compositie Eine Alpensinfonie, opus 64 voor orgel en groot orkest, geschreven in de jaren 1911-1915, van de veelzijdige Duitse componist en dirigent ─ tevens enige tijd politiek actief in de jaren van Duitse duisternis ─ Richard Strauss (1864-1949), alsmede de Muziek voor snaarinstrumenten, slagwerk en celesta uit 1936 van de Hongaar Béla Bartók (1881-1945).
Maandag 23 januari wordt het optreden 's avonds herhaald in het Concertgebouw te Amsterdam.
__________
Zie ook het artikel op onze zustersite Muziek en mensen, van dinsdag 17 januari.

woensdag 22 juni 2011

KamerFilharmonie Der Aa heeft met één seizoen haar bestaansrecht ruimschoots bewezen

Met het laatste concert ─ van de inmiddels vier ─ waarmee de KamerFilharmonie der Aa het eerste seizoen heeft afgesloten, heeft dit symfonieorkest zijn bestaansrecht opnieuw ruimschoots bewezen.
Ook deze keer werd het programma tweemaal gespeeld. Beide optredens werden overigens op andere locaties gegeven dan de beide voorafgaande concerten. Gezien het programma was De Schalm in Assen, met een beroerde akoestiek en relatief weinig ruimte voor bezoekers, geen optie; daarom was gekozen voor De Tamboer in Hoogeveen, waar ook veel meer stoelen beschikbaar zijn. De locatie in Groningen was ook een andere dan voor de beide voorafgaande concerten van dit seizoen: de grote zaal van De Oosterpoort herbergde deze keer drie à vier keer zoveel bezoekers als tijdens de optredens, eerder dit seizoen, in de Immanuëlkerk. Daar zou het gebouw uit de voegen gebarsten zijn door een uitvoering van de spectaculair-spetterende 'symfonie' van Johan de Meij met, oneerbiedig uitgedrukt, een hoop lawaai.
Daarvoor bood de grote zaal van De Oosterpoort een geschikte entourage. Eerder klonken daar ─ gespeeld door het Noord Nederlands Orkest ─ alle symfonieën van De Meij.

Kamerfilharmonie der Aa met gastdirigent Ivan Meylemans
op 17 juni 2011 in theater De Tamboer te Hoogeveen
The Lord of the Rings
Die Eerste Symfonie van Johan de Meij draagt de titel The Lord of the Rings, hetgeen aangeeft dat het hier om programmamuziek gaat, en voor menigeen duidelijk zal zijn welke de inspiratiebron voor de coimponist moet zijn geweest: het gelijknamige, omvangrijke boek van John Ronald Reuel Tolkien (1892-1973). Dat werd een wereldwijd succes en heeft in de tweede helft van de twintigste eeuw veel schrijvers van fantasy geïnspireerd. Het werd zeer geliefde lectuur, die echter geenszins de kwalificatie literatuur verdient. De meningen, respectievelijk de inzichten, omtrent die verhalen lopen uiteen van ongebreidelde bewondering aan en de ene kant tot complete afwijzing anderzijds. Om hier nu een persoonlijke noot toe te voegen: ik heb me tijdens de eerste dertig pagina's dermate verveeld, nu ongeveer een halve eeuw geleden dat ik het boek terzijde heb gelegd. Opvallend is dat ik vrijwel alleen maar mensen ken die hetzelfde hebben ondergaan.
Daar staat tegenover dat de inhoud nadrukkelijk spectaculair filmisch is, en dat is met de symfonie van Johan de Meij eveneens het geval. Zonder beelden is er echter geen sprake van interessante of boeiende muziek, al moet gezegd dat aan de hand daarvan wel kan worden vastgesteld of een ensemble goed is, en in die zin is het project geslaagd, en dat mag ook worden geconcludeerd uit de overwegend positieve reacties in de zaal en na afloop, al heb ik ook stemmen gehoord, die alleen waardering konden opbrengen voor de beide werken vóór de pauze.


Richard Strauss
Ter opening van het concert werd de Bläserserenade opus 7 uit 1880 van Richard Strauss gespeeld voor dubbele houtblazersbezetting met toegevoegde contrafagot en vier hoorns: dertien spelers in totaal. Het toenmalige Noordelijk Filharmonisch Orkest heeft dat stuk ongeveer een kwart eeuw geleden wel eens op hetzelfde podium ten gehore gebracht.
Het stuk is ontstaan in de gymnasiumtijd van Richard Strauss, die gewoon tijdens de lesuren zat te componeren, en die daarbij doorgaans niet door zijn docenten van werd weerhouden, aangezien die leerkachten zullen hebben herkend dat ze met een geniale jonge student van doen hadden. Een groots werk is het weliswaar niet, maar dat mag men ─ ondanks het feit dat zulks wel voorkomt ─ ook niet verwachten van een zestienjarige zonder conservatoriumopleiding.
Het stuk maakte een charmante indruk, zoals het werd uitgevoerd door die blazers met hun gastdirigent voor dit concert: Ivan Meylemans (40 jaar, assistent-dirigent van het Concertgebouworkest).

Tsjajkovski's Strijkersserenade
Lange tijd is de Strijkersserenade opus 48 van Pjotr Iljitsj Tsjajkovski (1840-1893) uit 1884 een der meest geliefde stukken van het klassieke concertpodium geweest, en werd deze compositie over de gehele aarde gespeeld waar ensembles waren gevestigd of tijdens een tournee optraden. Dat is de beide laatste decennia flink wat minder geworden.
Zelf heb ik de laatste directe uitvoering meegemaakt tijdens een concert in 1975 in De Muzeval te Emmen, waar het indertijd wereldvermaarde kamerorkest van Jean-François Paillard (geboren 1928) een concert gaf. Dat ensemble was er dermate mee 'vergroeid', dat wil zeggen het was zo'n repertoirestuk geworden dat de uivoering niet meer kon boeien, aangezien het al te gelikt overkwam en daardoor geenszins (meer) kon activeren.
De 33 strijkers van de KamerFilharmonie Der Aa onder Ivan Meylemans presenteerde een levendige versie, die helaas steeds werd onderbroken door volstrekt ongepast applaus tussen de delen. [1]

__________
[1] Dit probleem doet zich, helaas, steeds vaker voor, en dat vooral als het publiek niet gewend is om met enige regelmaat concerten te bezoeken. Bij de verschillende studentenorkesten in ons land is dat eveneens het geval, en helemaal als iemand vooraf vraagt om niet tussen de delen te applaudisseren. Men zou zoiets vetgedrukt in het programmaboekje moeten opnemen op een plek die de lezers niet kunnen negeren, behalve als het programmablad niet eens openen. Dan zijn de musici helemaal aan de heidenen overgeleverd, en dat zijn ze genoeg door de maatregelen van onbehoorlijk bestuur door de cultuurbeulen van Neerlands Binnenhof, waar de gekwadrateerde incompetentie heerst, in de eerste plaats waar het onze cultuur betreft.

donderdag 16 juni 2011

KamerFilharmonie Der Aa in Hoogeveen en Stad

Componist Johan de Meij;
foto van diens website
Verrassing in de Herestraat
Verleden zaterdag heeft de in Stad gevestigde KamerFilharmonie Der Aa op originele wijze aandacht gevraagd voor het concert dat de komende dagen ─ vrijdagavond in Hoogeveen, en zondagavond in Groningen ─ op het programma van dat symfonisch ensemble zal prijken.
Wat wordt omschreven als flashmob ─ ook alweer zo'n dwaas Yanken-begrip waarmee onze Nederlandse taal wordt vergiftigd ─, bleek in de praktijk een korte confrontatie van het winkelend publiek met klanken uit de symfonie nr. 1, The Lord of the Rings van de Nederlandse componist Johan de Meij (geboren 1953), gecomponeerd in de jaren 1984-1988 voor harmonieorkest en later bewerkt tot een partituur voor symfonisch ensemble. Die laatste versie zal tweemaal door de KamerFilharmonie Der Aa worden gespeeld.
Aan de kop van de Herestraat stonden de musici van het ensemble in vier instrumentengroepen opgesteld, waardoor de aandacht heel nadrukkelijk op de uitvoerenden en hun verrichtingen werd gericht.


Windkracht

Dat was, vanzelfsprekend, de bedoeling van de organisatoren, die ─ alweer vanzelfsprekend ─ graag willen dat er tussen die talrijke voorbijgangers, welke van lieverlee luisteraars werden, sommigen een stoel zullen gaan bezetten in de grote zaal van het cultuurcentrum De Oosterpoort als de KamerFilharmonie Der Aa daar op zondag 19 juni de gehele symfonie van Johan de Meij zal spelen. Voordien, tot aan de pauze, zullen tijdens datzelfde concert nog twee serenades: die voor Strijkers, in C-groot uit 1880 van Pjotr Iljitsj Tsjakovski (1840-1893); en die voor blazers uit 1884 van Richard Strauss.
Windkracht luidt het motto van het concert dat het ensemble niet alleen genoemde zondag in Groningen ten gehore zal brengen, doch al eerder, op vrijdag 17 juni, in theater De Tamboer te Hoogeveen zal presenteren.


(gast)dirigent Ivan Meylemans; foto overgenomen van diens website

 Gastdirigent
De twee voorafgaande concerten tijdens dit eerste seizoen van de KamerFilharmonie Der Aa werden gegeven onder de bezielende leiding van Joost Smeets. Voor het derde optreden is een gast gecontracteerd: Ivan Meylemans, assistent-dirigent van het Concertgebouworkest.

dinsdag 29 maart 2011

NNO tweemaal met Richard Strauss en Bruckner

In Groningen en Leeuwarden
Na de wel zeer lang nagalmende mislukkingen in Mozart-stukken door dirigent-pianist Stefan Vladar met het Noord Nederlands Orkest mogen we in ieder geval hopen, en in principe  evenzeer verwachten, dat de eerstvolgende uitvoeringen onder leiding van thans nog chef-dirigent Michel Tabachnik in twee verschillende steden in het gebied van dat oudste symfonieorkest van Nederland beter zullen verlopen. Donderdag 31 maart wordt geconcerteerd in de grote zaal van het Cultuurcentrum De Oosterpoort in de stad Groningen, beginnend 's avonds om 20:15 uur; het concert zal worden herhaald op zondag 3 april, als matinee, vanaf 15:00 uur, in De Harmonie te Leeuwarden.
De Zweedse sopraan Lisa Larsson.
Foto overgenomen van haar website.
Het programma bestaat uit twee onderdelen, beide geschreven door een fin de siècle-componist: Vier letzte Lieder van Richard Strauss (1864-1949) met de sopraan Lisa Larsson. Na de pauze speelt het NNO de Achtste Symfonie van Anton Bruckner (1824-1896), in een versie uit 1890. Aangezien er twee versies in dat jaar zijn gereedgekomen — één in een editie van Robert Haas, de andere in een editie van Leopold Nowak — is het in principe niet helemaal duidelijk, maar er bestaan redenen om aan te nemen dat het de Nowak-versie zal worden. Die heeft Charles de Wolff — lange tijd vaste dirigent van de laatste in de reeks voorgangers van het ensemble dat thans als NNO door de wereld gaat — eenmaal in de tweede helft van de jaren zestig van de voorafgaande eeuw in De Harmonie van Groningen voorgesteld en zo'n anderhalf decennium later in De Oosterpoort.

Drie trompetten

Die tweede uitvoering kreeg nogal wat kritiek te verduren, voornamelijk omdat de twee trompetten wat mager zouden afsteken tegen de rest. Als degene die dat in een medium met een hoge oplage heeft gepubliceerd, nu eens de moeite had genomen om aan de dirigent of op het orkestkantoor te vragen waarom er slechts twee trompetten in plaats van de door de componist voorgeschreven drie op het podium zaten, had hij te horen gekregen dat er tijdens de repetities weliswaar een derde trompettist aanwezig was, die om redenen van ziekte van de derde vaste koperblazer uit die groep, reeds als vervanger uit Rotterdam was gekomen. 
Thans nog chef-dirigent van het
NNO: MIchel Tabachnik.
Tijdens de uitvoering kon de man niet spelen doordat hij in de namiddag door een wesp op zijn bovenlip was gestoken, en er toen geen tijd meer was om een vervanger voor de remplaçant te laten opdraven.
Gezien het feit dat Michel Tabachnik eerder Bruckner heeft uitgevoerd met zijn Gronings ensemble, ga ik er vooralsnog van uit dat het deze keer wel los zal lopen met die Achtste, al geef ik sterk de voorkeur aan de Originalfassung uit 1887.
Dat vond ook gastdirigent Franz Paul Decker, ruim twee decennia geleden, toen hij met een combinatie van Frysk Orkest en (toen) NFO die symfonie zou uitvoeren. Daar is het niet van gekomen, voorzover bekend als gevolg van een te groot aantal orkestleden dat door een griep was geveld.

Kunnen met kennis

Over Anton Bruckner is wel eens beweerd dat hij de uitspraak zou hebben gedaan: "Jeder Künstler ist ein Neurotiker; leider ist nicht jeder Neurotiker auch ein Künstler."
Ik ben het in de literatuur nog niet tegengekomen, en daarom ga ik vooralsnog uit van een apocrief, maar het is een gezegde dat ook vijf kwart eeuw na het ontstaan van die Achtste Symfonie, nog springlevend is en nog meer opgeld doet dan (eventueel) indertijd, aangezien er nu zoveel meer mensen zijn en er zoveel meer (al dan niet vermeende) kunst bestaat dan anno dazumal.
Bruckner-standbeeld in Wenen.
Foto genomen in 2003.
In het jaar dat Anton Bruckner die Originalfassung aan de wereld schonk, 1887, is er een editie verschenen van de Allgemeine Encyklopädie der Wissenschaften und Künste, waarin onder meer het volgende te lezen valt:

"Kunst ist von Können abgeleitet und bezeichnet eine durch Uebung erworbene Geschicklichkeit in der Ausführung einer gewissen Arbeit. Natürlich ist das Können hier mit Kennen verwandt."

maandag 7 februari 2011

Sietse-Jan Weijenberg speelt Celloconcert van Edward Elgar met Nederlands Studenten Orkest

Met het gebruikelijke lef
Zondag 13 februari treedt het Nederlands Studenten Orkest op in het cultuurcentrum De Oosterpoort in Stad. Groningen is de achtste plaats die het ensemble aandoet met dirigent Peter Biloen. Op zondag 6 februari is de tournee traditiegetrouw in Someren begonnen, waar men hard heeft gewerkt alvorens op het podium plaats te nemen voor een kritisch luisterend publiek.



Onder het motto Muzikale Heroïek en Romantiek— verwijzend naar
Ein Heldenleben uit1897/98 van Richard Strauss (1864-1949), waarmee het NSO-concert zal worden besloten met een orkestbezetting van meer dan honderd instrumentalisten, en het Celloconcert van Edward Elgar — doet het esemble ook dit jaar weer zijn uiterste best met een boeiend programma voor de dag te komen, gedurende tien achtereenvolgende dagen in eigen land en dan nog eens, op donderdag 17 februari in de Poolse stad Krakau.

Groningen-accenten

Dit concert van het NSO neemt twee nadrukkelijk Groningen-accenten mee: ten eerste de solist van de avond, cellist Sietse-Jan Weijenberg, die zich in relatief korte tijd in de rij der allerbeste instrumentalisten heeft weten te scharen, hetgeen niemand zal verbazen, die zijn wordingsgeschiedenis enigszins luisterend heeft gevolgd [1]. Sietse-Jan slaagde voor zijn eindexamen ter afronding van zijn studie aan het Noord Nederlands Conservatorium met een 10, hetgeen door een juichend auditorium in de concertzaal van dat instituut in ontvangst werd genomen.

Cellist Sietse-Jan Weijenberg, op 10 februari 2005, direct voorafgaande aan zijn interpretatie van een première van de Groninger componist Jord Homan (rechts) tijdens de compostie-avond van het in Zwolle gevestigde ARTEZ-conservatorium. In het midden compositiedocent Alex Manassen van dat muziekinstituut.

Daarna is deze cellist, met reeds toen een intens warm klinkend instrument, in Parijs verder gaan studeren. 
Sietse-Jan Weijenberg reist tijdens de tournee van het NSO mee en treedt met het ensemble, onder leiding van Peter Biloen, tien achtereenvolgende avonden op met het aanvankelijk geflopte, maar later tot topstuk geavanceerde Celloconcert uit 1919 van Edward Elgar (1857-1934).
Het tweede Groningen-accent bestaat in de persoon van eerste concertmeester Floor Le Coultre, die de uiterst lastige, maar tegelijkertijd zeer dankbare, vioolpartijen in Ein Heldenleben zal spelen. Zij studeert Viool in Den Haag.
Het concert zal worden geopend met de opdrachtcompositie van het NSO: Moriae Encomium van de Nederlandse componist Marijn Simons. Meer daarover is te vinden in een artikel op onze zustersite Muziek en mensen.
__________
[1] Zelfs mijn toen 24 jaar oude kater Pluim, die zich altijd afzijdig hield van bezoekers, nam de moeite om spinnend bij Sietse-Jan op schoot plaats te nemen toen deze eens bij ons op visite was, maar dat is alweer prehistorie, want eind 2002.