maandag 24 augustus 2009

Hans Goedkoop opent academisch letterenjaar RUG

Gebrek aan historisch besef
Op dinsdag 25 augustus zal het academische jaar van de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen worden geopend door Hans Goedkoop (*1963). Hij is niet alleen bekend van het NPS/VPRO-televisieprogramma Andere tijden, maar eveneens van nog andere culturele uitzendingen van de publieke omroepen en als, soms zelfs omstreden, literair criticus van NRC/Handelsblad.
Voor de officiële opening van het academische letterenjaar zal Hans Goedkoop — op genoemde dag vanaf 16:00 uur in de Aula van het Academiegebouw — de Letterenlezing uitspreken, die de titel heeft meegekregen Verzamelde misverstanden over ons historisch besef.
Uit diverse disciplines van onze maatschappij komen signalen dat er iets moet worden ondernomen tegen de op tal van fronten optredende erosie van het historische besef der Nederlanders. Maar al datgene wat wordt ondernomen om dit fenomeen zo goed mogelijk tegen te gaan in het kader van de middelen die de overheid daarvoor heeft — historische canon enerzijds en Nationaal Historisch Museum aan de andere kant — kan daarvan niet zoveel positieve invloed uitgaan zolang de canon binnen het onderwijs niet verplicht wordt gesteld en het museum in kwestie maar niet van de grond komt — en evenmin van de grond kan komen vanwege ruzies en alles wat die met zich meebrengen.

Klassieke komedie?
Hans Goedkoop beschouwt dat alles als een klassieke komedie van misverstanden, die woekert binnen de vooraanstaande betrokkenen binnen de wereld der academische wetenschappen en de vaderlandse politiek. Al moet gezegd dat deze komedie niet zelden zicht biedt op scènes die eerder passen binnen een platvloerse klucht. Uit die beide categorieën kunnen oproepen bij de vleet komen, maar de vraag is — en blijft nog wel even — of die ook maar in de geringste mate in de buurt van de beoogde resultaten geraken. Dat rechtvaardigt volgens Goedkoop de vraag bij wie het historisch besef in de geringste mate aanwezig is. Die prikkelende en provocerende stelling is uitgangspunt van de letterenlezing, die niet alleen voor academici, maar voor alle belangstellenden gratis toegankelijk is.

dinsdag 18 augustus 2009

Jan Hage tijdens Avondtmusyck op Martini-orgel

Papa Bach omsluit de overigen
Het concert dat Jan Hage (*1964) — sedert 1995 organist van de Haagse Kloosterkerk — op woensdag 19 augustus vanaf 20:00 uur zal verzorgen in de Martinikerk van Groningen, in de reeks van de Stichting Avondtmusyck Groningen — opent en sluit met composities van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Na het driedelige Concerto in C, BWV 594, een arrangement op opus 7 nr. 5 van Antonio Vivaldi, volgt Vater unser im Himmelreich, BWV 682.


In het jaar van de inmiddels bekende muzikale grootheden uit het verleden die, qua geboortejaar dan wel jaar van overlijden, met de lopende twaalf maanden in verband gebracht kunnen worden — en dat zijn Purcell, Händel, Haydn en Mendelssohn —, komen we de één en de ander van hen wat meer tegen dan de overigen als het om orgelmuziek gaat. Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) heeft zich op dat onderdeel van het componeren niet onbetuigd gelaten en mede daardoor komt het dat we zijn naam eveneens in de Martinikerk van de noordelijke metropool in 2009 vaker in programma's zien afgedrukt dan in andere jaren.
Van hem speelt Jan Hage de Sonate in Bes, opus 65, IV, gecompleteerd op 2 januari 1845. Nog geen drie weken geleden klonk deze sonate op hetzelfde orgel, toen gespeeld door Jochem Schuurman.
Voordat het concert zal worden afgerond met Bachs Praeludium et Fuga in Es-groot BWV 552, uit de Clavier-Übung (Leipzig 1739), zal de gastorganist van de avond de toehoorders bekend maken met Sequens een compositie uit 1979 van Jan Welmers (*1937).
____________
Afbeeldingen
1. Middentoren van het Martini-orgel Groningen, met blinderingswerk en houtblazers.
Met dank aan Elly Kooiman, op wier website nog meer dan duizend andere foto's van dit instrument en diverse andere te zien zijn.
2. Organist Jan Hage.

vrijdag 14 augustus 2009

Henk van Ulsen presenteert Matrozen en andere Scheepsgezellen op expositie in Galerie MooiMan

Scheepsmanifestaties
Op zondag 16 augustus 's middags om(streeks) 16:00 uur — als de laatste dag van de manifestatie Van Kogge tot Coaster in een deel van de stad-Groninger binnenwateren nog in volle gang is en aldaar shantykoren, alsmede andere zeeliedenzang en overige uitingen van matrozenkennis en -kunde zullen worden uitgestort over de ongetwijfeld talrijke bezoekers, met een, wellicht daardoor, vermeerderde hunkering naar de naderende, nog weer grotere, manifestatie Delfsail — zal de eerste expositie [1] na het zomerreces in onze Stadse Galerie MooiMan worden geopend door een Wijze Kater die men aan zijn stem zou moeten herkennen. Of dat echter ook het geval zal zijn als men bedenkt dat de gemiddelde leeftijd van de bezoekers van de tentoonstellingen in genoemde galerie wel enkele decennia geringer zal zijn dan ik in mijn eentje heb bereikt, is het toch de vraag of iedereen de stem van Henk van Ulsen (her)kent. Tenzij men een fervent liefhebber van schilders en hun producten is en daarbij de Nederlanders niet uit het oog heeft verloren en zeer recentelijk één van de diverse herhalingen van een programma op het digitale themakanaal Geschiedenis 24 heeft bekeken welke over die meester-schilder en dito vervalser Han van Meegeren ging, gepresenteerd door Henk van Ulsen. En als je diens stem eenmaal goed tot je hebt kunnen laten doordringen, is die, mijns inziens, voor de rest van dit leven en zeker nog een dozijn reïncarnaties op de harde schedelschijf opgeslagen. Het is dan ook de verwachting dat wijze woorden over kunst en cultuur in het algemeen, en omtrent die in de galerie in kwestie, de officiële opening door de aangekondigde acteur zullen begeleiden. Ongetwijfeld heeft de Russische literaire kunst van de negentiende eeuw bij Henk van Ulsen heel wat meer zielenroerselen veroorzaakt dan schilderijen over zeelieden. Maar of die nu door oud-Amsterdam zwieren en de meiden versieren, dan wel de Groninger diepenring onveilig maken, een link naar de schone letteren weet Henk van Ulsen vast wel te leggen.
Want Querelle de Brest — van de roman uit 1947 door Jean Genet (1910-1986), die uitnemend werd vertolkt door de Weense acteur Hanno Pöschl — komt eveneens uit de literatuur en heeft in aquarelvorm, in de versie van Rinaldo Hopf, op deze MooiMan-expositie een plaats gekregen. Zinnig zijn zulke verbintenissen tussen de verschillende disciplines binnen de kunst als geheel: kunstzinnig mogen we wel zeggen.
En als u wilt weten wie er allemaal nog zijn vertegenwoordigd met werk tijdens deze 'matrozen'-dwardoorsnede uit de collectie van MooiMan, moet zelf maar gaan kijken. Wellicht komt u dan nog een andere figuur uit de literatuur tegen: een tenger matroos met stoute billen, die Gerard Reve's hoofd op hol bracht en (niet alleen) zijn hart sneller deed kloppen [2].
__________
[1] De titel van de expositie is Sailors Delight, en kan op de daarvoor bestemde tijden, dan wel op afspraak, worden bezocht tot en met zondag 27 september. Nadere info is te vinden op de website van Galerie MooiMan.
[2] Wordt genoemd in het gedicht Leve onze marine, opgenomen in de brievenbundel Nader tot U van (toen nog) Gerard Kornelis van het Reve (1923-2006), verschenen in 1966. Later eveneens afgedrukt in de Verzamelde Gedichten onder de titel Het zingend hart (1973).
____________
Afbeeldingen
1. Chapeau; Alexander van Agoston; olieverf op doek; 120 x 60 cm.
2. Querelle; Rinaldo Hopf; aquarel; 50 x 65 cm.

donderdag 13 augustus 2009

Händels Samson zaterdagmiddag in Martinikerk

Hulde aan Händel
Voor de uitvoering van het oratorium Samson van Georg Friedrich Händel, zaterdagmiddag in de Martinikerk te Groningen, heeft het Centrum voor Oude Muziek en Dans een groot uitvoerend apparaat op de been gebracht.


Koor en orkest staan onder leiding van Pauline Kostense. Het koor is van Daniël Rouwkema.
De vocale solisten zijn Esther Ebbinge, sopraan; en Netty Otter, mezzosopraan; Kevin Skelton, tenor; en Matthew Baker, bas; Jochem Baas is de jongenssopraan. Carolien Eijkelboom neemt de rol van vertelster op zich.
Bijzonderheid is dat kinderen tot twaalf jaar gratis toegang hebben tot deze gebeurtenis. Meer informatie op de website van het Centrum voor Oude Muziek en Dans Groningen. Klik hier.
__________
Afbeelding
Samson verwoest de tempel van de Filistijnen. Schilderij van Giovanni Battista Castiglione (1616-1670).

woensdag 12 augustus 2009

Rienk Bakker speelt acht werken op Martini-orgel

Orgelmuziek uit vier eeuwen
Deze week is de in 1986 geboren organist Rienk Bakker — die voorts werkzaam is als dirigent en als koorzanger — aan de beurt om het imposante orgel in de Martinikerk van Groningen te bespelen tijdens het vrijdagse Lunchpauzeconcert op vrijdag 14 augustus.
Acht composities heeft Rienk Bakker dan op het programma staan: variërend van de onvermijdelijke Johann Sebastian Bach (1685-1750) tot en met de door Bach zodanig bewonderde Dietrich Buxtehude (1637-1707) dat hij er een voettocht door Duitsland voor ondernam om Buxtehude in Lübeck te kunnen horen spelen.


Tussen die beide uitersten — althans qua programma-opbouw — worden nog zes andere werken gespeeld van evenzovele andere orgelmeesters: Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621), de Fransman Jean Guilain, over wiens sterfjaar de lexicografen het niet eens zijn (1680-ca. 1740), Johann Pachelbel (1653-1706), Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847), Louis Vierne (1870-1937) en tevens van de Nederlandse organist Sietze de Vries (*1973). Mocht diens Psalm 8 na de eeuwwisseling zijn gecomponeerd, dan zal Rienk Bakker zelfs orgelmuziek uit vier eeuwen spelen.

zaterdag 8 augustus 2009

Tweemaal Händels Samson — Blokzijl en Groningen

Positieve wisselwerking
Wie zal het verbazen dat in het Händel-Jaar 2009 — naast het feit dat diezelfde twaalf maanden eveneens zijn gewijd aan de nagedachtenis van drie andere muziekmeesters en die 365 dagen in kwestie tevens hun naam dragen: Henry Purcell, Joseph Haydn en Felix Mendelssohn Bartholdy — de focus meer dan andere jaren is gericht op het aardse bestaan van de componist in kwestie en met name op het oeuvre dat de meester in kwestie heeft gerealiseerd.
In het geval van Georg Friedrich Händel — geboren te Halle in hetzelfde jaar (1685) als zijn collega Johann Sebastian Bach — hebben al die festiviteiten het voordeel dat organisatoren van concerten en radioprogramma's, of zelfs van festivals, verder gaan dan de gebruikelijke, niet meer te tellen zoveelste, herhaling van het Halleluia-koor uit The Messiah of het meest spetterende gedeelte uit The Royal Fireworks. In Engeland — en wie zal het verbazen — zijn alle onbekende opera's en de minder vaak uitgevoerde koorwerken uit de kast gehaald en blijken deze zich te mogen verheugen in een meer dan gemiddelde belangstelling.
Daar zien we de wisselwerking tussen de, soms ietwat overmatige, aandacht op de persoon en zijn werk enerzijds en de weerslag daarvan in gunstige zin door de grotere belangstelling voor het minder bekende gedeelte van het oeuvre in kwestie. Dat kan op heel veel fronten leiden tot bevlogen uitvoeringen welke op hun beurt de luisteraars weer die extra dimensie bieden die het gevolg is van expanderende invloeden over en weer. En juist dat is één van die elementen welke binnen de wereld der muzische kunsten een geheel eigen, creatieve dynamiek kunnen bewerkstelligen.

Augustus 2009: tweemaal Samson
In ons land valt dit jaar eveneens meer belangstelling dan anders te bespeuren voor de eerst Duitse, tijdelijk Italiaanse, en dan Engelse meester der barokmuziek bij uitstek en ook daar heeft dat gevolgen gehad voor de omvang van de belangstelling voor diens stukken welke enigszins of heel erg naar de achtergrond waren verschoven: niet als gevolg van het ontbreken van kwaliteiten maar veeleer als gevolg van het feit dat overbekende werken het gros van de aandacht opeisen.


In de zomermaanden worden er muziekfestivals gevierd van Lapland tot op Rhodos en van Sint Petersburg tot in Winnipeg, waarvan heel veel radiostations rechtstreeks verslag doen, dan wel in een later programma. Daarbij zijn we diverse Händel-opera's tegengekomen, ook enkele die vrijwel vergeten waren of zelfs nog nooit een echte kans hadden gekregen bij het concert- en theaterpubliek van eind twintigste-, begin één en twintigste eeuw.
Het Centrum voor Oude Muziek en Dans in Groningen heeft voor medio augustus twee uitvoeringen georganiseerd van Händels oratorium Samson. Op vrijdag 14 augustus te Blokzijl en op zaterdag 15 augustus in de Martinikerk van Groningen.

De culturele duizendpoot
De dichter Alexander Pope, die bevriend was met Händel, noemde hem de gigant met de duizend handen. De componist werd in het Londen van medio achttiende eeuw bewonderd en vereerd en veel van zijn werk kan ook voor die tijd met het predikaat geliefd worden omschreven. Tegelijkertijd waren er lieden die, elk met eigen beweegredenen, de barokmeester bestreden, beschimpten of zelfs hebben verguisd. Hoezeer dat de man ook verdroot, hij bleef een ongekende werkkracht aan de dag leggen. Vijfendertig opera's binnen een periode van drie decennia is een gigantische productie. Maar daarmee hebben we alleen nog maar de aandacht gevestigd op Händels muziekdrama's. Hij had daarnaast nog wel enige andere taken: voor het overgrote deel heeft hij die opera's zelf ingestudeerd, geënsceneerd en gedirigeerd. Doch ook dat was waarlijk niet alles. In zijn functie als theaterdirecteur moest hij steeds opnieuw zien te manoeuvreren tussen alle lagen en listen van de prima donna's en de castraten, moest hij zoveel mogelijk de leugens en laster kunnen onderkennen en corrigerend optreden. Niet in de laatste plaats moest de man ervoor zorgen dat het publiek tevreden was en bleef.

Ten tijde van The Messiah
Direct nadat Händel zijn oratorium The Messiah had voltooid, ging hij in 1741 aan de slag met Samson, maar pas in februari 1743 werd het stuk in Londen in première opgevoerd. Het ligt voor de hand dat de sterk dramatisch georiënteerde Händel na zijn intense aandacht voor alle aspecten van de Messias met het bovenmenselijke dat aan zulk een fenomeen is verbonden, nu eens een meer praktisch menselijk wezen in het middelpunt van een bijbels gebeuren wilde stellen. Doch zo'n gemiddelde burgerman was die oersterke Samson echter evenmin.
Daartoe heeft Händel gebruik gemaakt van een als bewuste imitatie van een klassiek Atheens drama geconcipieerde tekst, Samson Agonistes uit 1671 door John Milton (1608-1674). De tekst is echter bedoeld als 'dramatisch gedicht' om te lezen, niet voor opvoering in een theater. De van oorsprong Ierse librettist Newburgh Hamilton (1691-1761) heeft — zoals hij wel vaker voor Händel heeft gedaan — de oorspronkelijke tekst zodanig weten om te werken dat er voor een componist eer aan te behalen viel, tijdens het werken eraan, alsook na een geslaagde uitvoering. En dat de première op 18 februari 1743 een succes was, bleek onder meer uit het gevolg: in dat seizoen werd Samson
zeven keer uitgevoerd, en ook dat fenomeen was een première binnen het kader van Händels werkzaamheid. Gedurende de rest van zijn leven werd het oratorium nog met enige regelmaat opnieuw gepresenteerd en helemaal in het vergeetboek is het nimmer terechtgekomen, vooral doordat één aria daaruit redelijk algemeen populair is gebleven:
Let the bright Seraphim.

(wordt vervolgd)

Meer gegevens over de uitvoeringen in Blokzijl en Groningen zijn te vinden op de website van het Centrum voor Oude Muziek en Dans.
___________
Afbeeldingen
1. Voorzijde van de dit jaar verschenen Händel-biografie van Franz Binder (dtv premium 24710).
2. In het bijbelboek Richteren wordt Samson(ook wel Simson) voorgesteld in de hoofdstukken 13-16. De afbeelding in kwestie toont hoe Samson een leeuw verslaat. (Overgenomen uit de reprografische herdruk van de Printbybel A.D. 1698.)
3. De Engelse dichter John Milton.

donderdag 6 augustus 2009

Zaterdagmiddag weer tango-stellen op Waagplein

Achter Stadhuis
Voor de derde achtereenvolgende zaterdagmiddag zal op 8 augustus vanaf 15:00 uur in het gedeelte van het Waagplein dat zich exact bevindt tussen het Goudkantoor en het Nieuwscafé een tango-sessie van enige uren te zien en te horen zijn. Deze wordt georganiseerd door Tango Groningen en de Stichting Tango Argentino Groningen.
De beide voorgaande zaterdagen dansten er maximaal tien paren gelijktijdig. Af en toe werden de presentaties, door enkele of meerdere en maximaal door tien paren, onderbroken door het optreden van één — in dat geval speciaal aangekondigd — koppel. Dat gebeurde gewoon op het plaveisel, en dat is voor damesschoenen met hoge hakken waarachtig moeilijker dan op een daarvoor bestemde dansvloer.

Gewoon op straat
De beide voorgaande zaterdagen kwam die verscheidenheid aan stellen — het ligt voor de hand — het beste naar voren als alle tien tegelijkertijd hun ronde deden en zich daarbij in het geheel niet uit hun concentratie lieten brengen door voorbijgangers, waarvan sommigen in gedachten waren, maar anderen die bewust wilden laten dat ook zij zich over die openbare ruimte mochten voortbewegen. Niet alleen de lichamelijke kenmerken liepen uiteen, ook de keuze van de kleding, waarbij enkele van de heren zich in een zwarte broek voortbewogen: de met een strak afgetende bilpartij, de ander in een wijdere broek met daarover heen een overhemd. Bij de dansende dames was de verscheidenheid al even groot: een enkeling in het zwart, een ander minder formeel.
Twee weken geleden viel daarbij een lange zwarte japon met speciale onderrand op: zo compleet passend in de sfeer van deze Argentijnse dans. Dat gold bij de tweede gelegenheid ook: Margriet Westerhof in een kleurrijk geschakeerd opengewekt hesje dat daarenboven oogstrelend afstak tegen een donkere rok. Ach ja, het oog wil ook wat, en dat geldt vanzelfsprekend in sterkere mate als het, zoals hier, een Latijns cultuurfenomeen betreft, uit een deel van de wereld waar qua dergelijke uiterlijkheden fellere en intensere kleuren een grotere rol spelen dan in ons ietwat calvinistisch-nuchtere lage landje.
Zaterdag 15 augustus is de vierde en laatste presentatie van dit seizoen, eveneens op het Waagplein, en misschien zelfs wel weer met 15 paren (tegelijk), zoals op zaterdag 1 augustus het geval was.

Afbeeldingen:
1. Stijldanspaar met tango.
2. Zeven zichtbare tangostellen op het Waagplein.
3. Margriet Westerhof met fotograaf Jacob Braaksma.
(Foto's van zaterdag 1 augustus; © Jacob Braaksma.)

Elly Kooiman speelt weer op Pelstergasthuisorgel

Allemaal meesters
Hoewel Elly Kooiman in haar programma van zaterdag 8 augustus — om 12:30 uur, in de Pelstergasthuiskerk van Groningen — werken heeft opgenomen van uitsluitend orgelmeesters, zijn enkelen van hen minder bekend dan de barokcomponist wiens naam, onder meer, het huidige jaar draagt: Georg Friedrich Händel (1685-1759).
Vanzelfsprekend geldt dat tevens voor de in hetzelfde jaar als Händel geboren Johann Sebastian Bach, die echter negen jaar eerder dan zijn naar Engeland uitgeweken collega is overleden. Zoals dat zo dikwijls het geval is, wordt ook deze voordracht besloten met, deze keer twee, composities uit de veder van Papa Bach.

Vier nationaliteiten
Niet alleen van deze twee hierboven genoemden speelt Elly Kooiman een compositie, maar tevens van de Nederlander Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621), de Engelsman John Stanley (1713-1786), de Duitsers Georg Böhm (1661-1733) en Johann Pachelbel (1653-1706), alsmede van de beide Italianen Girolamo Frescobaldi (1583-1643) en Giuseppe Gherardeschi (1759-1815).
__________
Afbeelding: Linker vleugelstuk aan het Hoofdwerk van het orgel in het Pelstergasthuis door beeldsnijder Jan de Rijk, 1693.
Met dank aan Elly Kooiman; veel meer illustraties van orgels in deze kerk en elders zijn te vinden op http://ellykooiman.com/

woensdag 5 augustus 2009

Amerikaanse orgelwerken op Luchpauzeconcert

Het Lunchpauzeconcert dat deze week, op vrijdag 7 augustus, vanaf 12:45 uur, staat gepland in de Martinikerk van Groningen, zal met handen en voeten worden verdedigd door organist Erwin Wiersinga (*1962), die onder anderen heeft gestudeerd bij enkele internationaal hoog aangeschreven orgelisten, die tegelijkertijd docent voor hun instrument zijn. Op het programma staan zeven composities van in totaal zes Amerikaanse muziekmeesters, wier actieve werkzaamheid gedurende de laatste anderhalve eeuw ligt. Alleen Philip Glass is in de twintigste eeuw geboren (1937), de vijf anderen kwamen tussen 1837 en 1900 ter wereld. De namen van de meesten van hen zijn dan ook minder bekend dan het gros van de componisten die gewoonlijk de programma's van dergelijke concerten bevolken. Dit concert maakt onderdeel uit van het Peter de Grote Festival.


Erwin Wiersinga opent het concert met de Fantasie opus 2 nr. 1 van John Knowles (1839-1906). Dan volgt er een werk van een componist wiens naam niet bepaald Amerikaans aandoet: Kamiel Van Hulse (1897-1988, resp. 1991 [1]): Lord Jesus, Thou Art Going Forth. De van oorsprong Belgische, uit de plaats Waas afkomstige, musicus moest om gezondheidsredenen naar de Verenigde Staten uitwijken, waar hij een gevierd organist is geworden.
De naam Arthur Foote is weliswaar iets bekender dan de hieraan voorgaande twee, maar niet in eerste instantie als componist van orgelwerken. Net als bovengenoemde John Knowles Paine behoorde Foote tot een groepering musici, die zich de Boston Six noemde. Van hem worden twee stukken uit opus 71 gespeeld: Communion en de daarop volgende Toccata.
Edwin Wiersinga vervolgt zijn voordracht met Adagio Patetico uit de Symphonie II van Edwin Lemare, die in 1865 in Engeland was geboren maar het laatste gedeelte van zijn bestaan in de Verenigde Staten heeft geleefd en waar hij in 1934 is overleden.
Van Aaron Copland, die wereldfaam heeft verworven — niet in de laatste plaats door de executieve voorspraak van Leonard Bernstein — zal een Passacaglia worden gespeeld in de bewerking van J. Fespermann.
Het concert zal worden besloten met de Dance uit de Trilogy Sonata van Philip Glass.
__________
[1] De diverse auteurs zijn het niet eens over het sterfjaar van Van Hulse, die tevens als Camiel en Camille wordt geboekstaafd. Het jaartal varieert van 1988 tot en met 1991. Wel is men het erover eens dat hij onze planeet niet meer bewoont.
____________
Afbeeldingen:
1. Snijwerk aan de binnenzijde van de voet van de noorder toren met het jaartal 1542.
Met dank aan Elly Kooiman; veel meer illustraties van orgels in deze kerk en elders zijn te vinden op http://ellykooiman.com/
2. De Engelse, vervolgens Amerikaanse, componist en organist Edwin Henry Lemare.

maandag 3 augustus 2009

Bernard Foccroulle op hoofdorgel Martinikerk Stad

Vier decennia organist
In de huidige serie zomerconcerten van de Stichting Avondtmusyck Martinikerk Groningen concerteert op woensdag 5 augustus, vanaf 20:00 uur, de in 1953 te Luik geboren Bernard Foccroulle, die zowel letterlijk als figuurlijk van vele muzikale markten thuis is. Al bijna veertig jaar bespeelt deze organist tal van instrumenten in Europa, waarbij hij een duidelijke voorkeur heeft voor de mooist bewaard gebleven historische instrumenten, welke hij ook heeft ingezet voor de vertolking van het complete oeuvre voor die Koningin, geschreven door Johann Sebastian Bach (1685-1750).


Met Papa Bachs Praeludium et Fuga in b-klein, BWV 544, zal Bernard Foccroulle het concert besluiten. Direct daaraan voorafgaand zal van dezelfde barokmeester Wo Gott der Herr nicht bei uns hält, BWV 1128, ten gehore worden gebracht. Het concert zal worden geopend met Elf versen op Salve Regina, afwisselend van de organist zelf — derhalve worden dat er zes — en van Arnold Schlick (ca. 1455-1525). Voordat de composities van de oude heer Bach — die naar huidige maatstaven de staatspensioengerechtigde leeftijd weliswaar heeft bereikt, doch deze slechts vier maanden heeft kunnen uitleven — de voordracht van Bernard Foccroulle zullen besluiten, zullen eerst nog van Matthias Weckmann (1616-1674) 3 versus van Komm, heiliger Geist ten gehore worden gebracht, gevolgd door de Toccata in F van Dietrich Buxtehude (1637-1707), en diens Komm, heiliger Geist, Herre Gott.

Documentaire op Mezzo-televisie
Bernard Foccroulle is eveneens op het terrein van de opera zeer actief: gedurende vijftien jaar was hij directeur van het befaamde Théâtre de la Monnaie in Brussel, en sedert goed twee jaar is hij werkzaam als directeur van het Festival d'Art Lyrique te Aix-en-Provence. Wie meer over deze muzikale mens wil weten, doet er goed aan op 9 augustus om 18:45 uur — of op 24 augustus, 's ochtends om 10:00 uur te kijken naar de twee en vijftig minuten durende documentaire uit 2006 — Bernard Foccroulle, Directeur Festival Aix-en-Provence. Deze werd reeds jongstleden zaterdag door Mezzo-Televisie uitgezonden, maar staat voor herhaling gepland op de eerder genoemde data.
____________
Afbeeldingen
1. Orgel Martinikerk Groningen. Bekroning 1627 middentoren: stadswapen en tussenvelden draken. Zie tevens de bekroning van de Noordertoren en van de Zuidertoren.
Met dank aan Elly Kooiman; veel meer illustraties van orgels in deze kerk en elders zijn te vinden op http://ellykooiman.com/
2. Orgelist en festivaldirecteur Bernard Foccroulle.