donderdag 4 november 2010

Dynamisch debuut van KamerFilharmonie Der Aa

Dynamiek als leidraad
Wie de moeite heeft genomen het eerste concert van het nieuwe, noordelijke symfonieorkest, de KamerFilharmonie Der Aa, te bezoeken, is daar ruimschoots voor beloond met een volwaardig symfonisch concert dat zo eveneens het programma van elk vergelijkbaar volledig professioneel ensemble had kunnen sieren, ook dat van een bijna anderhalve eeuw bestaand orkest (NNO Groningen). Chefdirigent Joost Smeets had gekozen voor een prestigieuze invulling van de avond — die het predikaat 'Entartete Kunst' droeg — door oog en oor te richten op twee componisten, die weliswaar passen binnen het gestelde kader, maar die qua moeilijkheidsgraad veelal boven het niveau uitkomen van wat je van een ensemble van amateurs mag verwachten, tenzij je het substantief amateur heel letterlijk neemt: de ware liefhebber steekt nu eenmaal veel energie in datgene wat haar en/of hem na aan het hart ligt. Daaraan heeft het in ieder geval op geen enkel niveau ontbroken: van de entree-balie tot en met de coda in Hindemiths symfonie Mathis der Maler, een opus dat geen dissonanten verdraagt.

De Kamerfilharmonie der Aa met de omvang zoals tijdens concerten 
in oktober en november 2010 te Assen en Groningen.
Het orkest
Het ensemble van drieënezestig instrumentalisten— allen in kort zwart, de dirigent daarentegen in een klassiek rokkostuum —: vijfendertig strijkers — tien eerste en acht tweede violen, zes alten, zeven celli en vier contrabassen — en drievoudige bezetting van de houtblazerssectie, vier hoorns, drie trompetten, drie trombones, tuba, harp, pauken, slagwerk en piano (dat laatste instrument alleen in Mahlers Rückert Lieder), bestaat voor twee derden uit vrouwen, en volgt daarmee de trend binnen het fenomeen symfonieorkest in grote delen van de wereld. Op de eerste stoel van de alten zat Cees Dekkers, die in het dagelijks leven diezelfde stoel bezet in het Noord Nederlands Orkest [1]. De vijf overige spelers in die sectie zijn echter weer vrouwen. Met die bezetting behoort het ensemble tot de categorie van middelgroot orkest, waarmee het zich schaart in de reeks van meest voorkomende symfonieorkesten.

Belangstelling

De belangstelling voor dit debuut was, mede gelet op de ruimte, goed. De benedenzaal van de Immanuelkerk in Groningen raakte zodanig vol dat tientallen toehoorders vlak voor aanvang van het muzikale gebeuren alsnog hebben gekozen voor een zitplaats op het balkon. Ik heb me daarbij aangesloten om zo een beter zicht op het orkest te hebben dat gewoon parterre zat en niet, zoals dat gebruikelijk is, op een podium.
Hoezeer dat van invloed is geweest op de akoestische beleving, kan ik niet beoordelen — ik zat nu eenmaal boven — maar ik weet dat de akoestiek in den hoge per definitie afwijkt van die waar men met beide benen de grond kan raken — kinderen en anderen met korte benen uitgezonderd.
In Assen waren zo'n honderdvijftig geïnteresseerden op het concert afgekomen, in Groningen waren dat er zeker zo'n vijftig meer. Onder hen de burgemeester van Stad: Peter Rehwinkel, musici uit het Groninger Studenenmuziekgezelschap Bragi, en Gerard Wiarda, dirigent van onder meer 't Stadsorkest De Harmonie.

Joost Smeets, eerste chefdirigent van de Kamerfilharmonie Der Aa.
Overgenomen van Joost Smeets' website bij Reinders Magnagement.

Dirigent Joost Smeets
Bruisend van energie, echter zonder te vervallen in extremen, loodste Joost Smeets zijn musici door het veeleisende programma. Hij gebruikte daarbij een relatief korte stok die ervoor zorgde dat het niet tot sabelen kon komen. De mathematische basis van zijn slagtechniek was in goede zin doorzichtig. Daarbij was de functie van de rechterhand maatbepalend en toonaangevend, en wist de linkerhand wat die rechterhand deed, zodat deze kon bijsturen waar dat vereist, respectievelijk gewenst, was. Kortom, de inzet van deze dirigent laat aan duidelijkheid qua wensen en verlangens jegens zijn instrumentalisten niets aan het toeval over. Smeets' gedrevenheid werkt aanstekelijk; veel meer mag je als basis voor een goede communicatie tussen de staande man en de ingezetenen van het ensemble niet wensen.

Gustav Mahler: Totenfeier
Enerzijds getuigt het van durf en een gezonde dosis zelfbewustzijn om een in wezen groot bezet orkestwerk als Totenfeier — het eerste deel van de Tweede Symfonie, Auferstehung, van Gustav Mahler (1860-1911) te programmeren, vanwege de status der musici — gevorderde amateurs —: dat is op zich prima. Aan de andere kant was ruimschoots van tevoren duidelijk dat de concerten niet zouden (kunnen) worden gegeven in grote, speciaal daarvoor geschikte zalen. Dat betekent dat men wist dat de af te huren locaties aan de ene kant geschikt zouden zijn voor het te verwachten aantal bezoekers, maar daartegenover staat dat ze niet over de gepaste omvang (diepte en hoogte van de zalen in kwestie) voor een middelgroot symfonieorkest beschikken. Bovendien zou concerteren in andere accomodaties geen grote invloed hebben gehad op het aantal toehoorders, met alle gevolgen van dien. Het cultureel centrum De Schalm in Assen geniet een verpletterende reputatie, althans voorzover dat de akoestiek betreft. Het feit echter dat ook de zaal van de Immanuelkerk in Stad niet aan de eisen qua omvang kon voldoen, zorgde ervoor dat enkele van de zwaar aangezette tutti-gedeelten dichtslibden. En zulks valt, onder de gegeven omstandigheden, muziektechnisch nauwelijks op te vangen.
Dat laatste was ook het geval met het aan de aan de muziek voorafgaande welkomstwoord door de voorzitter annex tweede trombonist van het orkest, Jeroen Prikkel, al had dat meer te maken met de overspraak als gevolg van de, hier letterlijke, techniek.



Gustav Mahler. Tekening van Jarko Aikens, Groningen 1986.
Collectie Heinz Wallisch, Groningen; tevens ©.


Paul Hindemith: Mathis der Maler
In een tijd dat het vooral, maar niet alleen, voor Joodse musici — en andere kunstenaars — erg problematisch en veelal volstrekt onmogelijk werd om door te werken omdat allerlei vormen van tegenwerking en verregaande, veel zwaardere maatregelen van diverse kanten hun invloed deden gelden — alle aangestuurd door de sfeer die de nazi-overheid van Dolle Dolfje en zijn kongsi van krankzinnigen met een beestachtige mentaliteit —, probeerde de reeds veelvuldig bespotte en anderszins vervolgde componist Paul Hindemith (1895-1963) zich staande te houden en verder te werken. Mede daarom heeft hij zijn aandacht gericht op een kunstenaar die het in de eigen tijd en omgeving niet bepaald gemakkelijk heeft gehad: de grootmeester van penseel en doek Matthias Grünewald (ca. 1480-1528).
Zo ontstonden twee werken welke direct betrekking hebben op die kleurenmengermeester: de symfonie en de opera Mathis der Maler, medio jaren dertig van de vorige eeuw. De symfonie biedt elk orkest de gelegenheid om instrumentbeheersing, techniek en datgene wat niet in de noten staat om te zetten in een klankenpalet vol intensiteit en spanning, waardoor het resultaat meer wordt dan alleen de som der delen. Tegenover de veelvoudig pianissimo glissandi van de hogere strijkers klonken de gepunteerde ritmen van de andere secties. De apotheose, waarin het koper een 
glansrijk staaltje musiceren ten beste gaf, zette niet alleen een passende kroon op deze symfonie maar tevens op het gehele concert.  
Het ovationele applaus was dan ook ruim verdiend.

Mahler: Rückert Lieder

Een half jaar geleden stonden Mahlers Rückert Lieder op het programma van het professionele symfonieorkest van Noord Nederland. Kwalitatief bracht de alt Eline Harbers het er beter af dan de Amerikaanse mezzosopraan die indertijd bij het NNO kwam invallen. 
In geen van de vijf liederen werd Eline Harbers ook maar één keer door het orkest overstemd; dat maken we wel eens anders mee. In de hoogte en de diepte, alsmede in de breedte, beheerst Eline Harbers het gehele scala qua dramatiek met haar grote stem, die moeiteloos de gehele ruimte bereikte zonder te overheersen. Het inademen van een Lindenduft verliep al even vanzelfsprekend als het signaleren van de Macht um Mitternacht en het vlekkeloos liefhebben van Schönheit; al met al een een gedenkwaardige prestatie. Joost Smeets en zijn ensemble — hier aangevuld met een piano — begeleidden navenant. Wel heeft Eline Harbers, zoals vrijwel alle Europese zangeressen van niet-Duitstalige oorsprong — over Yanken hebben we het maar even niet —, de neiging om woorden met een ei-klank te veel te laten overhellen naar ai, of soms zelfs aoi. Een woord als Leiden had daaronder te lijden, maar dat is dan ook de enige — zij het marginale, doch niet te verwaarlozen — wanklank van deze zijde.

Plannen voor 2011

De Kamerfilharmonie Der Aa plant drie concerten per jaar, in principe in Groningen en Assen.
De twee voorjaarsconcerten 2011 staan dan ook min of meer geheel vast: het eerste onder leiding van chefdirigent Joost Smeets; het tweede zal worden geleid door een gastdirigent.
Bij leven en welzijn van schrijver dezes en diens lezers zult u op deze site — alsmede op aanverwante zustersites en moederweblog — het nodige vooraf kunnen lezen.
Het ensemble is, begrijpelijkerwijze op zoek naar Musici, Vrienden en Sponsoren. Meer daarover viel te lezen in de papieren die de bezoekers kregen uitgereikt, respectievelijk op hun stoel vonden. Details kunt u vinden op de website van het orkest.
__________
[1] Als gevolg van een ongeval was de eigen aanvoerder van de altviolen niet in staat zijn positie waar te nemen. Cees Dekkers bleek bereid voor hem in te vallen. Hulde daarvoor.

dinsdag 26 oktober 2010

KamerFilharmonie Der Aa concerteert in Assen en Groningen met Gustav Mahler en Paul Hindemith

Foto Joost Smeets
Chefdirigent Joost Smeets.
Gloednieuw symfonieorkest
In Noord-Nederland wordt de komende week tweemaal in twee steden een optreden verzorgd door een onlangs opgericht symfonieorkest: de KamerFilharmonie Der Aa [1], een ensemble voor gevorderde amateurmusici, die zich allen verder hebben ontwikkeld dan voor (alleen nog) spelen in jeugdorkesten en/of studentenensembles. Chefdirigent is Joost Smeets.

Op twee locaties
Op zondag 31 oktober wordt de première gerealiseerd in de Drentse hoofdstad Assen, in het cultureel centrum De Schalm (aanvang 19:30 uur). Het tweede optreden van het orkest Kamerfilharmonie Der Aa zal plaats hebben op woensdag 3 november te Groningen, in de Immanuelkerk aan het Overwinningsplein in de wijk Corpus den Hoorn (aanvang 20:15 uur).

Gustav Mahler
Het thema van dit eerste concert van het nieuwe orkest is 'Entartete Kunst', een begrip uit de tijd van de nationaal-socialisten en geplakt op alle uitingen van kunst die niet pasten in de ideologie van Hitlers alles verpletterende misdaadsyndicaat. [2] Er staan drie werken op het programma: twee uit het fin de siècle — beide van Gustav Mahler (1860-1911).
Allereerst Totenfeier. Daarover is uitgebreide informatie te vinden op de website van het orkest. Dat geldt eveneens voor de andere werken van dit programma.

De alt Eline Harbers.
Vervolgens zijn de Rückert-Lieder van dezelfde componist aan de beurt. Altzangeres Eline Harbers zal de solopartijen daarin voor haar rekening nemen.
De keuze voor deze componist is niet zo verbazingwekkend, aangezien zowel 2010, alsook 2011 als Mahler Jaar geldt: het eerste omdat het anderhalve eeuw is geleden dat Gustav Mahler werd geboren (op 7 juli); 2011 omdat het dan honderd jaar geleden zal zijn dat deze tot wereldvermaardheid opgstuwde dirigent en componist is overleden (op 18 mei).

Paul Hindemith

Ook de muziek van Paul Hindemith (1895-1963) viel niet in de smaak bij het nazi-geboefte. Toch vertelde Eugen Jochum in een van de talrijke interviews dat hij in de kleinere steden van Duitsland ten tijde van het nazi-bewind gewoon stukken van Hindemith op het programma heeft gezet, en dat daar geen haan naar kraaide, maar dat zoiets in Berlijn en andere grote steden in Duitsland en later eveneens in de bezette gebieden, niet zou hebben gekund.
Paul Hindemith in 1923.
Van Paul Hindemith speelt de KamerFilharmonie Der Aa de symfonie Mathis der Maler uit 1934. In de jaren zestig en zeventig werd dit stuk met enige regelmaat uitgevoerd door het Noordelijk Filharmonisch Orkest in de onvolprezen concertzaal van De Harmonie in Groningen— zelfs twee seizoenen achtereen met vaste dirigent Charles de Wolff— en later in De Oosterpoort. Die frequentie is daarna sterk gedaald. 
__________

[1]
De naam van de KamerFilharmonie verwijst naar het riviertje de Aa dat in Drenthe (De Drentse Aa), via Groningen Stad verder naar het Noorden stroomt.

[2]
Met het begrip Entartete Kunst moet men voorzichtig zijn, aangezien nog steeds niet iedere muziekliefhebber weet wat ermee wordt bedoeld. Zo stond tot voor kort — totdat ik het eigenhandig heb vervangen door de juiste terminologie — in de tekst van de internet encyclopedie Wikipedia dat de stijl waarin Erich Wolfgang Korngold (1897-1957) componeerde, Entartete Musik is. 

maandag 25 oktober 2010

Nog een week Nazomeren in Ruigewaert, Niezijl

Antje Sonnenschein: Landschap met bomen en geel koolzaadveld.
Formaat 90 x 80 cm; acrylverf op doek. Te zien in de expositie
Nazomeren in Galerie Ruigewaert te Niezijl; tot en met 31 oktober.

donderdag 14 oktober 2010

Burgernet actief in Groningen. MELD(T) U AAN

Groningen is de eerste grote stad waarin Burgernet actief is. Burgemeester Peter Rehwinkel van de stad Groningen heeft zich als een van de eersten ingeschreven, en dat was daarnet te zien via TV Noord.


Aangezien dit een voortreffelijk initiatief is, worden ook op deze Cultuursite voor Stad en Ommelanden alle burgers opgeroepen die willen meehelpen, om zich aan te melden, om het op die manier mede mogelijk te maken vermiste kinderen en eventuele ouderen (sneller) op te sporen en, eventueel uit te kijken naar mensen die voldoen aan een signalement, dat door de Politie, na inbraak, overval of ander misdrijf, wordt verspreid via de telefoon (vast of mobiel) dan wel via een SMS-bericht. Dat signalement kan van personen, voertuigen, voorwerpen of iets anders zijn.

Op die manier kan de overheid gebruik maken van de mogelijkheden die de meeste burgers kunnen inzetten om de eigen omgeving zo goed mogelijk veilig te houden.
U kunt zich aanmelden via Burgernet.nl. U hoeft alleen maar op de onderstreepte tekst te klikken.

Men wil nu eindelijk wel eens bewezen zien of het zogeheten Mozart-effect ook werkelijk bestaat

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)
Tekening van Jarko Aikens, Groningen 1986.
Archief Heinz Wallisch, tevens ©.


De gelegenheid om deel te nemen aan het onderzoek daarnaar zal u worden geboden in een concert met kamermuziek, in de middag van zondag 17 oktober in de Berouilliborg op het Zernike-terrein in Groningen dat sedert enige tijd, vooralsnog ten onrechte, als Zernike Campus wordt gekwalificeerd. Het concert, dat gratis toegankelijk is, begint om 15:00 uur. Over de inhoud willen we hier verder niets kwijt, aangezien het gebeuren verrassend wordt geacht, niet in de laatste plaats voor de toehoorders. Het is een gebeuren in het kader van de kamermuziekconcerten die (mede) door het Noord Nederlands Orkest worden georganiseerd.

maandag 4 oktober 2010

Galerie MooiMan biedt de expo Make a statement


OPDAT u het alvast even weet, kunt u hier reeds een omstreden beeld [1] van twee mannen zien — dat onderdeel uitmaakt van de expositie MAKE A STATEMENT die aanstaande zondag, om 16:00 uur, start in Galerie MooiMan in de Noorderstationstraat van onze noordelijke metropool. Voorbezichtiging van deze heren en van nog veel meer kan reeds vanaf 15:00 uur.
Jawel, in Hellevoetsluis — nomen est omen — werd dat beeld anno 2010 voor een expositie geweigerd, en dat terwijl het CDA gewoon blijft voortbestaan en paapse pedosekuselen [2] nog wel een tijdje hun gang zullen kunnen gaan. Die wandelende tijdbommen in habijt laat men grotendeels ongemoeid, een bronzen beeld dat iets voorstelt dat nog meer voorkomt dan het misbruik van kinderen in tal van uitingen, wordt geweigerd. Toch zijn de erecties die hier worden voorgesteld in al hun dynamiek statisch waardoor ze geen reële bedreiging kunnen vormen, behalve in het door archaïsch-pathologische preoccupatie verwrongen (niet) denken. Zo dicht bij de hel is men kennelijk bang dat men zich aan het water bij de voet van de de sluis zal branden. De erectie die de beide heren in beeld hebben en houden, naast of tussen hun gehele hebben en houden, doet geen kwaad, doch bezorgt menigeen een kunstgevoel. De slappe hap, of een half stijf ledemaat dan wel een hele erectie als een mini-Eiffeltoren, onder de jurk van zovele mannen of halve mannen dan wel hele geestelijke eunuchen in travestie — die allen officieel een instituut vertegenwoordigen dat voor andere mannen de kledij in kwestie afwijst — doet dat veelvuldig en overal op deze aardkloot. Over discriminatie gesproken. En niet alleen op dit punt is de katholieke kerk een meer dan hopeloos, archaïsch instituut dat zichzelf al heel lang heeft overleefd.
De Groninger priester Herman Verbeek blijkt steeds meer gelijk te krijgen met zijn bewering, van inmiddels decennia geleden, dat het pausdom een instituut is dat dient te worden afgeschaft. Vanzelfsprekend dient ieder instituut dat discrimineert op de vingers te worden getikt en desnoods met rechtsmiddelen te worden gesloten. Helemaal als het, voor gruwelen dove en blinde, opperhoofd daarvan zelf ooit met het geweer voor Hitler heeft gestreden.

Lees tevens onze andere benadering op de aan deze site gelieerde website Rond beeldende kunsten.

Ook dit is een statement, al geef ik de voorkeur aan het mijden van buitenlandse begrippen in onze taal wanneer daarvoor geen enkele noodzaak bestaat. Het feit dat die cultuur-vergiftigende Yankismen bestaan, is immers schandalig genoeg.
(wordt vervolgd)

[1] Het beeld is van Paul Lagrouw en is getiteld True love is deaf.
[2] Ik wens hier nadrukkelijk onderscheid te maken tussen pedofielen aan de ene kant en pedoseksuelen aan de verkeerde kant. De laatsten zijn actief op dat punt, en dat is het volstrekt onaanvaardbare element in de geaardheid.
Ik zelf ben canofiel, maar zeker niet canoseksueel. Dit laatste toch nog maar even om u niet op een dwaalspoor te brengen en de indruk te wekken dat ik een zodanig geaarde relatie met mijn teef heb, al zou menigeen, zo vermoed ik, mijn eventuele biologische kinderen ook wel een hondenkop toedichten.
Dat alles geldt, mutatis mutandis, ook voor onze katers, poesen, egels en kraaien, mussen, roodborsjes, vinken en meer van dat alles.

vrijdag 1 oktober 2010

Michail Jurowski, het NNO en Dmitri Sjostakovitsj

Weer eens toporkest
De afdeling publiciteit van het Noord Nederlands Orkest wil nog wel eens leuk uitpakken door het eigen ensemble als toporkest te afficheren, en dat leidt wel eens, nu en dan begrijpelijk, tot enig meesmuilen, zeker als je eens of meermaals achtereen een concert hebt bijgewoond waarvan de kwaliteit niet boven de, weliswaar goede, middelmaat uitkomt. 
Maar dan plotseling verschijnt er een gastdirigent, die je niet uit eigen ervaring kent, maar wiens reputatie hem is vooruitgesneld. 
Dat was het geval met Michail Jurowski die voor het zomerreces van het ensemble in Groningen en Leeuwarden een concert van het NNO zou leiden. Het werd een openbaring: die Zevende Symfonie van Dmitri Sjostakovitsj klonk alsof een Russisch toporkest op tournee even Stad aandeed om te laten horen wat het kan. Een groter compliment kan ik niet verzinnen.

Viktor Libermann: "Neem een Rus"

Die combinatie — Sjostakovitsj en Jurowski — bleek een wel heel gelukkige en geheel en al in overeenstemming met het gevoelen, en het dienovereenkomstig uitgesproken advies, van de toenmalige chefdirigent van het orkest, Viktor Libermann (1931-1999), die zelf de Zevende zou leiden, maar inmiddels te ziek was. Daarom werd het opus van het programma verwijderd. "Neem een Rus", heeft die dirigent als goede raad meegegeven. Daaraan heeft de leiding van het orkest voldaan, na een interim-leiding. Daarna werd Alexander Vedernikov benoemd. Het bleek geen gelukkige combinatie. Hoewel menigeen dat aan de kwaliteiten van Vedernikov weet, bleek dat al te gemakkelijk: ik heb de man daarna, maar dan elders, voortreffelijke muziek horen maken.

Ideale combinatie (1) — NNO met een een Rus
Diverse seizoenen was nog een Rus, Nikolaj Aleksejev, gastdirigent. In diens tijd in Groningen heeft hij driemaal een symfonie van Dmitri Sjostakovitsj met het NNO uitgevoerd: de Vijfde, de Elfde, en — zijn laatste concert alhier — de Achtste. Allemaal uitschieters in de best denkbare zin. We hebben wel eens het gevoel gehad dat de man in Groningen niet voldoende naar waarde werd geschat. Het zou mooi zijn als hij de komende jaren, nu Michel Tabachnik in dit seizoen voor het laatst in Groningen optreedt, zich weer eens op de podia van het NNO zou kunnen vertonen.


Ideale combinatie (2) — NNO met nog een Rus
Toen het ensemble eindelijk toe was aan Sjostakovitsj' Zevende — een 'monsterproductie' die hier en daar met 147 instrumentalisten wordt uitgevoerd; in Groningen en Leeuwarden waren het er 104 —, werd de combinatie Jurowski/NNO daarvoor gecreëerd, en in de programmering van het seizoen 2010/2011 werd Sjostakovitsj' Tiende op de rol gezet. Gisteravond werd de eerste van twee uitvoeringen van die Tiende gerealiseerd — vrijdag 1 oktober volgt een herhaling in Hoogeveen —, en ook deze keer bleek Jurowski het uiterste uit de musici van ons — dus toch onvolprezen — orkest te kunnen halen. Niet alleen verdient dat bewondering, het zorgt er tevens voor dat eerder uitgesproken verlangens thans opnieuw bovenkomen: zie dat die Michail Jurowski hier vaker komt, en nog beter: probeer de man te contracteren voor een reeks concerten per seizoen. Helemaal geweldig zou het zijn als Michail Jurowski chefdirigent van het Noord Nederlands Orkest zou kunnen worden. 

Honderdvijftig jaar orkest in Groningen

Die combinatie van, zo nu en dan, toch nog ietwat verborgen, kwaliteiten zou er misschien voor kunnen zorgen dat het Fries-Drents-Groningse muziekgezelschap in de zomer van het eigen jubileumjaar 2012 [1] zou kunnen optreden in de BBC Proms, met onder meer die Zevende van Sjostakovitsj. Ik zal dat daar, bij de BBC in Londen, eens aankaarten. Een paar seizoenen geleden klonk die symfonie onder leiding van Kurt Masur met diens Orchestre de Paris tijdens zo'n Prom op het podium van de Royal Albert Hall. Het werd een uitstekende uitvoering, maar ook niet een nog betere dan het NNO met Jurowski heeft afgeleverd. Simpelweg omdat het niet nog beter kan. Ergo: wat let ze daar, en toch al helemaal als dit ensemble, het oudste symfonieorkest van ons land, dan jubileert.
In fortissimo jubilo, zal ik maar zeggen.
Dat die bepaald niet gemakkelijke en deels, begrijpelijk, agressieve Tiende van de Grote muziek-Rus van de twintigste eeuw goed viel bij de toehoorders in de slechts voor de helft gevulde Oosterpoort-zaal, bleek onder meer uit de doodse stilte tijdens de muziek — en dat maak je alleen mee in uitzonderlijke gevallen.



Uiteindelijk kun je vaststellen dat de combinatie van dit ensemble met deze dirigent wel bijzonder goed moet zijn, want na afloop applaudisseerde zelfs het voltallige orkest voor deze maestro mee in de ovatie van de toehoorders.
Toegegeven, in mijn begintijd als criticus was dat een grote zeldzaamheid: bijna vier decennia geleden deden de toenmalige NFO-leden het voor Hiroyuki Iwaki, na de Vierde van Tsjajkovksi; daarna heb ik het, tot gisteravond, niet weer van ons voltallige orkest meegemaakt. Elders komt het meer en meer voor.
__________
[1] Op 14 november 1862 was het muziekgezelschap in Groningen het eerste in Nederland dat voldeed aan de kwalificatie symfonieorkest.
____________
Afbeeldingen
1. Michail Jurowski, gastdirigent van het NNO in 2010.
Foto overgenomen van diens website.

2. Nikolaj Aleksejev, jarenlang vaste gastdirigent van het NNO, thans gastdirigent van Het Gelders Orkest. Hij nam met dat ensemble in 2009 Sjostakovitsj' Tiende op. (Foto: HGO.)
3. Dmitri Sjostakovitsj. Schilderij van Michael Buter, Groningen, tevens ©. Dit schilderij hing gisteravond aan een zuil in de hal voor de grote concertzaal van De Oosterpoort.