dinsdag 29 maart 2011

NNO tweemaal met Richard Strauss en Bruckner

In Groningen en Leeuwarden
Na de wel zeer lang nagalmende mislukkingen in Mozart-stukken door dirigent-pianist Stefan Vladar met het Noord Nederlands Orkest mogen we in ieder geval hopen, en in principe  evenzeer verwachten, dat de eerstvolgende uitvoeringen onder leiding van thans nog chef-dirigent Michel Tabachnik in twee verschillende steden in het gebied van dat oudste symfonieorkest van Nederland beter zullen verlopen. Donderdag 31 maart wordt geconcerteerd in de grote zaal van het Cultuurcentrum De Oosterpoort in de stad Groningen, beginnend 's avonds om 20:15 uur; het concert zal worden herhaald op zondag 3 april, als matinee, vanaf 15:00 uur, in De Harmonie te Leeuwarden.
De Zweedse sopraan Lisa Larsson.
Foto overgenomen van haar website.
Het programma bestaat uit twee onderdelen, beide geschreven door een fin de siècle-componist: Vier letzte Lieder van Richard Strauss (1864-1949) met de sopraan Lisa Larsson. Na de pauze speelt het NNO de Achtste Symfonie van Anton Bruckner (1824-1896), in een versie uit 1890. Aangezien er twee versies in dat jaar zijn gereedgekomen — één in een editie van Robert Haas, de andere in een editie van Leopold Nowak — is het in principe niet helemaal duidelijk, maar er bestaan redenen om aan te nemen dat het de Nowak-versie zal worden. Die heeft Charles de Wolff — lange tijd vaste dirigent van de laatste in de reeks voorgangers van het ensemble dat thans als NNO door de wereld gaat — eenmaal in de tweede helft van de jaren zestig van de voorafgaande eeuw in De Harmonie van Groningen voorgesteld en zo'n anderhalf decennium later in De Oosterpoort.

Drie trompetten

Die tweede uitvoering kreeg nogal wat kritiek te verduren, voornamelijk omdat de twee trompetten wat mager zouden afsteken tegen de rest. Als degene die dat in een medium met een hoge oplage heeft gepubliceerd, nu eens de moeite had genomen om aan de dirigent of op het orkestkantoor te vragen waarom er slechts twee trompetten in plaats van de door de componist voorgeschreven drie op het podium zaten, had hij te horen gekregen dat er tijdens de repetities weliswaar een derde trompettist aanwezig was, die om redenen van ziekte van de derde vaste koperblazer uit die groep, reeds als vervanger uit Rotterdam was gekomen. 
Thans nog chef-dirigent van het
NNO: MIchel Tabachnik.
Tijdens de uitvoering kon de man niet spelen doordat hij in de namiddag door een wesp op zijn bovenlip was gestoken, en er toen geen tijd meer was om een vervanger voor de remplaçant te laten opdraven.
Gezien het feit dat Michel Tabachnik eerder Bruckner heeft uitgevoerd met zijn Gronings ensemble, ga ik er vooralsnog van uit dat het deze keer wel los zal lopen met die Achtste, al geef ik sterk de voorkeur aan de Originalfassung uit 1887.
Dat vond ook gastdirigent Franz Paul Decker, ruim twee decennia geleden, toen hij met een combinatie van Frysk Orkest en (toen) NFO die symfonie zou uitvoeren. Daar is het niet van gekomen, voorzover bekend als gevolg van een te groot aantal orkestleden dat door een griep was geveld.

Kunnen met kennis

Over Anton Bruckner is wel eens beweerd dat hij de uitspraak zou hebben gedaan: "Jeder Künstler ist ein Neurotiker; leider ist nicht jeder Neurotiker auch ein Künstler."
Ik ben het in de literatuur nog niet tegengekomen, en daarom ga ik vooralsnog uit van een apocrief, maar het is een gezegde dat ook vijf kwart eeuw na het ontstaan van die Achtste Symfonie, nog springlevend is en nog meer opgeld doet dan (eventueel) indertijd, aangezien er nu zoveel meer mensen zijn en er zoveel meer (al dan niet vermeende) kunst bestaat dan anno dazumal.
Bruckner-standbeeld in Wenen.
Foto genomen in 2003.
In het jaar dat Anton Bruckner die Originalfassung aan de wereld schonk, 1887, is er een editie verschenen van de Allgemeine Encyklopädie der Wissenschaften und Künste, waarin onder meer het volgende te lezen valt:

"Kunst ist von Können abgeleitet und bezeichnet eine durch Uebung erworbene Geschicklichkeit in der Ausführung einer gewissen Arbeit. Natürlich ist das Können hier mit Kennen verwandt."

woensdag 16 maart 2011

De executie van Mozart door Stefan Vladar

Weh spricht: Vergeh! doch alle Lust will Ewigkeit — . . . . .

Vakbekwaam om zeep geholpen

Eigenlijk zou deze reactie op het tweede concert [1] van het Noord Nederlands Orkest in het kader van het Mozart Festival 2011 [2] in Groningen met één korte zin kunnen worden omschreven: Op de partituren stond Mozart.
Aangezien ik besef dat dit voor tal van lezers ─  en vooral voor hen die de uitvoering in kwestie niet hebben bijgewoond te weinig is, vul ik die zin hier en nu toch nog maar met een paar woorden aan: Het werd een volmaakte executie.


Doodlopende moerasweg

Artistiek manager van het NNO, Marcel Mandos, stelt in zijn Voorwoord ─ dat is afgedrukt in het programmaboekje voor de drie concerten van zijn orkest in het kader van dat Festival ─ dat er door de uitvoeringen die Stefan Vladar zal geven, een weg gevonden zou kunnen worden om Mozart uit te voeren, welke ligt tussen die van het gebruikelijke, eigentijdse symfonieorkest aan de ene kant en een authentieke uitvoering anderzijds. Bij Stefan Vladar is helaas (bijna) alles vlees noch vis en in het gunstigste geval een semi-authentieke uitvoering, maar dan moet je als luisteraar toch uiterst welwillend zijn.
Mijn tegemoetkomende houding blijft in dit geval veilig achter slot en grendel nadat we tweemaal goed een half uur een conglomeraat van grofstoffelijke trillingen voorgezet hebben gekregen, welke met Mozart in het gunstigste geval niets meer van doen hebben dan in aanleg goede bedoelingen, en zulks is veel te weinig voor een dirigent die een professioneel orkest moet leiden ─ ach wat: een pianist die de ambitie heeft te dirigeren. Ambitie alleen is echter nimmer voldoende.
Die andere gastdirigent van het NNO heeft kennelijk een eigen goudschaaltje dat hem vergezelt, waardoor noch pianist, noch dirigent Stefan Vladar deze even kon lenen.

Tempi, frasering, articulatie

Marcel Mandos heeft het in genoemd Voorwoord terecht over frasering en articulatie. Die had  Stefan Vladar echter ergens onderweg tussen het punt van uitgang vol goede bedoelingen en zijn betreden van het podium verloren, en zoals het nu lijkt tot in eeuwigheid. Wat een hoop lawaai in de ouvertures en tevens in de orkestpartijen van de pianoconcerten, en wat een volkomen losgeslagen solist, die af en toe nog wat gebaren maakte naar de 33-39 instrumentalisten van het ensemble. 
Pianist en dirigent in Mozart-
pianoconcerten Stefan Vladar.
Twee minuten, vanaf de inzet van het tweede deel van het laatst gespeelde pianoconcert, leek het er op of pianist Vladar toch nog op zijn schreden van onbedaarlijke verwildering zou terugkeren, doch onze hoop werd al snel, Mozart achterna, het podium ingestampt.
Desniettenmin zijn er nog steeds orkestleden en NNO-bezoekers die hopen dat deze Stefan Vladar als opvolger van Michel Tabachnik zal worden gekozen. Hoe doof en blind kunnen muziekliefhebbers zijn?

Hoewel ik te netjes ben opgevoed om zoiets in het openbaar te doen, had dit concert van Stefan Vladar moeten worden bejegend met een luidkeels Foei!
Nog een geluk dat Mozart over de macht en de kracht der wederopstanding beschikt en daarmee onsterfelijk is en blijft.

__________
[1] Dirigent en solist: Stefan Vladar.
Op het programma: Ouverture Così fan tutte; Pianoconcert nr. 20; Ouverture Don Giovanni; Pianoconcert nr. 23.

Dinsdag 15 maart: De Oosterpoort, Groningen.
Woensdag 16 maart: Martinikerk, Sneek.
[2] Het Mozart Festival zal komend weekeinde worden besloten met het derde NNO-concert in deze reeks, eveneens onder leiding van Stefan Vladar, met daarin Mozarts Krönungsmesse en diens Requiem. Naast deze genoemde doet zowel het Noord Nederlands Concertkoor, alsook een keur van vocale solisten mee.
Vrijdag 18 maart in De Lawei in Drachten.
Zaterdag 19 maart in De Oosterpoort in Groningen.

maandag 7 maart 2011

In goed een uur tijds: vier eeuwen orgelmuziek

Enthousiast publiek
Zo'n veertig belangstellenden waren gekomen naar De Fontein aan de Eikenlaan: voor de ene groep is dat een kerk, voor anderen een centrum voor samenkomsten, die niet direct aan religie zijn gelieerd, en dat is goed zo. Daar werd deze zondagmiddag een orgelconcert gegeven door Erwin Wiersinga op het instrument dat de aandacht trekt door zijn onconventionele, asymmetrische opstelling. Dat is zelfs het geval met het front van het Hoofdwerk en met dat van het Rugwerk: als men goed kijkt, is het wel te zien dat de schijn van symmetrie weliswaar wordt gewekt, doch dat deze in de details ontbreekt.

Mense Ruiter-orgel in De Fontein aan de Eikenlaan in Stad.
Speeltafel met twee klavieren en 27 registerschuiven. Het Pedaal van
dat instrument is hier niet te zien. (Foto: © Feiko van der Veen.)

Vier eeuwen in vogelvlucht

Erwin Wiersinga is een van de musici die beseffen dat het geven van een concert meer inhoudt dan alleen spelen op (een) instrument(en). Gelukkig wordt het aantal van hen dat de moeite neemt één en ander aan zinnige informatie in een programmablad of, zoals in dit geval, door een woord vooraf voor de toehoorders beschikbaar te maken. Dat laatste deed onze organist van zondagmiddag. Hij speelde muziek uit vier eeuwen: het oudste zijn twee stukken uit een oud manuscript van 1599, waarna een compositie uit de twintigste eeuw volgde, om vervolgens terug te gaan en opnieuw de grote stap te wagen. Zo konden de luisteraars zelf de grote contrasten, doch tevens de parallellen of directe overeenkomsten ontdekken.

Erwin Wiersinga aan de speeltafel van het Fonteinkerk-orgel tijdens
het concert van zondag 6 maart 2011. (Foto: © Feiko van der Veen).
In de inspirerende, rustgevende ruimte van De Fontein — een ontwerp waarover diep is nagedacht en dat met het nodige fingerspitzengefühl is gerealiseerd — konden alle tien onderdelen van het programma rekenen op een akoestisch uitstekend verspreide vertolking.  

Geen standaard

De orgelcommissie van De Fontein had de gast speciaal verzocht om een programma samen te stellen van niet alledaagse (orgel)muziek. Daarin is Wiersinga uitstekend geslaagd, juist door stukken te kiezen, die — in ieder geval als geheel — een prachtige indruk bood van wat het instrument vermag. Dat daarbij ook Nederlandse componisten aan bod kwamen — van de oude meesters Anthonie van Noordt (ca. 1619-1675), van de twintigste eeuwers Bert Matter (geboren 1937).

Alberto Ginastera is
één der twee belangrijkste
Argentijnse componisten
.
Ook viel de geografische spreiding op: Naast de beide Nederlanders, werd werk voorgesteld van drie Franse meesters — Guy Bovet (*1963), Jehan Alain, en Maurice Ravel (1875-1937) —, één Engelsman — Thomas Tomkins (1572-1656), één Argentijn — Alberto Ginastera (1916-1983) —, en één Duitser, die veelal wordt gezien als de bakermat van de westerse orgelcultuur: Papa Johann Sebastian Bach (1685-1750). Twee van die gespeelde werken waren oorspronkelijk pianostukken, die beide door de organist zelf zijn bewerkt, zoals de Prélude uit Le Tombeau de Couperin (1914-17) van Ravel, die binnenkort door de Belgische organist Ludo Geloen in Parijs zal worden gespeeld. Erwin Wiersinga bewerkte eveneens het deel uit de Sonata opus 22 voor piano van bovengenoemde Ginastera, waarmee het concert werd besloten.

zondag 6 maart 2011

Hoog niveau NNO en Antje Weithaas met Asbury

Béla Bartók
Op het laatste moment werd een derde compositie toegevoegd aan het programma van het concert dat het Noord Nederlands Orkest de afgelopen week heeft gegeven: donderdag in De Harmonie te Leeuwarden, zaterdagavond in Groningen. Het werd een stuk uit 1931 van Béla Bartók: de Hongaarse Schetsen, korte pianostukken uit de jaren 1908-11, in een bewerking voor orkest. Daarmee werd het concert in beide bovengenoemde plaatsen geopend.

Johannes Brahms

Violiste Antje Weithaas.
In schouwburg De Harmonie van Leeuwarden, die met ruim 350 bezoekers voor net iets minder dan de helft was gevuld, kregen de toehoorders een uitstekende Antje Weithaas te horen in het Vioolconcert van Johannes Brahms. Zij beheerste haar instrument tot in de kleinste details met verve en vol overtuiging en dat gold mede voor haar verbluffende stokvoering. Toch, helaas, overheerste, tot aan de solocadens, de loomheid in de uitvoering als gevolg van een te laag gehouden tempo. Daar stond tegenover dat het tempo in het derde deel aan de hoge kant lag. En dat zorgt voor onnodige discrepantie.
Heel anders was dat op zaterdagavond in Groningen: daar klonk Brahms' meesterstuk tot in detail volkomen uitgebalanceerd; de samenwerking verliep vlekkeloos, en Antje Weithaas oogstte zelfs enig Bravo-geroep. Geheel in de lijn der verwachtingen was de hobopartij van Justine Gerritsen: feilloos en van bijzondere allure; die musicienne kan in elk toporkest op deze globe dezelfde functie vervullen als ze nu in ons ensemble doet.


Antonín Dvořák

Stefan Asbury had het voor Brahms geraadpleegde goudschaaltje tevens als waardevast instrument genomen om de proporties in de Achtste Symfonie van Antonín Dvořák vast te stellen. De uitvoering in Leeuwarden had reeds voor flink wat enthousiasme gezorgd. Na afloop spraken diverse bezoekers over oude opnamen ter vergelijking met wat ze daarnet hadden gehoord. Daarbij vielen alleen namen van dirigenten van wereldfaam, tot en met Bruno Walter. Dergelijke conversaties geven aan dat die muziek in ieder geval leeft bij de luisteraars, en dat er na het sluiten van de toegangsdeur van het concertgebouw in kwestie bij die luisteraars geen sprake is van diminuendo morendo. De toon waarop zo'n gesprek verloopt, geeft al aan hoe zeer men tevreden was met het direct tevoren gehoorde. Dirigent en orkest lagen in Leeuwarden in ieder geval goed in het gehoor.
Antonín Dvořák, getekend
door Jarko Aikens. Archief
Heinz Wallisch, tevens ©.
Nog weer beter klonk die symfonie zaterdagavond in de grote zaal van De Oosterpoort, die voor driekwart was gevuld (ca. 850 bezoekers). Het succes bij de luisteraars was daarmee in overeenstemming.
Dat ligt uiteraard aan de kwaliteit die de uitvoerenden wisten te realiseren. Daarbij komt dat de akoestiek in die zaal nu eenmaal — hoewel verre van ideaal — de beste van de drie noordelijke provincies is.
Toch zou die nog zoveel beter zijn uitgevallen indien de architect en de akoestische deskundigen van TNO zich indertijd niet hadden laten leiden door het dictaat van het moment. Zij allen, die van tevoren hebben geprotesteerd tegen een relatief ondiepe breedte-zaal, en (zij die) tegelijkertijd bezwaar hebben aangetekend tegen die dwaze kwart maan-vorm in de uithoeken van de benedenzaal bij het podium hebben hun gelijk gekregen. Niet dat er ook maar iemand is die daar iets aan heeft. 

donderdag 3 maart 2011

Erwin Wiersinga zondagmiddag in De Fontein

Organist Erwin Wiersinga, die onder meer docent is aan het Conservatorium te Groningen, speelt op zondag 6 maart, vanaf 16:00 uur een orgelconcert in de Fontein-kerk aan de Eikenlaan in Stad op een mechanisch instrument uit het atelier van Mense Ruiter (1908-1992).
Op het programma staan werken van enkele grote klassieke componisten, en ook een werk van Bert Matter (geb. 1937) een naam die we wel zijn tegengekomen op de programma's van de Lunchpauzeconcerten in onze Martinikerk. Die musicus is al meer dan drie decennia organist van de Walburgiskerk te Zutphen.
Het programma wordt afgesloten met een werk van de Fransman Jehan Alain (1911-1940), die dit jaar hier en daar wordt herdacht, omdat het een eeuw geleden is dat hij, oudere broer van de wereldvermaarde Marie-Claire Alain (1926), een eeuw geleden werd geboren; zij was één van de docenten bij wie Erwin Wiersinga heeft gestudeerd.
Voordien klinkt er ook een compositie van een nog levende muziekmeester: Guy Bovet (geb. 1942), alsmede van de vader aller barokcomponisten voor dit instrument: Johann Sebastian Bach (1685-1750), en Maurice Ravel (1875-1937).
Componist Maurice Ravel
in relatief jonge jaren.
Laatstgenoemde komen we tijdens orgelvoordrachten nauwelijks tegen: hij geniet ruime en wereldwijde bekendheid door zijn orkestwerk Boléro uit 1928, bedoeld als balletmuziek. Met de juiste choreograaf en dito dansers is dat weliswaar een magistraal gebeuren, maar het werk heeft voornamelijk repertoire gehouden op het concertpodium.
Dit orgelconcert in het kerkgebouw De Fontein aan de Eikenlaan in Stad is gratis toegankelijk. Bij de uitgang is er een collecte ter bestrijding van de kosten.
__________
Een afbeelding van het Mense Ruiter-instrument is opgenomen in een bijdrage op onze zustersite Muziek en mensen van heden. 

woensdag 2 maart 2011

NNO deze week tweemaal met Brahms en Dvořák

Johannes Brahms.
Het Noord Nederlands Orkest speelt deze week tweemaal hetzelfde programma, dat geheel bestaat uit fin de siècle meesterwerken. Op donderdag 3 maart is dat in De Harmonie van Leeuwarden, op zaterdag 5 maart in De Oosterpoort in Groningen. Gastdirigent is Stefan Asbury. Soliste is Antje Weithaas, viool. Zij speelt de solopartij in het geliefde concert van Johannes Brahms (1833-1897), opus 77 in D-groot uit 1878. Na de pauze wordt de Symfonie nr. 8 (soms genummerd als 4), opus 88, gereedgekomen in 1889, van Antonín Dvořák (1841-1904) uitgevoerd. Deze wordt soms wel als Engelse aangeduid.