donderdag 14 februari 2008

De Harmonie van Groningen door Jan Minderhoud in een prachtboek vastgelegd voor de toekomst

Historisch moment
Aanstaande vrijdag, 15 februari, zal een zeer gedenkwaardige dag worden voor de oudere concerbezoekers in de Stad Groningen. Dan wordt een mooi, groot boek gepresenteerd dat de geschiedenis van de concertzaal van de Sociëteit De Harmonie en, vanzelfsprekend, de historie van de bewuste sociëteit uit de doeken gedaan door Jan Minderhoud, emeritus hoogleraar Neurologie te Groningen. De sociëteit bestaat nog, de concertzaal — een culturele schande van de ergste orde — werd in 1973 gesloopt, en daarmee verdween een akoestisch monument voor veel meer dan alleen maar Nederland. Een element dat vier decennia geleden niet als zodanig werd erkend. Akoestiek was immers niet tastbaar. Daarentegen wel meetbaar, en dat heeft TNO dan ook in de nadagen van De Harmoniezaal gedaan om in de grote zaal van het nieuwe cultuurcentrum zo dicht mogelijk bij die oude waarden te geraken. Hoewel men daarbij niet over één nacht ijs is gegaan — zowel in een lege zaal als met publiek werden daar voorafgaande aan een concert pistoolschoten afgevuurd en andere tests gedaan — is de akoestiek in de grote zaal van het Cultuurcentrum De Oosterpoort bij lange na niet die van de klassieke Harmoniezaal geworden. Dat had ook nimmer gekund, aangezien de oude concertzaal een fin de siècle 'schoenendoos' was — zoals men deze in Wenen, Zürich, New York en Amsterdam kon aantreffen — en de nieuwe Oosterpoort-zaal een semi amfitheaterzaal in de breedte moest worden. Aanvankelijk is van diverse zijden de vrees uitgesproken dat daar, als gevolg van die relatieve ondiepte, nimmer een symfonie van Bruckner normaal zou kunnen klinken. [1]


Beginjaren
Over de verse muziekuitvoeringen voordat er een symfonieorkest werd opgericht — op 14 november 1862 was het eerste ensemble van ons land dat zich met recht die kwalificatie mocht geven, een feit geworden — laat Jan Minderhoud zijn licht schijnen en wordt het duidelijk waardoor er meer en meer behoefte aan een vast ensemble met twee gezichten — een symfonisch voorkomen en een van harmonie-ensemble — is gekomen dat in principe over een een breed scala aan mogelijkheden zou kunnen beschikken.
Jan Minderhoud plaatst dat alles in het kader van de tijd, de omgeving, de situatie op verschillende niveaus alsmede de wensen en verlangens van diverse betrokken partijen. Gezien de opgave die hij zichzelf heeft gesteld, is hij vanzelfsprekend niet blijven steken in het muziekgebeuren, maar heeft hij tevens zijn licht laten schijnen over alle andere elementen, die in de loop der tijd direct en indirect, dan wel heel zijdelings met dat culturele hart van de Stad te maken hebben gehad. Historisch gezien kan men het muzikale aspect en de ontwikkeling daarvan best los zien van al het andere — zeker als die andere aspecten je niet of nauwelijks interesseren — maar zonder dat de Vereeniging De Harmonie ook al die andere aspecten van het cultuurleven zou hebben geïnitieerd, aangestuurd en onderhouden, zou de geschiedenis van de symfonische muziek in Groningen een geheel andere zijn geworden.

Resultaat
De auteur is er, vanzelfsprekend door zijn voortvarendheid en vasthoudendheid, in geslaagd alle door hem gewenste informatie te achterhalen door middel van eigen onderzoek in archieven, en hij is zo verstandig geweest zich open te stellen voor ervaringen, kennis en meningen van een hele reeks anderen, die op enigerlei wijze bij de ontwikkeling van De Harmonie en die instelling waren betrokken. Dat daarbij toch de medische wetenschapper, die beseft dat het kleinste detail van belang kan zijn voor een zo goed mogelijk afgeronde diagnose, weer om de hoek kwam kijken, hoeft niemand te verbazen. Jan Minderhoud weet dat de wereld rond is.
Zonder hier verder te willen ingaan op alle nationaal en internationaal hoogwaardig-belangrijke Biljarttestanden en -gebeurtenissen, Bakkerijtentoonstellingen, maar ook abjecte mannengevechten, schaaktoernooien, gymnastiekverenigingen, autotentoonstellingen en al wat dies meer zij — elementen die ook in de schat aan illustratiemateriaal zijn opgenomen —, kan alleen de opgetogen conclusie worden getrokken dat het beeld van de Cultuur in het algemeen en die van de Muziek en andere, al dan niet verwante aspecten daarvan in de Stad Groningen van de negentiende en twintigste eeuw is verrijkt met een hoogwaardig document.


Afwijkende mening

Aangezien schrijver dezes zich meer dan twintig jaar geleden, bij het 125-jarig bestaan van het symfonieorkest intensief met die materie heeft beziggehouden, zonder zich ook maar in de geringste mate te verdiepen in al die andere aspecten van de Vereeniging De Harmonie, moet ik vaststellen dat ik op twee punten afwijk van de bevindingen van Jan Minderhoud. Ten eerste moet het tijdstip dat de musici van de GOV in rokkostuum op het podium verschenen, later zijn geweest dan in het boek wordt genoemd, aangezien ik zelfstandig kon lezen en musici op de foto herkende. Derhalve moet dat enkele jaren later zijn geweest dan vermeld. Een afwijking die overigens geen enkel negatief gevolg heeft.
In het artikel zaterdag jongstleden in het Dagblad van het Noorden wordt gewezen op het aantal stoelen in de grote zaal van De Harmonie, daar aangegeven met 1100, met de verwijzing "minder dan het Cultuurcentrum nu". Die elfhonderd kunnen kloppen aan het begin van de twintigste eeuw, toen er nog geen balkon met een kleine 200 plaatsen werd gebouwd. In ieder geval waren er na de Tweede Wereldoorlog meer plaatsen beschikbaar. Het eerste concert in Nederland van het Weense barokgezelschap Concentus Musicus was snel uitverkocht en haalde de krant: 1288 verkochte plaatsen. Na een andere uitverkochte avond, waarbij de eerste concertmeester van het orkest, Jacques Meyer, samen optrad met Herman Krebbers in de beide Dubbelconcerten van Bach, kopte de toenmalige muziekmedewerker van het Nieuwsblad van het Noorden: “1300 mensen hoorden. . .” Maar ook dat gegeven is, gezien de door stedelijke politici ontvoerde en vervolgens om zeep gebrachte Harmonie-zaal, niet meer van wezenlijk belang.

______________
J.M. Minderhoud:
De Harmonie — eens het culturele centrum van Groningen.
176 pagina's, gebonden (ruim A4).
Uitgeverij Profiel (Scholma Grafimedia Groep) Bedum, februari 2008.
ISBN 978 90 5294 401 2.
Prijs € 21,50.
____________
[1] Dat laatste is gelukkig meegevallen. Niet alleen de vaste symfonische bespeler — eerst NFO, vervolgens NNO — heeft er diverse keren in de afgelopen 35 jaar Bruckner laten horen, ook gastensembles. Dat uit de Japanse stad Osaka, liet eind oktober 1975 een magistrale versie van Bruckners Zevende horen, en aanstaande zondag kan men diezelfde symfonie door het Nederlands Studenten Orkest in die zaal beluisteren.
____________
Afbeeldingen
1. Voorplat van het op 15 februari te verschijnen boek van Jan Minderhoud.
2. Programma van 6 oktober 1891, naar aanleiding van de ingebruikname van de nieuwe concertzaal. Ter opening werd Beethovens ouverture Zur Weihe des Hauses gespeeld.
3. De heren musici hebben medio jaren vijftig het jacquet ingeruild voor een rokkostuum.
4. Auteur Jan Minderhoud. (Foto: Antoinette Borchert.)

Geen opmerkingen: