donderdag 28 februari 2008

Tōru Takemitsu — een confrontatie met muzikale stilte — dinsdagavond in de kleine Oosterpoort-zaal

NB: De afdeling publiciteit van het Nieuw Ensemble liet maandag 3 maart weten dat het concert in Groningen is afgelast als gevolg van een veel te geringe belangstelling.

Een caleidoscopische visie van koloristische beelden

Dinsdag 4 maart zal 's avonds om 20:15 uur in de kleine zaal van het Cultuurcentrum De Oosterpoort te Groningen een concert worden gegeven door het Nieuw Ensemble, waarin de Japanse componist Tōru Takemitsu (1930-1996) zal worden gespiegeld. In totaal zullen zes werken worden uitgevoerd, waarvan het eerste en het laatste uit het oeuvre van de introverte Japanner stammen. Dirigent is Ed Spanjaard, medewerking wordt verleend door Kyoko Kawamura, koto en zang; en door Jeroen den Herder cello.
Van de Amerikaanse componist Morton Feldman (1926-1987), die zeer met Tōru Takemitsu bevriend was, wordt Madame Press died last week at ninety uitgevoerd, en van de Oostenrijker Thomas Larcher Nocturne – Insomnia. Dat is een première, en dat geldt eveneens voor Departures, een compositie van Rodney Sharman. In Ajmano is een werk van de andere Japanner binnen dit gebeuren: Toshio Hosokawa.
Aangezien de invloed van Tōru Takemitsu centraal dient te staan bij zo'n claim, hebben we hieronder een impressie van hem gegeven, vooral aan de hand van het werk direct vanaf zijn beginperiode als componist.

Water en Vuur
Tōru Takemitsu — wiens naam Water en Vuur betekent — is zonder twijfel de meest vooraanstaande Japanse componist die in het tweede kwart van de twintigste eeuw is geboren. Hij kwam op 8 oktober 1930 in Tokio ter wereld en had oorspronkelijk het verlangen dichter of schilder te worden, maar gedurende een herstelperiode als gevolg van een zware tuberculose kreeg zijn verlangen naar het beroep van componist meer en meer gestalte. Takemitsu wilde datgene in muziek uitdrukken wat hij zelf omderging bij het luisteren naar muziek. Tussen 1948 en 1950 volgde hij weliswaar lessen bij de vooraanstaande Japanse componist Yasuji Kiyose, maar hij kwalificeerde zich toch voornamelijk als autodidact.
In 1951 stichtte hij in Tokio een experimentele workshop, en vijftien jaar later richtte hij, onder meer met dirigent Seji Ozawa de Japanse Biennale voor nieuwe muziek Orchestral Space op. Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1970 in Osaka was hij leider van het Space Theater, een concertzaal met 800 luidsprekers. Als componist hield Takemitsu zich veelal afzijdig van de elektronische muziek. Daarentegen geldt hij als voorvechter van de musique concrète van de Fransman Pierre Schaeffer (1910-1995).
Representatief voor die stijl in Takemits's componeren zijn de werken Relief statique uit 1955, Vocalism AI voior geluidsband uit 1956 en Water Music, eveneens voor geluidsband uit 1963. Deze werken vertonen geen enkele verwijzing naar oud-Japanse muziek, maar de karakteristieke contemplatie en het ontbreken van dynamiek zijn volgens andere bewoners van Nippon wel typisch Japans.

Creatieve kracht
Dikwijls is Takmitsu, mede op grond van zijn uiterlijk, omschreven als een boeddhistische Zen-monnik: zeer terughoudend in zijn contacten maar tegelijkertijd getuigend van een zeer bewogen zielsleven. Er wordt wel gezegd dat zijn blik steeds gericht is op die 'gebieden' waar 'alles en niets zichtbaar' wordt. Uit dat domein schijnt ook voor een groot deel de bron van zijn creatieve krachten afkomstig te zijn.
Dat Tōru Takemitsu in sterke mate gefascineerd was door de semantiek — de leer van de
verschillende betekenissen van de woorden — bewijst zijn compositie Asterism voor piano en orkest, geschreven in opdracht van de Amerikaanse radiogigant RCA. Het stuk is voor traditionele orkestbezetting met extra strijkers en een groot slagwerkapparaat. Onverwachte klankeffecten bereikt de componist door speciale technieken: zo wordt de Chinese gong 'bewerkt' met de strijkstok van een contrabas, en wordt over hangende bekkens gewreven met een slagwerkvegertje — brush — dat met hard gummi is overtrokken.

The Dorian Horizon
Een andere, uiterst opvallende compositie van
Tōru Takemitsu is The Dorian Horizon, in 1966 gecomponeerd voor de Koussevitzky Music Foundation. Het adjectief dorisch verwijst naar de toonsoort, het begrip horizon is tweeledig: naar het verleden dat zich aan onze ogen onttrekt, en naar de toekomst die open ligt. Het werk is voor 17 strijkers, die in twee groepen zijn verdeeld. De éne groep, in V-vorm om de dirigent opgesteld, fungeert als het ware als echo op de andere groep, die ruimtelijk echter zo ver mogelijk is verwijderd. Dat levert dan een muzikale synthese van ruimte en tijd op, met het 'heden' als hoorbare realiteit.

November Steps
In 1967 heeft deze componist twee werken geschreven met de titel November Steps. Het eerste werd geschreven n opdracht van The New York Philharmonic Orchestra ter gelegeheid van het 125-jarig bestaan van dat ensemble. Later kreeg de tweede compositie de titel Green, maar als ondertitel bleef November Steps II. Dit laatstgenoemde stuk is ontstaan in opdracht van de Japanse radio. In die periode hield Takemitsu zich intensief bezig met de muziek van Claude Debussy, die hem naar eigen zeggen sterk heeft beïnvloed. In November Steps zijn een biwa en een shakuhachi voorgeschreven, zoals de componist die een jaar tevoren ook al in zijn duostuk Eclipse had gebruikt. Daarover zegt hij zelf onder meer:
"De componist zou zich niet met de samensmelting an oude Japanse instrumenten met het westese symfonieorkest tevreden moeten stellen. Hij zou integendeel door de confrontatie van de biwa en de shakuhachi met het orkest de bijzonderheid van de klank, welke die beide instrumenten eigen is, nog beter moeten accentueren."
Zijn Green noemde Takemitsu zelf ". . . een intermezzo. . .een vredig stuk muziek voor kinderen, opgedragen aan mijn dochter en aan de dochters van mijn vrienden."

Coral Island
Enkele jaren tevoren, in 1962, had Takemitsu zijn Coral Island geschreven, dat ook wel Een Atol als titel heeft. In dat werk voor sopraan en orkest houdt de componist zich bezg met de relatie tussen de krachten in de werkelijkheid en het abstracte in het leven en in de muziek. Een caleidoscopische visie van koloristische beelden in woord en geluid. Ook hier maakt de componist gebruik van de verschillende 'betekenisniveaus' van woorden. In dit bijzondere geval gaat het om gedichten van zijn landgenoot Makoto Ohka.
____________
Afbeeldingen
1. Ed Spanjaard, dirigent.
2. Componist Morton Feldmann in zijn stefjaar 1986. Portretfoto door Rolf Hanns, genomen te Darmstadt.
3. Tōru Takemitsu.
4. Pierre Schaeffer, de Fransman van de musique concrète, in 1952.
5. Kotospeelster. Japanse prent uit de achttende eeuw.
6. Claude Debussy. Tekening van Jarko Aikens, Groningen 1984. Collectie Heinz Wallisch.
7. Biwa.

Geen opmerkingen: